Van harte welkom bij deze persconferentie over het Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS). Om te beginnen wil ik graag eerst kort de belangrijkste elementen uit het OFS toelichten dat we vandaag hebben gepubliceerd.
De situatie is gelukkig geheel anders dan toen we elkaar een jaar geleden bij deze OFS-persconferentie ontmoetten. Toen zaten we middenin de tweede golf aan besmettingen, en ik ben blij jullie hier weer fysiek te ontmoeten in plaats van virtueel.
Ook economisch gezien is de situatie aanzienlijk verbeterd. De economie herstelt zich sterk van de klap die we kregen te verwerken door de coronapandemie. Vooral door de hoge vaccinatiegraad konden de contactbeperkende maatregelen stapsgewijs worden afgebouwd en inmiddels is de samenleving weer vrijwel helemaal open.
Het economisch herstel is zelfs krachtiger dan we hadden gedacht. De economie is in korte tijd opgeveerd en de ramingen zijn, zowel in Nederland als wereldwijd, de afgelopen tijd vaak opwaarts bijgesteld.
Het veerkrachtige economische herstel is voor een groot deel te danken aan het feit dat we deze crisis ingingen met hoge buffers. Zo kon de overheid met de steunpakketten de grootste klap opvangen en de economie ondersteunen. En dankzij de hogere kapitaalbuffers hebben ook de banken een positieve bijgedrage kunnen leveren.
De dreiging van een opleving van de pandemie is nog niet helemaal verdwenen. Maar zelfs wanneer zich onverhoopt een nieuwe besmettingsgolf zou voordoen, ben ik redelijk optimistisch. De economische impact van nieuwe besmettingsgolven neemt namelijk sterk af, omdat de economie zich steeds beter heeft aangepast.
Nu de overheidssteun is beëindigd, keert de gewenste marktdynamiek gelukkig weer terug. Er zullen ongetwijfeld bedrijven zijn die alsnog in de problemen komen. Maar ik verwacht niet dat dit tot een grote golf aan faillissementen zal leiden. Er is sprake van een robuust economisch herstel en de meeste bedrijven zijn in de kern gezond.
Ik ben dus optimistisch gestemd over het economisch herstel, maar als het gaat om de opbouw van financiële kwetsbaarheden en risico’s, ben ik iets minder positief. Juist als het economisch beter gaat, zijn we meestal geneigd minder oog te hebben voor de kwetsbaarheden die zich opbouwen. En daar wil ik voor waken.
Tegen die achtergrond gaat ons OFS dieper in op een viertal thema’s: financiële markten, woningmarkt, klimaatrisico’s en bankenbuffers. Op die eerste twee thema’s wil ik graag iets toelichten.
Financiële markten
Allereerst de internationale financiële markten. Sinds de onrust in maart 2020 is het risicovol gedrag onder beleggers wereldwijd weer fors toegenomen. Aangewakkerd door de lage rente zeilen beleggers scherp aan de wind en is de bereidheid om risico te nemen hoog.
Dat uit zich in hoge koers-winstverhoudingen op aandelenmarkten, alsmaar verder dalende risicopremies op risicovolle obligaties, en een historisch hoge uitgifte van risicovolle bedrijfsschulden, vaak ook met een hoge hefboom.
Dit risicovolle gedrag is alleen vol te houden bij lage inflatie- en renteniveaus. Een toename van de inflatie maakt financiële markten nerveus, uit vrees voor monetaire verkrapping en stijgende rentes. Dat is dan ook precies wat we de afgelopen weken gezien hebben op de beurzen: het sentiment is minder uitbundig, omdat inflatie terug is op de radar van beleggers.
Ook mijn verwachting is nog steeds dat de huidige inflatieschok een grotendeels tijdelijk fenomeen is. Toch is het vanuit gezond risicobeheer belangrijk om met andere scenario’s rekening te houden. Ook omdat de jaren 70 ons hebben geleerd dat onze capaciteit om vooraf in te schatten wat tijdelijke inflatie is, uiteindelijk niet onbegrensd is. Als financiële markten onvoldoende rekening houden met scenario’s van een blijvend hogere inflatie en een bijbehorend ander rentebeeld, kan dit in de toekomst tot schoksgewijze koersdalingen leiden.
Woningmarkt
Dan de Nederlandse woningmarkt. Het zal niemand ontgaan zijn dat de stijging in de huizenprijzen in een verdere stroomversnelling is geraakt.
Over de afgelopen vijf jaar stegen de huizenprijzen gemiddeld met 8 procent per jaar, maar recent zien we stijgingen van meer dan 15 procent op jaarbasis in het hele land. De huizenprijzen stijgen bovendien veel harder dan in de meeste andere Europese landen, en kunnen daarmee niet alleen worden toegeschreven aan de lage rente.
Aan de aanbodkant van de woningmarkt is sprake van aanhoudende schaarste, en daar is zeker een extra bouwinspanning benodigd. Maar woningschaarste is er eigenlijk altijd geweest en zal in een dichtbevolkt en netjes aangeharkt land als Nederland waarschijnlijk ook nooit helemaal verdwijnen.
De uitbundige huizenprijsstijging hangt veeleer samen met de leenruimte die Nederlandse huishoudens hebben. Er is simpelweg te veel geld op zoek naar te weinig woningen. Kopers gaan steeds verder om het winnende bod uit te brengen en vertonen daarbij steeds risicovoller leengedrag. Vooral starters lenen vaker maximaal ten opzichte van hun inkomen. Het is ook nog steeds mogelijk de volledige woningwaarde met een hypotheek te financieren. Daarbij zien we dat de populariteit van aflossingsvrij lenen weer toeneemt.
Allerlei vormen van fiscale subsidies zorgen voor een verder prijsopdrijvend effect. De hypotheekrenteaftrek is hiervan het meest duidelijke voorbeeld. Maar ook regelingen die zijn ingevoerd om starters meer kansen te bieden op de woningmarkt hebben uiteindelijk – helaas - een averechts effect. Alles bij elkaar zorgt dit voor een spiraal van hogere huizenprijzen en hogere hypotheekschulden.
De ontwikkelingen in het leengedrag zorgen voor risico’s voor huishoudens en voor financiële instellingen. Banken houden nu nog onvoldoende rekening met het systeemrisico in de woningmarkt. Zij zijn kwetsbaar voor de impact die een prijscorrectie op de woningmarkt zal hebben op de economische activiteit en daarmee de kwaliteit van hun kredietportefeuilles. Om hun weerbaarheid te vergroten zal DNB per 1 januari 2022 definitief de eerder aangekondigde ondergrens aan de risicoweging van hypotheken invoeren.
Tot slot
Nu het herstel van de Nederlandse economie doorzet, is het belangrijk om de blik weer te richten op de structurele kwetsbaarheden. Op de woningmarkt, maar natuurlijk ook als het gaat om de energietransitie en het stikstofprobleem. De kabinetsformatie biedt een uitgelezen kans om hier adequaat beleid voor uit te stippelen.
Hiermee wil ik graag mijn inleiding afsluiten. Ik ben graag bereid uw vragen te beantwoorden.
Lees ook het persbericht en het volledige Overzicht Financiële Stabiliteit.