DNB ziet dat beleggers steeds meer risico’s nemen, hoe komt dat?
“Door de lage rente. Die maakt het moeilijker om rendement te behalen. Dat geldt voor jou als particulier – denk aan de lage rente op je spaarrekening. Maar ook voor beleggers. Om een voorbeeld te geven: obligaties zijn meestal een relatief veilig beleggingsproduct. Maar momenteel levert nog geen 10% van de obligaties wereldwijd een rendement van 2% of meer op. En bijna 30% geeft zelfs een negatief rendement. Daarom gaan beleggers op zoek naar alternatieven: aandelen, maar ook andere producten. Daarbij geldt eigenlijk per definitie: hoe hoger het verwachte rendement, hoe meer risico.
Als het gaat over de lage rente, wordt vaak gekeken naar de Europese Centrale Bank (ECB). Die drukt de rente de afgelopen jaren om de lage inflatie op te krikken. Maar de rente daalt wereldwijd al decennia door structurele ontwikkelingen, zoals de toename van spaargeld en lagere investeringen.”
Dat risicovolle gedrag, waar uit zich dat in?
“Dat zie je terug in allerlei ontwikkelingen. Aandelenmarkten bereikten eerder dit jaar recordhoogtes. Wereldwijd gingen dit jaar tot nu toe 2300 bedrijven naar de beurs, samen haalden ze bijna 500 miljard dollar kapitaal op. Dat is nu al fors meer dan in heel 2020. De markt voor risicovolle schuldpapieren van bedrijven met een lage kredietwaardigheid groeit. En ook de markt voor hefboomleningen – leningen aan bedrijven die al veel schuld hebben – blijft groeien. Sinds de correctie op de financiële markten in het voorjaar van 2020 zijn de prijzen van risicovolle beleggingen vrijwel onafgebroken gestegen.”
Waarom maakt DNB zich hier zorgen over?
“Dat risicovolle gedrag is alleen vol te houden bij lage inflatie en rente. Als de inflatie toeneemt, worden beleggers nerveus. Ze zijn bang dat centrale banken hun ruime monetaire beleid gaan verkrappen — dit om te voorkomen dat prijzen te hard omhoog gaan — en dat rentes gaan stijgen. Bij stijgende rentes worden obligaties weer aantrekkelijker en trekken beleggers zich terug uit risicovolle investeringen. Dat kan leiden tot prijsdalingen, paniekverkopen en abrupte correcties op de financiële markten.”
Hoe reëel is het dat dit gebeurt?
“Op dit moment zijn er geen aanwijzingen dat de inflatie structureel gaat stijgen. Maar we kunnen het ook niet uitsluiten. Kijk bijvoorbeeld naar wat er nu gebeurt met de energieprijzen. Niemand weet met zekerheid hoe die zich op langere termijn ontwikkelen. De stemming op de beurzen is de afgelopen weken ook minder uitbundig, doordat inflatie terug is op de radar van beleggers.”
Wat moet er gebeuren?
“Beleggers moeten er rekening mee houden dat er een einde kan komen aan het ruime monetaire beleid van centrale banken en dat de rente kan stijgen. Ze zijn door de jaren heen namelijk verslaafd geraakt aan de lage rente. Daarnaast speelt regulering een rol. Na de financiële crisis kregen banken te maken met strengere regelgeving. Mede daardoor zijn ze de coronacrisis goed doorgekomen. Andere delen van de financiële sector, bijvoorbeeld beleggingsfondsen, zijn nog niet zo gereguleerd. In die hoek van de markt bouwen zich juist risico’s op. Dit zagen we ook bij de correctie op de financiële markten in het voorjaar van 2020. De regulering van dit deel van de financiële sector staat dan ook hoog op de internationale agenda.”
Hoe zit het met particuliere beleggers?
“Ook daar zie je een zoektocht naar rendement. Uit onderzoek van het NIBUD blijkt bijvoorbeeld dat een kwart van de Nederlanders momenteel belegt. Anderen stappen in crypto’s. Men wil de trein van de opgaande markt niet missen. Zolang je belegt met geld dat je kunt missen, is dat niet erg. Maar als je belegt met geld dat je nodig hebt, neem je een risico.”
Meer weten? Lees ons Overzicht Financiële Stabiliteit