De in 2019 herziene richtlijn betaaldiensten PSD2 beoogt de innovatie, concurrentie en veiligheid op de Europese betaalmarkt te vergroten, door huidige én nieuwe dienstverleners aan te moedigen om nieuwe typen diensten te ontwikkelen en aan te bieden. Een van die nieuwe typen betaaldiensten betreft rekeninginformatiediensten. Bij rekeninginformatiediensten maken betaaldienstverleners gebruik van de informatie die afleidbaar is uit de transactiegegevens van iemands betaalrekening. Denk bijvoorbeeld aan een overzicht van uitgaven en inkomsten, waardoor rekeninghouders beter inzicht krijgen in hun financiële situatie. Expliciete toestemming van de rekeninghouder is nodig om inzage te krijgen in de betaaldata.
Er is weinig bekend over de mate waarin Nederlanders hun betaaldata delen met derden. Dit wordt bovendien bemoeilijkt, doordat niet alleen banken deze diensten kunnen leveren maar ook andere niet-bancaire dienstverleners, die al dan niet in Nederland zijn gevestigd. Om hier toch zicht op te krijgen heeft DNB in augustus 2020 een enquête uitgezet onder leden van het CentERpanel.
Kwart stemt in met gebruik betaaldata
In het eerste jaar dat PSD2 van kracht was gaf een kwart van de ondervraagde Nederlanders toestemming voor het gebruik van hun betaalgegevens in ruil voor nieuwe diensten. Jongeren zijn sterker geneigd toestemming te verlenen dan ouderen. Consumenten geven aan vooral de bank van hun belangrijkste betaalrekening toestemming te hebben gegeven (Figuur 1). Maar een klein deel verleende toegang aan andere partijen. Zo gaf slechts 2% toestemming aan grote technologiebedrijven zoals Apple, Facebook en Google. Banken lijken dus een sterke concurrentiepositie te hebben op deze nieuwe markt.
Figuur 1 - Eigen bank krijgt vaakst toestemming voor gebruik betaaldata
Aandeel van het totale aantal respondenten dat in het eerste PSD2-jaar toestemming gaf