Forse loonstijgingen na de inflatieschok…
De Nederlandse inflatie daalt gestaag richting de 2%, het streefpercentage van de ECB. Dit komt na een periode van uitzonderlijk hoge inflatie, met bijna 12% in 2022. Vooral hogere energie- en voedselprijzen dreven de inflatie onmiddellijk op, omdat ze een groot deel uitmaken van het bestedingspakket van consumenten.
De oplopende inflatie was nadelig voor de koopkracht van huishoudens, omdat de loongroei in het begin sterk achterbleef bij de prijsstijgingen. In 2023 werden echter in steeds meer cao’s hogere loonstijgingen afgesproken, in reactie op de hogere inflatie. Een historische verkrapping van de arbeidsmarkt na de pandemie leidde tevens tot hogere lonen. De hogere loonstijgingen gaven op hun beurt een extra impuls aan de inflatie. Deze op zichzelf gebruikelijke wisselwerking tussen prijzen en lonen gaf in 2022 aanleiding voor een DNB Analyse over het risico op een loon-prijsspiraal.
…maar hogere lonen werken in beperktere mate door in de prijzen
We hebben nogmaals gekeken naar de drijvende krachten achter de dynamiek van prijzen en lonen in Nederland, zie deze DNB Analyse van maart 2024. Onze resultaten bevestigen dat er een duidelijke wisselwerking is tussen prijs- en loongroei. Dat er aandacht is voor een mogelijke loon-prijsspiraal, zeker als er sprake is van snel oplopende inflatie, is dan ook terecht. Het blijkt dat de doorwerking van inflatie naar loongroei sterk is en dat dit vooral verloopt via de invloed van korte-termijn inflatieverwachtingen op de loongroei. Andersom is er echter geen vergelijkbaar sterke doorwerking van de loongroei naar de inflatie. Dit laatste kan worden verklaard doordat arbeidskosten niet de enige kosten zijn voor bedrijven, en daarom ook niet de enige factor zijn die de prijzen van bedrijven bepalen. Daarnaast zouden bedrijven een deel van de hogere arbeidskosten in hun winstmarges kunnen opvangen. De resultaten van onze analyse geven aan dat de kans op het ontstaan van een loon-prijsspiraal klein is. Bovendien liggen de lange-termijn inflatieverwachtingen stabiel op ongeveer 2%, en worden deze niet beïnvloed door veranderingen in de feitelijke inflatie.
Noodzaak blijft echter om loonontwikkeling nauw te volgen
Ondanks deze resultaten is het belangrijk om de loonontwikkeling te blijven volgen. In veel nieuwe cao’s wordt nog steeds rekening gehouden met eerdere stijgingen van de inflatie. Dat wil zeggen dat de doorwerking van de inflatiepiek naar de loongroei nog niet is voltooid.