Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Vijf vragen over het verduurzamen van huizen

Achtergrond

Door de hoge prijzen zijn we massaal zuiniger geworden met ons energieverbruik en proberen we waar het kan onze huizen te verduurzamen. Waar staan we inmiddels? En wat moet er nu het meest dringend gebeuren?

Gepubliceerd: 14 februari 2023

Energieprijzen

DNB deed de afgelopen tijd onderzoek naar het verduurzamen van huizen in ons land. We zien vier belangrijke ontwikkelingen. Ten eerste zijn huishoudens die het meest in de problemen komen door de hoge energieprijzen, heel vaak huurder.  Voor huurders en huiseigenaren samen geldt dat liefst 84% van de huishoudens energie heeft bespaard vanwege de hoge kosten, vooral door de thermostaat lager te zetten of door korter te douchen. Daarnaast hebben woningeigenaren zelf met name met kleinere ingrepen geïnvesteerd in verduurzaming van de eigen woning. Terwijl verhuurders nog best wat winst kunnen boeken op dit vlak. Dit zijn vier van de conclusies uit een DNB-onderzoek dat we gisteren hebben gepubliceerd.

De energiebesparing die mensen zelf al noemen, wordt deze week ook bevestigd door nieuwe cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Daaruit blijkt dat we in Nederland flink bezuinigen op aardgasverbruik. Huishoudens verbruikten in 2022 25 procent minder aardgas dan het jaar ervoor. Een deel hiervan komt volgens het CBS door het relatief warme weer in 2022. Als daarvoor wordt gecorrigeerd, is door huishoudens in 2022 15 procent minder aardgas gebruikt dan het jaar ervoor.  

De bezuiniging van afgelopen jaar is heel mooi. Maar waar we nu staan met de verduurzaming, en waar we de komende tijd echt verschil kunnen maken in onze huizen? We zetten het op een rij.

1. Hoe reageren huishoudens in het algemeen op de hogere energieprijzen?

Vanwege de hogere energieprijzen zijn huishoudens massaal energie gaan besparen. Ze gebruiken minder elektrische apparaten, zetten de thermostaat lager en douchen korter. Maar de hogere energiekosten hebben er maar beperkt toe geleid dat mensen ingrijpend hun eigen woning hebben verduurzaamd. Ze hebben wel kleine aanpassingen gedaan, zoals het plaatsen van tochtstrippen, radiatorfolie en ledlampen, maar de toename van grote investeringen, zoals spouwmuurisolatie en warmtepompen was beperkter. Zelfs huiseigenaren die er de financiële middelen voor hebben kijken het vaak nog even aan. Ze wachten op een verhuismoment of denken mogelijk dat de hoge energiekosten binnenkort wel weer zullen zakken. Maar energie-experts verwachten juist dat de hogere prijzen meerdere jaren zullen aanhouden. 

2. Hebben huishoudens wel genoeg spaargeld om te investeren in verduurzaming?

Uit onze schattingen blijkt dat de meeste huiseigenaren (86%) de investeringskosten van verduurzaming van de eigen woning prima financieel kunnen dragen. Denk daarbij aan de kosten voor isolatie tot energielabel B en de aanschaf van een elektrische warmtepomp. Op basis van data van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) is naar schatting gemiddeld €24.000 per woning nodig om op energielabel B uit te komen. Ongeveer de helft van de mensen heeft hiervoor voldoende spaargeld en een derde kan voldoende lenen binnen de normen. We zien echter ook dat veel huishoudens huiverig zijn om te lenen voor verduurzaming. Dit is opvallend, omdat fondsen zoals het Nationaal Warmtefonds nu makkelijker leningen aanbieden tegen gunstige voorwaarden, zoals rentevrije leningen en leningen die de eerste jaren niet hoeven te worden afgelost. Mogelijk zijn veel huishoudens hier niet mee bekend.

3. Welke woningen kunnen nu het beste als eerste verduurzaamd worden?

Arbeidskracht en materiaal voor verduurzaming zijn moeilijk te krijgen dus niet alle woningen kunnen meteen worden aangepakt. Het is daarom verstandig om de meest kwetsbare huishoudens in de minst duurzame woningen voorrang te geven: dit zijn met name huurhuizen. Zoals die van woningcorporaties met energielabels E, F, en G. Maar ook particuliere verhuurders van woningen met een laag energielabel kunnen worden aangespoord om er sneller werk van te maken. Bijvoorbeeld door de waarde van het energielabel  zwaarder te laten wegen in de huurpuntentelling of door het naar voren halen van een verhuurverbod van woningen met energielabel E, F of G. Ook kunnen financierings- en subsidieregelingen voor verduurzaming van particuliere huurwoningen meer onder de aandacht worden gebracht. 

4. Kan de overheid nog meer doen?

Vooral huishoudens met een relatief laag inkomen blijken vaak minder goed op de hoogte van hun energiekosten, de energiezuinigheid van hun woning en de mogelijkheden om hun huis duurzamer te maken. Deze huishoudens zijn geconcentreerd in bepaalde gemeenten. Het zou goed zijn als deze gemeenten hen als eerste ondersteunen met Fix-teams bijvoorbeeld. Dat zijn teams die kleine isolatie- en besparingsmaatregelen toepassen en voorlichting geven over energiebesparingsmaatregelen. En ook zouden alle huishoudens beter geïnformeerd kunnen worden over subsidieregelingen en gunstige leningen voor verduurzaming van woningen, zoals het Warmtefonds.

Speciale Fix-teams helpen mensen hun huis te verduurzamen

5. Is een bepaald type huishouden extra kwetsbaar voor de hoge energieprijzen?

We hebben gekeken naar welke huishoudens financieel kwetsbaar zouden worden als de hoge energieprijzen van 2022 aanhouden nadat het energieprijsplafond eind dit jaar afloopt. Uit een ruwe schatting blijkt dat ongeveer 1 miljoen huishoudens in de problemen kan raken bij het wegvallen van de steunmaatregelen als de hoge prijzen van vorig jaar aanhouden. Dit is waarschijnlijk een overschatting, omdat veel huishoudens ondertussen energie bespaard hebben en de energieprijzen recent zijn gedaald. Het grootste deel van de financieel kwetsbare huishoudens (79%) huurt een corporatiewoning, vaak in de grote steden en in de krimpgebieden zoals Oost-Groningen, Limburg en de Achterhoek. Het zijn vooral huishoudens met een relatief laag inkomen, zoals werklozen, lager opgeleiden en mensen met een migratieachtergrond. Een deel van de kwetsbare huishoudens woont al in een relatief energiezuinige woning.

Mochten de energieprijzen hoog blijven en de overheid besluiten bepaalde groepen ook na dit jaar hiervoor te compenseren, is het belangrijk dat overheidssteun specifiek gericht wordt op de meest kwetsbare groepen die dit echt nodig hebben. Daarvoor moet wel tijdig begonnen worden met de nodige voorbereidingen zoals het mogelijk maken van de koppeling van inkomensgegevens en energierekeningen. Ook belangrijk: het huidige energieprijsplafond houdt niet alleen de lagere, maar ook de middeninkomens uit de wind. Door de overheidssteun voelen ze minder urgentie om op korte termijn hun woning te verduurzamen middels grote investeringen zoals zonnepanelen en warmtepompen.

Ontdek gerelateerde artikelen