Nijpend tekort aan woningen
Anouk en Cora zijn niet de enigen die geen woning kunnen vinden. De vraag is al langere tijd groter dan het aanbod. Meerdere factoren spelen een rol. Zoals - vrij simpel - de bevolkingsgroei, maar ook doordat huishoudens steeds kleiner worden. Het tekort aan woningen is momenteel zo’n 400.000.
Mismatch vraag en aanbod
Ook sluit de woningvoorraad niet overal aan op de behoefte. Het lukt bijvoorbeeld veel ouderen niet om door te stromen naar een kleinere, gelijkvloerse (huur)woning. Ze bewonen in hun eentje of met zijn tweeën een grote gezinswoning, waar andere krap behuisde gezinnen juist naarstig naar op zoek zijn. Uit onderzoek van DNB blijkt dat 1,8 miljoen huishoudens graag anders zou wonen. Jongeren willen vaak liever kopen, terwijl ouderen juist vaker zouden willen huren. Er moeten dus niet alleen veel huizen worden bijgebouwd; er moet ook worden nagedacht over welk type woningen op welke plekken het hardst nodig zijn.
Wat bepaalt hoeveel je kunt lenen?
Niet alleen hoeveel woningen er zijn, maar ook wat mensen ervoor kunnen betalen is van belang. Het bedrag dat mensen kunnen lenen voor een huis, noemen we de leencapaciteit. En die is belangrijk, want hoe meer mensen kunnen uitgeven aan een huis, hoe hoger de gemiddelde koopprijs wordt. En hoe hoger de prijzen, des te moeilijker voor starters om aan een huis te komen.
De leencapaciteit is dus een bepalende factor voor de huizenprijzen. We duiken er daarom wat dieper in.
Je leencapaciteit wordt door vijf factoren bepaald:
- Je salaris. Hoe hoger je salaris, hoe meer je mag lenen.
- De hypotheekrente. Die bepaalt hoe hoog het maandelijkse termijnbedrag wordt. Een hogere rente betekent dat je minder kunt lenen.
- De belasting op huizen. Die bepalen hoeveel je maandelijks overhoudt. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de hypotheekrenteaftrek.
- Leennormen. Die normen komen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, gebaseerd op advies van het Nibud, een overheidsinstantie die wil voorkomen dat mensen zich te diep in de schulden steken.
- De hoeveelheid eigen geld. Je spaargeld kan een behoorlijk verschil maken voor het kopen van een woning.
Hoe heeft de leencapaciteit zich de afgelopen tijd ontwikkeld?
Daarvoor kijken we eerst naar de hypotheekrente, die is sinds 2022 flink gestegen. Gemiddeld van 1,6% naar 4%. Een hogere rente betekent dat mensen minder kunnen lenen. Maar er waren meer ontwikkelingen.
De lonen zijn in 2023 flink gestegen en naar verwachting stijgen ze ook dit jaar fors. Dat zorgt ervoor dat mensen meer kunnen lenen voor de aanschaf van een woning. Door de loonstijging groeit de leencapaciteit, en dat compenseert het effect van de hogere rente.
Door dit alles bij elkaar gaan de huizenprijzen na een korte periode van daling, sinds de zomer van dit jaar weer omhoog. En zullen de prijzen de komende jaren licht stijgen, naar verwachting met 0,4% in 2024 en 2,0% in 2025. Fijn als je een woning bezit, maar voor starters wordt het hierdoor nog lastiger op de woningmarkt.