Dankwoord Klaas Knot in ontvangst name KVS preadviezen
De rentebeslissingen van de ECB zijn afhankelijk van drie criteria: de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de transmissie van het monetair beleid. Dat zei Klaas Knot vandaag bij de presentatie van de preadviezen van de Koninklijke Vereniging voor de Staathuishoudkunde. Knot nam de preadviezen in ontvangst en sprak daarbij over de toekomstige uitdagingen voor het monetaire beleid.
Gepubliceerd: 24 november 2023
© DNB
Datum: 24 November 2023
Spreker: Klaas Knot
Locatie: KVS, Amsterdam
Heel hartelijk dank. Ik heb nog even laten nagaan wat er in het Verdrag staat over het aannemen van adviezen over het monetaire beleid en hoe zich dat verhoudt tot de onafhankelijkheid van de ECB. Maar ik kan u geruststellen, het is volkomen legaal wat we doen. De strekking is: advies aannemen mag, zolang ik het maar niet opvolg.
Maar serieus: ik voel mij vandaag natuurlijk een rijk mens. Want als de beste economen van Nederland hun krachten bundelen om een grondig en veelzijdig advies te schrijven over precies jouw vakgebied, dan heb je het wel getroffen.
En alleen al de afgelopen pakweg 15 jaar hebben genoeg stof tot nadenken gegeven. Want laten we wel wezen: centrale banken, en zeker de ECB, zijn wel door een achtbaan gegaan. Eerst hadden we de mondiale financiële crisis, toen de Europese schuldencrisis. We kregen te maken met een pandemie die de economie in lockdown hield. En corona was nog nauwelijks achter de rug of er brak vlak voor onze deur een grote oorlog uit. En daarbovenop hebben we te maken met omvangrijke lange-termijn verschuivingen in de structuur van onze economie. Op dat laatste kom ik zo nog terug. Het opmerkelijke daarbij is dat het merendeels aanbodschokken zijn geweest waar we mee te maken hebben gehad. Daar waar centrale banken zich toch altijd beter geëquipeerd achten voor schokken aan de vraagzijde van de economie.
U weet natuurlijk hoe zich dit alles vertaalde in het inflatiebeeld. Jarenlang was de inflatie hardnekkig laag en de beleidsrente daalde naar zijn “effective lower bound”. Jaar na jaar voerde ik elke zes weken met mijn collega’s in de Governing Council een regendans op voor meer inflatie. Maar toen kwam dus corona en de oorlog in Oekraïne en kwam de inflatie opeens met bakken uit de lucht.
Natuurlijk hebben we in die achtbaan onze uiterste best gedaan om het monetaire karretje stabiel te houden.
Doorgaans heb je in een achtbaan vrij weinig beleidsopties, maar de schuldencrisis en de lage inflatie dwongen ons toch om op zoek naar nieuwe instrumenten om de deflatoire dynamiek tegen te gaan. Een uitdaging die we zijn aangegaan door verschillende onconventionele monetaire instrumenten in te zetten.
Deze instrumenten vormen nu een onderdeel van de gereedschapskist van de centrale bank. Ze bieden extra beleidsruimte wanneer de rentes zich op de ondergrens bevinden. Maar ze brengen ook hun eigen uitdagingen met zich mee in termen van verstoorde marktwerking en het onderdrukken van prijssignalen, en de inzet moet dan ook altijd getest worden op proportionaliteit door de baten af te wegen tegen de kosten.
Ja, en toen moesten we eind 2021 plots met ons karretje vol op de rem. Onconventionele maatregelen werden afgebouwd, en de ECB zette een historisch snelle verkrapping in. We hebben onze reactiefunctie zodanig opgezet dat het gericht is op de complexiteit en onzekerheid van het huidige landschap. Onze beslissingen zijn afhankelijk van drie criteria: de inflatievooruitzichten, de dynamiek van de onderliggende inflatie en de kracht van de transmissie van het monetair beleid. Beslissingen worden daarmee genomen op basis van de beste analyses en gegevens die op dat moment voorhanden zijn. En op basis van onze best mogelijke beoordeling van de snelheid en intensiteit van de monetaire transmissie.
En ook deze episode gaat weer nieuwe inzichten opleveren. Zoals inzichten in de effectiviteit en transmissie van onze beleidsreactie. Die zullen als input dienen voor de volgende herziening van onze monetaire strategie. Maar daarin gaan we natuurlijk ook vooruitkijken.
Zo betekent de normalisatie van het monetaire beleid een verkleining van de voetafdruk van de centrale banken in financiële markten, een herstel van de nu nog kunstmatig lage termijnpremies en een herprijzing van risico's. Wat betekent dit voor financiële markten? Hoe soepel zal dit proces verlopen?
Een andere belangrijke uitdaging voor het monetair beleid is de interactie met ander vormen van beleid. Het vermogen van de centrale bank om de prijzen stabiel te houden hangt mede af van financiële stabiliteit. De interactie tussen monetair en macro-prudentieel beleid heeft veel aandacht gekregen in het beleidsdebat. De ruimte voor interactie tussen deze beleidsvormen is groot, aangezien ze elkaar kunnen beïnvloeden en omdat ze gemeenschappelijke transmissiekanalen via het financiële systeem delen. Belangrijk is dat deze neveneffecten, die de twee categorieën beleidsinstrumenten op elkaar hebben, zowel via de banksector als via niet-bancaire financiële instellingen werken.
En dan hebben we de interactie tussen monetair en budgettair beleid. Het vraagt misschien wat veel van uw kennis van pretparken, maar het valt niet mee om het monetaire achtbaankarretje stabiel te houden als de budgettaire draaimolen intussen alle kanten op vliegt. Bedreigingen voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën verzwakken de effectiviteit van monetair beleid en kunnen leiden tot risico’s voor de financiële stabiliteit. Ook is een belangrijke vraag in hoever expansieve begrotingsmaatregelen in de laatste jaren bijgedragen hebben aan de huidige hoge inflatie.
Naast deze, meer onmiddellijke, uitdagingen, zijn er twee grote structurele veranderingen in de wereldeconomie die een diepe invloed gaan hebben op het monetaire beleid: klimaatverandering en digitalisering.
Klimaatverandering creëert nieuwe risico’s voor de financiële stabiliteit en de economie, en zal daarmee een factor van betekenis worden voor het monetaire beleid. En door de transitie naar een klimaatneutrale economie zal de structuur van onze economie ingrijpend veranderen. De gevolgen van die verandering voor bijvoorbeeld transmissiekanalen zullen we goed moeten begrijpen en volgen.
Een tweede structurele verandering is de toenemende rol van grote technologiebedrijven in de financiële dienstensector en de digitalisering van de financiële wereld. Die invloed hiervan reikt veel verder dan alleen de manier waarop we betalen. Het heeft ook invloed op, onder andere, het transmissiemechanisme waarmee het monetair beleid de economie beïnvloedt.
En tot slot hebben al deze uitdagingen belangrijke implicaties voor de manier waarop de centrale bank communiceert. Met markten, professionals, bedrijven en huishoudens. Hoe leggen we het normalisatieproces uit aan financiële markten zonder onnodige volatiliteit op deze markten te creëren? En hoe bereiken we het bredere publiek om onze rol uit te leggen bij het streven naar prijsstabiliteit en het ondersteunen van een transitie naar een duurzame economie?
Dit zijn vragen waarvoor frisse nieuwe inzichten en een blik van buiten voor mij en mijn collega’s zeer waardevol zijn. Ik ben al lang niet meer in de Efteling geweest, maar ik kan me zo voorstellen dat je de mensen die bij een achtbaan staan te kijken min of meer in twee categorieën kunt indelen. De eerste categorie denkt: ‘poeh, blij dat ik daar niet in zit’. En de tweede categorie denkt: ‘ik zou het wel weten, wanneer ben ik nou eindelijk eens aan de beurt’. Nou, ongeacht tot welke categorie u behoort, ik ben u zeer dankbaar voor uw advies. En ik wens u een plezierige en vruchtbare conferentie toe.
Ontdek gerelateerde artikelen
DNB maakt gebruik van cookies
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.