Zo lopen op dit moment de meeste betalingen. In de supermarkt, het restaurant, op de markt en overal waar je vroeger alleen maar met cash kon betalen. Ook de fooi reken je vaak met je pas of telefoon af.
Maar dat was niet altijd zo. Bepaald niet zelfs. Hiermee werd betaald [Afbeelding]. En hiermee [Afbeelding]. En kijk, ook hiermee [Afbeelding].
Vanaf hier was het een kleine stap naar muntgeld (maar een giant leap for mankind!). Dat kwam rond 1.000 voor Chr. voor het eerst in gebruik. Munten hadden vroeger ook echt een waarde. Bijvoorbeeld een gouden munt. Die had de waarde van dat goud. Intrinsieke waarde noemen we dat.
Weer vele jaren later, sinds de 17e eeuw op grote schaal, hebben we bedacht dat het eigenlijk veel makkelijker was om te betalen met iets dat een waarde vertegenwoordigt. Dat heet de nominale waarde.
Dit is 10 euro waard omdat we met zijn allen hebben afgesproken dat het 10 euro waard is. Het bankbiljet zelf, het katoen – onze bankbiljetten zijn van duurzaam katoen – is niet zoveel waard, een cent of zeven.
Vroeger kon je met een bankbiljet naar het gebouw van De Nederlandsche Bank toegaan en dat bankbiljet omruilen voor echte slot. Op zo’n biljet stond dan ook ‘De Nederlandsche Bank betaalt aan toonder’. Dus wie een biljet kon tonen bij DNB, kreeg daar gouden of zilveren guldenmunten voor.
Doordat mensen wisten dat ze een biljet altijd konden ruilen voor iets met echte waarde, hadden ze er vertrouwen in. Vertrouwen dat het biljet ook waarde had. Inmiddels is er zoveel vertrouwen dat we dat systeem van omruilen hebben losgelaten. Maar dat loslaten van ‘echte waarde’ kan alleen als er een centrale bank is die vertrouwd wordt.
Je hoort het al: vertrouwen is een groot goed bij geld. Vertrouwen dat het geld waarde behoudt, dat je het overal kunt uitgeven en bijvoorbeeld dat het echt is. Dat het veilig is en vlot werkt. Maar ook het vertrouwen dat we er allemaal zoveel mogelijk aan doen om te voorkomen dat geld wordt gebruikt om criminele activiteiten of terrorisme te financieren. Vertrouwen dus dat ons betalingsverkeer schoon is.
Zeker nu de ontwikkelingen rond betalen zo snel gaan, en geld eigenlijk steeds minder tastbaar wordt, wordt vertrouwen alleen maar belangrijker.
Rol DNB
Vertrouwen is ook waar wij in doen bij De Nederlandsche Bank. Wij spelen daarom ook graag een rol als het gaat om betalen. Met als doel dat mensen kunnen vertrouwen op ons betalingsverkeer. Dat is ook de reden dat we nu een college geven over betalen. De ontwikkelingen op het vlak van betalen gaan door de digitalisering sneller dan vroeger, en we lichten die graag toe.
Even kort over ons aandeel. Meest herkenbare taak die wij hebben is de uitgifte van bankbiljetten. Dat doen we als onderdeel van het zogenaamde ‘eurosysteem’. Dat zijn alle centrale banken van de eurolanden en de ECB samen. En veel gebeurt op de achtergrond. De banken zelf regelen bijvoorbeeld onderling alle overboekingen. En wij houden toezicht op alle partijen die in het betalingsverkeer actief zijn, denk aan het filmpje van de betaling. Dan kijken we bijvoorbeeld of die partijen opgewassen zijn tegen hacks, soms door ze zelf uit te voeren als test om van te leren. Anne-Clarine weet hier alles van, kun je haar dus zo alles over vragen.
En verder zoeken we voortdurend hoe betalingsverkeer nog beter kan. Toegankelijker. Veiliger. En gemakkelijker. Dat doen we samen met allerlei partijen die met betalen te maken hebben. Dat zijn niet alleen banken, maar bijvoorbeeld winkels, ondernemers en natuurlijk consumentenorganisaties en belangengroepen voor bijvoorbeeld ouderen en slechtzienden. Allemaal partijen die vanuit een bepaald belang met ons betalingsverkeer bezig zijn.
En dat moet ook, want er komen voortdurend nieuwe ideeën bij. Nederland heeft een goede reputatie op het gebied van financiële technologie, fintech. Veel van die fintechs zijn actief in het betalingsverkeer, en sommige zijn inmiddels heel groot en wereldspeler.
Cash
Terug naar geld. Ik was gebleven bij bankbiljetten. Cash geld. Wie van jullie betaalt nog wel eens met een bankbiljet? Vingers.
In 2012 was 59 procent van onze betalingen aan de kassa nog met cash geld. Dat is dus 10 jaar geleden, nog niet eens zo heel ver weg. In 2015 kwam het kantelpunt. Toen was de helft van de betalingen elektronisch. En in 2022 was dit aantal al 80 procent.
Als je dit ziet, zou je kunnen denken, ‘mooi, binnenkort geen cash meer nodig, dat onhandige gedoe met dat papier en die muntjes. Wel zo veilig ook’. Maar dat gaat mij iets te snel. Waarom vinden wij contant geld toch zo belangrijk? Twee redenen.
Ten eerste omdat contant geld voor veel mensen nog een echt belangrijke rol vervult. Zoals mensen die moeite hebben met de digitalisering of mensen die het makkelijker vinden om zich aan een vast budget te houden door dat bedrag contant te pinnen. Of mensen die cash gebruiken vanuit privacyoverwegingen.
En ten tweede, voor een centrale bankier zoals ik, is het heel belangrijk dat er altijd een publieke geldvoorziening blijft. Cash is publiek geld. Laat het me toelichten:
Er zijn twee soorten geld. Privaat geld en publiek geld. Publiek geld is het geld dat je kunt vasthouden, de bankbiljetten die zijn uitgegeven door de centrale bank. Privaat geld ken je ook, hoewel je je misschien niet altijd bewust bent dat we dat zo noemen.
Als je op de app kijkt van jouw bank, dan zie je daar jouw saldo staan. Dat geld, dat noemen we privaat geld. Het is het geld dat op je bankrekening staat. Ook bij dit geld speelt vertrouwen weer een grote rol. Bij de bank ligt het geld dat je op je rekening hebt staan, namelijk niet fysiek in een kluis, te wachten totdat jij het weer opneemt. Wat je eigenlijk hebt is een vordering op de bank. Dus eigenlijk een afspraak met de bank. Die haalt iets van jouw saldo af als je iets betaalt, en telt er iets bij op als je bijvoorbeeld je salaris ontvangt.
Je gaat ervan uit dat je altijd kunt beschikken over jouw geld. Heel concreet: wil je die vordering op de bank kunnen omzetten in echt geld, in bankbiljetten. Dat doe je bijvoorbeeld als je geld opneemt bij de Geldmaat.
Privaat geld moet altijd inwisselbaar zijn voor publiek geld, vinden wij, voor cash geld dus. Je ziet ook dat mensen in tijden van onrust cash geld willen aanhouden. Zelfs in Zweden, bij uitstek een gedigitaliseerd land, nam het aantal geldopnames na de inval van Rusland in Oekraïne, sterk toe.
Dat je kennis hebt van de verschillen tussen privaat en publiek geld is belangrijk, voor als we het straks gaan hebben over de digitale euro.
Crypto’s
Zijn er naast cash en elektronisch geld dan nog alternatieven? Eentje die wel eens genoemd wordt is de crypto.
Ik denk eerlijk gezegd dat dat niet zo’n vaart zal lopen. Vanuit de cryptomarkt wordt de verwachting gewekt dat crypto’s als geld kunnen functioneren. Maar in de praktijk werkt dat niet goed. Wij zien crypto’s dan ook niet als geld. Daarvoor missen ze een aantal belangrijke eigenschappen. Je kunt er bijna nergens mee betalen, en – misschien wel het belangrijkste – ze hebben niet bepaald een stabiele koers. Jullie kennen vast ook de voorbeelden van grote koerswijzigingen, waarbij het niet altijd omhoog gaat. Het is dus best onhandig, als je de ene keer een totaal ander bedrag moet afrekenen voor je boodschappen dan de andere keer, je weet dus eigenlijk nooit goed wat je munt waard is.
Wellicht zitten jullie zelf in crypto’s. Grote kans, want meer dan twee miljoen Nederlanders hebben er geld in gestoken. Vraag aan jullie is dan ook: heb je dit gedaan omdat je een toekomst ziet van crypto’s als vervanger van geld, of omdat je het vooral ziet als een manier om geld mee te verdienen?
Wat ik ook belangrijk vind om te noemen, er is nauwelijks toezicht op partijen die crypto’s aanbieden en er is ook geen enkele bescherming als zo’n partij om wat voor reden dan ook omvalt. Dan ben je dus gewoon alles kwijt. Het enige waar toezicht op wordt gehouden is of crypto’s niet gebruikt worden om criminaliteit mee te financieren. Er komen naar verwachting Europese regels die het toezicht op crypto’s aanscherpen. Maar crypto’s zie ik dan nog steeds niet uitgroeien tot een alternatief voor cash en elektronisch geld.
Stablecoins
Een alternatief voor crypto’s waar ik meer verwachtingen van heb, zijn stablecoins. Dat zijn crypto’s die wel een onderliggende waarde hebben. Vaak is dit een bestaande munt zoals een dollar of een euro. Maar soms ook een pakket met aandelen of iets anders dat waarde heeft. Omdat die crypto’s gedekt zijn door echte waarde, zullen de koersen hiervan meer aansluiten op die onderliggende waarde. En dat maakt dat die koers een stuk stabieler is. Dit lijkt wel een beetje op wat ik eerder zei over dat je bankbiljetten vroeger kon inwisselen voor iets van echte waarde.
Voor veel mensen ging de stablecoin leven toen Facebook een paar jaar geleden met het idee van een stablecoin kwam, de Libra, die later Diem genoemd werd. Dat zou een munt zijn die op het platform van Facebook gebruikt kon worden. En omdat daar meer dan 2 miljard mensen op zitten, zou dat veel potentie hebben. Het idee was dat de munt gedekt zou worden door Facebook.
De Diem is inmiddels een stille dood gestorven. Maar ik verwacht dat er in de toekomst wel degelijk succesvolle stablecoins gaan komen. Stabiele crypto’s die echt dienst kunnen doen als betaalmiddel. Maar net als bij crypto’s zitten er ook gevaren aan stablecoins. Het is nu een paar keer gebleken dat de dekking van deze coins toch niet zo stable was.
Er is ook eigenlijk geen controle en toezicht. Een goede toezichthouder zou bijvoorbeeld vragen wat de onderliggende waarde precies is en hoe stabiel die is.
Dit moet dus eerst goed geregeld worden voordat dit een echt serieus betaalmiddel kan gaan worden. En daar zijn we nu ook mee bezig.
Recap
Even een kleine recap. We hebben cash behandeld, de afname ervan en wat dat betekent voor mensen die moeite hebben met betalen. Ik heb het over crypto’s gehad en dat die volgens mij uiteindelijk niet gaan vliegen als betaalmiddel. Maar dat er in het verlengde wel potentie zit in stablecoins.
Digitale euro
En zo kom ik vanzelf bij misschien wel een van de belangrijkste ontwikkelingen op het gebied van betalen van dit moment: digitaal centralebankgeld. Op verschillende plekken in de wereld wordt hiernaar gekeken. Voor ons gaat het om de digitale euro.
Wat dat is? Nou, eigenlijk gewoon een bankbiljet in een digitaal jasje. Dat klinkt simpel en dat is het eigenlijk ook wel, behalve dat er een hele wereld achter schuil gaat. Ik ga dat proberen uit te leggen.
En dan begin ik met de vraag: waarom een digitale euro?
Eerder had ik het over de snelle afname van het gebruik van cash geld, het enige publieke geld dat we op dit moment kennen. Daartegenover staat een even snelle toename van het gebruik van privaat geld, het geld dat we met onze pinpas of online uitgeven.
Centrale bankiers zien met zorg dat privaat geld het gebruik van cash geld - het publieke geld dus - naar de achtergrond drukt. Wij vinden dat er altijd een alternatief moet zijn om te betalen met publiek geld. Ook als het aantal gebruikers van cash afneemt door de digitalisering. Daarom willen we graag dat het bankbiljet mee gaat met zijn tijd en óók beschikbaar komt in een digitale jas.
Waarom vinden we een alternatief belangrijk? Het helpt om publieke belangen te kunnen bewaken. Bijvoorbeeld dat iedereen toegang heeft tot het betalingsverkeer, en dat het betaalbaar en betrouwbaar blijft. Onafhankelijkheid speelt ook een rol. Dankzij publiek geld naast private betaalopties kun je voorkomen dat grote internationale partijen hun positie zouden kunnen misbruiken in de betaalmarkt. De snelle opkomst van Apple en Google in de betaalwereld laat zien dat enkele partijen, zeker partijen van buiten de EU, snel heel dominant kunnen worden. En ook bij het online betalen, als je bijvoorbeeld iets in een webwinkel koopt, kan dit dat nu alleen met privaat geld, en zou het goed zijn als hier ook betaald kan worden met publiek geld. Zodat mensen altijd een keuze hebben.
Ook na dit verhaal snap ik best dat je denkt: ‘so what, ik betaal prima met mijn smartphone of mijn bankpas’. En zeker in Nederland, waar betalen zo goed is geregeld. Wij kijken bij DNB ook iets meer naar de langetermijnontwikkelingen en vanuit het systeem en de maatschappij als geheel. En vanuit dat perspectief denken we dat we een digitale euro in de toekomst best wel eens nodig zouden kunnen hebben.
Want betalen is voor ons net als water- of stroomvoorziening. Zo vanzelfsprekend als stroom uit het stopcontact komt en water uit de kraan, zo vanzelfsprekend is het dat je veilig en makkelijk kunt betalen. En net als bij water of elektriciteit geldt dat ook op de betaalmarkt voldoende onafhankelijke en autonome dienstverlening gegarandeerd moet zijn, met bovendien gezonde concurrentieverhoudingen en genoeg ruimte voor innovatie. En daarbij moeten we niet alleen aangewezen willen zijn op een paar grote niet-Europese partijen. Een digitale vorm van cash – dus publiek geld naast privaat geld - draagt daaraan bij.
Nu vraag je misschien af, wanneer kan ik met die digitale euro betalen? De digitale euro is een groot Europees project, dat heel zorgvuldig wordt uitgedacht. Dat kost tijd, we kunnen er morgen dus nog niet mee betalen. Over het wanneer en hoe de digitale euro eruit moet komen te zien, wordt nu hard over nagedacht. In Frankfurt bij de ECB, in Nederland, bij DNB. Maar ook in Den Haag en Brussel, in ons parlement en het Europese parlement. Ik ben heel blij met de bemoeienis van politici met dit product. Als onafhankelijke, maar ongekozen Nederlandse en Europese centrale bankiers kunnen we van alles willen en vinden, maar gekozen politici hebben hier ook een belangrijke rol te spelen. Dat past ook in een democratische rechtstaat. Met name in Nederland zie je dat de discussie rond de digitale euro steeds meer begint op te laaien en geloof me, daar ben ik heel blij mee.
Wel zie je ook hier - net als bij andere grote ontwikkelingen die veel mensen raken - dat een deel van de discussie in de complothoek is gekomen. In de ogen van de aanhangers van deze theorieën zou digitaal centralebankgeld een geheim plan zijn waarmee de overheid inzicht krijgt in alle betalingen van alle Nederlanders. En sterker nog, de overheid zou de digitale euro programmeren, en er zo voor zorgen dat die niet uitgegeven kan worden aan bijvoorbeeld vlees of alcohol en alleen aan producten waarvan de overheid wil dat we die willen kopen.
Ik juich een kritische houding graag toe, maar zo’n verhaal over met geld burgers willen sturen is echt nergens op gebaseerd. Dat gaat niet gebeuren. Publiek geld is altijd neutraal. En 1-op-1 inwisselbaar met privaat geld. Het zou ook een schending zijn van de privacy van mensen. Die is gelukkig in Europa zeer goed beschermd en het staat dan ook logischerwijze bovenaan alle lijstjes van voorwaarden waar een digitale euro aan moet voldoen. Dat staat buiten kijf.
Slot
Als het goed is, dat hoop ik in ieder geval, horen jullie dat alles wat ik hiervoor allemaal heb gezegd over cash, crypto, stablecoin, toegankelijkheid terugkomt in wat ik nu vertel over de digitale euro. Eigenlijk is de digitale euro een soort voorlopig eindpunt van allerlei ontwikkelingen op het gebied van betalen. Maar ook een beginpunt, omdat nieuwe geld weer allerlei nieuwe vragen oproept.
Vandaag wilde ik jullie graag meenemen in de ontwikkelingen. Als je de ontwikkeling interessant vindt en erover wil meepraten: binnenkort organiseren we een bijeenkomst waarin we je uitnodigen jouw gedachten over de ontwikkelingen in het betalen met ons te delen.
Maar mogelijk hebben jullie nu al heel veel vragen. Gelukkig hebben we daar veel ruimte voor.