Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Risico’s in de financiële sector

Speech

Gepubliceerd: 10 mei 2023

Portret Olaf Sleijpen en Steven Maijoor

De afgelopen maanden is het onrustiger in de financiële sector. In de Verenigde Staten ging een aantal regionale banken onderuit,  het Zwitserse Credit Suisse moest worden overgenomen door UBS. Hoe staan de Nederlandse banken ervoor en welke lessen kunnen we hieruit trekken? Op die vragen en meer gaven Olaf Sleijpen en Steven Maijoor antwoord in een technische briefing in de Tweede Kamer voor leden van de vaste commissie Financiën.

Olaf Sleijpen

Bedankt voor de uitnodiging om hier te spreken. Mijn collega Steven Maijoor en ik zullen een korte inleiding geven als aftrap, met daarna alle ruimte om in gesprek te gaan. Ik zal daarbij ingaan op de belangrijkste risico’s voor de financiële stabiliteit op dit moment, Steven zal vervolgens kort ingaan op het toezicht op Nederlandse banken en de eerste lessen die we kunnen trekken uit de recente onrust.

Het zal u niet ontgaan zijn dat de onrust op financiële markten de laatste maanden verhoogd is. In de Verenigde Staten zijn meerdere regionale banken ten onder gegaan en dichterbij huis hebben we de gedwongen overname van Credit Suisse door UBS gezien. Door de onrust die ontstond ligt de bankensector al enige tijd onder het vergrootglas. Tot nu toe heeft de stress zich echter niet verder verspreid door het financiële systeem. Daarnaast wil ik benadrukken dat financiële markten nog steeds goed functioneren en dat het financiële systeem opnieuw (na eerdere schokken tijdens corona) weerbaar is gebleken.

Allereerst: in wat voor omgeving is deze onrust ontstaan? Wie naar de huidige rentestanden kijkt zou bijna vergeten dat we nog niet zo lang geleden in een low for long omgeving zaten. Eind 2021 was de 10-jaars rente op Nederlands staatspapier bijvoorbeeld nog negatief.  Nu bedraagt deze 2,7 procent. Een vergelijkbaar beeld zien we in de Verenigde Staten. De grote game changer was de snelle oploop van de inflatie. Hierdoor hebben zowel de Amerikaanse centrale bank alsook de ECB, net als veel andere centrale banken, in relatief zeer korte tijd de aankoopprogramma’s versneld afgebouwd en de rente fors moeten verhogen, in het eurogebied met inmiddels 3,75 procentpunten. Het plaatje laat zien dat de inflatie in de eurozone reeds aan het dalen is, maar dat dit niet geldt voor de kerninflatie, waar energie en voeding niet in zijn opgenomen. Hierdoor blijft het inflatiebeeld zorgelijk. En zolang de kerninflatie te lang te hoog blijft, zal de ECB verdere stappen moeten nemen. In het kielzog van de beleidsrente van de ECB zijn logischerwijs ook de marktrentes fors opgelopen.

Inflatie eurozone is hardnekkig

Inflatie Eurozone Is Hardnekkig

Financiële condities fors verkrapt

Financiële condities fors verkrapt

De transitie vanuit een lage rente omgeving naar hoge inflatie en stijgende rente zorgt voor risico’s. Laat ik er drie noemen.

In de eerste plaats, is de snelheid waarmee rentes oplopen een risico voor financiële stabiliteit. Dat is ook wat we de afgelopen m aanden hebben gezien. Hogere rentes zijn in de regel juist goed voor financiële instellingen, bijvoorbeeld voor de rentemarge van banken. Maar het pad waarlangs de rente stijgt, kan voor schokken zorgen. Door de stijgende rente verliezen financiële activa namelijk een deel van hun marktwaarde. Financiële instellingen moeten zich in korte tijd weer instellen op een wereld met positieve rentevoeten. In plaats van een omgeving waarin geld lange tijd gratis was. Dit laatste maakte het voor financiële instellingen makkelijk om middelen aan te trekken, die soms risicovol werden uitgezet om toch een redelijk rendement te verdienen.

Een tweede belangrijke kwetsbaarheid komt voort uit de hoge schuldenposities die overheden, bedrijven en huishoudens hebben opgebouwd. De schuldquote van bedrijven en overheden in het eurogebied bedraagt momenteel respectievelijk 75 en 92 procent. Met name de overheidsschulden zijn tijdens de coronacrisis blijvend gestegen. In een lage-rente-omgeving doen deze schulden niet zo veel pijn. Maar wanneer de rente-uitgaven stijgen, wat nu het geval is, kan dit tot problemen leiden. En dit kan weer een negatieve uitwerking hebben op de economie of op financiële instellingen. Zij hebben die bedrijven en overheden immers gefinancierd.

Tenslotte kan op financiële markten de volatiliteit gemakkelijk weer terug keren. Beleggers zijn tot nu toe erg optimistisch over de inflatie en verwachten dat de inflatie al eind volgend jaar terug is bij de doelstelling van 2 procent. Voor volgend jaar prijzen financiële markten zelfs al weer rentedalingen in. Als financiële markten deze verwachting moeten bijstellen, en dat is niet onwaarschijnlijk, kan dit leiden tot nieuwe correcties.

Dat deze risico’s zich nu manifesteren, komt niet helemaal als een verrassing. Tot voor kort werd vooral gekeken naar niet-bancaire financiële instellingen, omdat we hier minder van weten en het toezicht op deze instellingen niet zo fors is aangescherpt als voor banken, na de financiële crisis. Recentelijk liggen echter vooral de banken weer onder het vergrootglas. Nieuwe incidenten in de financiële sector zijn niet uit te sluiten. Instellingen bevinden zich midden in het aanpassingsproces, en de rente heeft – zeker in het eurogebied – de piek nog niet bereikt. Belangrijk is dat deze incidenten tijdig worden beheerst en niet tot besmettingseffecten leiden in de rest van de financiële sector.

Op dit punt geef het ik stokje over aan collega Steven Maijoor, die kort zal ingaan op de bankensector.

Steven Maijoor

Bedankt voor de uitnodiging om hier te spreken over de risico’s in de financiële sector. Zoals gezegd ga ik verder met een toelichting over het toezicht op Nederlandse banken. Ook kunnen we uit de recente onrust een aantal lessen trekken voor prudentieel beleid.

Sinds de financiële crisis van 2008 zijn er grote hervormingen geweest in de financiële regelgeving en in het toezicht. Het voornaamste verschil met toen is dat banken tegenwoordig veel hogere buffers aan moeten houden, zowel op het gebied van kapitaal als liquiditeit. Verschillende maatstaven vullen elkaar daarbij aan. Naast de risico gewogen kapitaalvereisten is er een limiet op de hefboom van een bank (of leverage ratio); er zijn limieten op grote blootstellingen aan één partij en er zijn twee vereisten voor liquiditeit bijgekomen. Deze maatstaven hebben de bankensector stabieler en weerbaarder gemaakt en geven de toezichthouder en marktpartijen een beter zicht op hoe banken ervoor staan.

Ook het toezicht is veranderd. Het toezicht op Europese banken is in de afgelopen 15 jaar geharmoniseerd en gestandaardiseerd. Significante Nederlandse banken vallen direct onder het toezicht van de ECB. Toezichthouders hebben de mogelijkheid om aanvullende kapitaaleisen of andere verplichtingen op te leggen voor risico’s die niet voldoende worden afgedekt door de minimumvereisten. Er worden regelmatig stress testen uitgevoerd om de weerbaarheid van banken in kaart te brengen en maatregelen te nemen.

Dit roept de vraag op hoe banken in de Verenigde Staten en in Zwitserland recent in de problemen zijn gekomen. Ik wil benadrukken dat deze gevallen voor een groot deel op zichzelf staan. Mismanagement van risico’s en slecht bestuur speelden hierbij een grote rol. Deze recente casussen onderstrepen het belang van de hervormingen en goed toezicht. In de VS zijn deze strengere, internationaal bepaalde regels alleen van toepassing op de allergrootste banken, en niet van toepassing op andere banken -  die overigens nog steeds groot zijn naar Europese maatstaven. Wat ook opvalt zijn de specifieke karakteristieken van de banken die in de problemen zijn gekomen. Bij SVB was er sprake van een hele snelle groei, een grote afhankelijkheid van ongedekte deposito’s en marktfinanciering en – vooral - een mismanagement van renterisico. Credit Suisse zat al langere tijd in zwaar weer door lage winstgevendheid en betrokkenheid bij verschillende schandalen.

Deze specifieke karakteristieken gelden niet voor Nederlandse banken. Nederlandse banken zijn goed gekapitaliseerd, hebben voldoende liquiditeit en zijn winstgevend. De regels waaraan kleinere NL-banken moeten voldoen zijn daarnaast vergelijkbaar met die van grotere banken. Ik weet natuurlijk niet wat ik niet weet, maar de oorzaken die ten grondslag liggen aan de problemen bij Credit Suisse en de regionale banken in de VS doen zich in Nederland niet voor. Het is van belang om te evalueren of de recente gebeurtenissen aanleiding zijn om de internationale Bazelse afspraken op bepaalde gebieden aan te passen. In samenwerking met Europese en internationale toezichthouders evalueert DNB komende tijd grondig in welke mate de gemaakte afspraken aanpassing behoeven.

De belangrijkste les van de recente onrust is dat we niet mogen verslappen in de regelgeving en het toezicht op banken, doordat herinneringen aan de financiële crisis van 2008 langzaam vervagen. Als toezichthouders doen de ECB en DNB dit door streng doorlopend toezicht, het actief monitoren van risico’s, stresstesten en het opleggen van maatregelen. Ook de wetgever heeft hierin een belangrijke rol. De huidige situatie benadrukt het belang van stevige regels voor een weerbare bankensector. Ik herhaal daarom onze oproep aan Brussel om de mondiale afspraken over de versterking van de kapitaalpositie van banken, zoals die zijn vervat in het zogeheten Bazel 3 akkoord, zo tijdig en volledig mogelijk in Europa te implementeren.

CET1 ratio van grootbanken -  per land, 2022Q4

CET1 ratio van grootbanken -  per land, 2022Q4

Toename Tier 1 kapitaalvereiste gedurende de transitieperiode voor SSM (in %)

Toename Tier 1 kapitaalvereiste gedurende de transitieperiode voor SSM (in %)

t.o.v. totale kapitaalvereiste 2021Q4

Ontdek gerelateerde artikelen