Datum: 9 april 2024
Spreker: Klaas Knot
Locatie: Pensioenseminar
Veel dank. Goed dat u allemaal gekomen bent. Want zoals u weet, staat er nogal wat op het spel voor de pensioensector de komende jaren. We zijn begonnen met de grootste financiële operatie in de geschiedenis van ons pensioenstelsel: het invaren van potentieel 1500 miljard euro in het nieuwe stelsel. En onder ‘wij’ versta ik u, de pensioenfondsen, de sociale partners, de pensioenuitvoerders en AFM en DNB, de toezichthouders. Wij gezamenlijk. Ik weet dat er onder sommigen van u zorgen leven of we de pensioentransitie wel ordelijk en op tijd kunnen afronden. En het huidige politieke klimaat helpt ook niet helemaal om die zorgen weg te nemen. Laat ik daarom alvast dit zeggen: er is geen haar op mijn hoofd – en ondanks het voortschrijden van de jaren zijn er toch nog wel een paar over – er is geen haar op mijn hoofd die eraan twijfelt dat het ons gaat lukken. Ik ga u straks vertellen waarom.
Maar eerst de basis. Nederland heeft nog steeds het beste pensioenstelsel ter wereld. Dat blijkt keer op keer uit internationale vergelijkingen. Zo heeft Mercer het Nederlandse pensioenstelsel vorig jaar opnieuw op de eerste plek gezet. Een stelsel dat een pensioenvermogen beheert van anderhalf maal de omvang van onze economie; een stelsel dat gedragen wordt door werkgevers en werknemers; een stelsel dat verplicht is voor alle werknemers, dat een collectieve uitvoering en collectief beleggingsbeleid kent; zo’n stelsel zie je niet veel in de wereld. En misschien wel nergens. Goed om daar weer even bij stil te staan. We hebben echt iets bijzonders hier in Nederland.
Goed, dat is de basis. Een argeloze toehoorder zou dan natuurlijk gelijk de vraag stellen: als het allemaal zo geweldig is, waarom moet dan de hele boel op de schop? En dat is ook een vraag die je wel wat vaker lijkt te horen, nu het volle besef van de omvang van de transitie begint in te dalen. “Het was toch goed genoeg zoals het was?”, klinkt het dan. Maar dat is naar mijn overtuiging een valse nostalgie. Een nostalgie naar een tijd die nooit geweest is.
U weet dat natuurlijk als geen ander, maar laat ik voor de buitenwacht toch het geheugen nog even opfrissen. Pensioenfondsen die hun toezeggingen niet kunnen waarmaken. Die moeten korten. Die soms een decennium lang niet konden indexeren. Boze deelnemers, die geen vertrouwen meer hebben dat hun fonds het pensioen zal leveren dat hun is beloofd. Die überhaupt geen vertrouwen meer hebben in het pensioenstelsel. De eindeloze discussies rond de rekenrente. Begrijpelijk want de rekenrente ziet op de verdeling tussen jong en oud. De doorsneepremie, waardoor een werknemer die halverwege zijn carrière besluit om als zelfstandige aan de slag te gaan, per saldo tot dat moment te veel premie heeft ingelegd. Een stelsel dat niet meer is toegesneden op de arbeidsmarkt van vandaag, waar een miljoen zzp-ers buiten het stelsel vallen. Kortom, een stelsel dat duidelijk aan onderhoud toe is.
Dat wat ons stelsel het beste in de wereld maakt, dat willen we behouden. Een kapitaaldekkingsstelsel, in aanvulling op de AOW, waarin de mensen in Nederland kunnen sparen voor hun oude dag. Maar om het stelsel te kunnen behouden, moeten we het moderniseren. En de stelselherziening doet precies dat. Ik ben, en DNB is, van mening dat het nieuwe stelsel een goed antwoord vormt op de tekortkomingen waar we nu tegenaan lopen en goed is toegerust voor de uitdagingen van deze tijd.
En laat ik die voordelen van het nieuwe stelsel ook maar weer even noemen.
In het nieuwe stelsel stemmen pensioenfondsen het beleggingsbeleid af op de risicohoudingen van de verschillende generaties. Hierdoor sluiten de risico’s waar jongeren en ouderen aan blootstaan beter aan bij de risico’s die zij willen en kunnen nemen. Daarnaast hoeft het renterisico van jongeren niet langer onbedoeld bij ouderen terecht te komen. Door niet langer pensioenaanspraken toe te zeggen, hebben pensioenfondsen bovendien geen rekenrente meer nodig om pensioenaanspraken te waarderen. En dus ook niet de mogelijkheid om aan de renteknop te draaien. Hierdoor verdwijnt een belangrijke bron van spanning tussen de generaties. Ook wordt de doorsneesystematiek afgeschaft. Daardoor verdwijnt het effect dat als je uit het stelsel stapt je teveel premie hebt betaald, en als je op latere leeftijd instapt te weinig premie hebt ingelegd. Hierdoor sluit het stelsel beter aan op de arbeidsmarkt van vandaag. Tegelijkertijd blijven de sterke punten van het huidige pensioenstelsel behouden, waaronder de verplichtstelling, de collectieve uitvoering en het collectieve beleggingsbeleid.
En laten we ook niet vergeten hoe bijzonder het is dat er na jaren onderhandelen eindelijk een wet is die breed gedragen wordt, door sociale partners, fondsbestuurders en toezichthouders.
Echt een belangrijke en noodzakelijke verbetering dus. Daarom staan wij als DNB vierkant achter de nieuwe pensioenwet en achter de transitie naar het nieuwe stelsel. Uiteraard heeft elk nieuw kabinet en heeft elke nieuwe Tweede Kamer het recht om iets anders te vinden dan zijn voorgangers. Maar de urgente uitdagingen waar het Nederlandse pensioenstelsel voor staat, verdwijnen daarmee niet. Als antwoord op die uitdagingen ligt er nu, na meer dan 12 jaar onderhandelen, een nieuwe pensioenwet. Een wet die comfortabele meerderheden heeft gehaald in de Tweede en de Eerste Kamer. En laten we eerlijk zijn tegen elkaar: je kunt misschien nog andere accenten leggen, maar het is nauwelijks een optie om zo’n traject helemaal opnieuw te beginnen. En daarmee ga ik er maar van uit dat in ieder geval de kern van deze wet gewoon staat.
Wat ons nu te doen staat is helder: invulling geven aan de wet door een contract vorm te geven dat past bij de deelnemers en te zorgen voor een gecontroleerde oversteek.
En laat ik hier duidelijk over zijn: het is niet mis waar u als pensioenfondsbestuurder voor staat. Het is een ingrijpende en omvangrijke operatie die raakt aan alle kernprocessen van een fonds. Ga maar na. De wijze van administreren wijzigt, de koppeling tussen pensioen en vermogensbeheer wijzigt, de manier van communiceren wordt anders en het belang van datakwaliteit is nog groter geworden. Er liggen grote beslissingen op uw bord. We gaan het collectieve vermogen opdelen in persoonlijk vermogen. Dat vraagt om beslissingen die een onomkeerbaar karakter hebben. En waarbij uw achterban er vanuit gaat dat u tot een beheerste en evenwichtige transitie komt.
Een ingrijpende en omvangrijke operatie dus. Daar kun je op twee manieren tegenaan kijken. De eerste is kort en ook een beetje flauw. Er is een nieuwe pensioenwet, en het is onze wettelijke taak om die met zijn allen zo goed mogelijk uit te voeren. Maar er is ook een andere manier om er tegenaan te kijken. Hoe mooi is het dat we in dit land, waar fragmentatie en polarisatie soms hoogtij lijken te vieren, een dergelijk gezamenlijk groot project ondernemen? Een operatie die de verschillende verantwoordlijkheden en belangen van de betrokkenen ontstijgt en die laat zien dat Nederland polderland verre van vastgelopen is, dat we nog steeds in gezamenlijkheid tot grote hervormingen in staat zijn. Hervormingen die de na-oorlogse sociale-zekerheidswetten in herinnering roepen. Deze transitie ontstijgt ons aller verantwoordelijkheid – maar laten wij dan ook zelf onze eigen verantwoordelijkheid ontstijgen en hier in gezamenlijkheid iets prachtigs van maken.
Maar er is nog iets. Ik ben zelf ook in het pensioentoezicht actief geweest. Ik ben getuige geweest van de professionalisering die de pensioensector heeft doorgemaakt. Met de wet versterking bestuur pensioenfondsen. Met IORP II. Er zijn nu sleutelfunctiehouders die opinies afgeven. Er is voor de meeste fondsen een Raad van Toezicht. Kennis en kunde zijn toegenomen. En dat is ook noodzakelijk. Want de buitenwereld is complexer geworden. En dan doel ik niet alleen op deze transitie, maar ook op ontwikkelingen zoals bijvoorbeeld cyberrisico of maatschappelijk verantwoord beleggen. Maak dus ook goed gebruik van deze versterking van de governance en van de kennis en kunde die aanwezig is. Organiseer een kritisch tegengeluid. En motiveer wat je daar mee doet. Goed vastleggen, zodat je het straks kunt uitleggen. Zodoende worden de belangen van deelnemers, slapers en gepensioneerden beter gediend. Beter dienen betekent dat de besluiten ook beter uitlegbaar zijn aan alle belanghebbenden. Het goed meenemen van alle belanghebbenden in deze transitie is een belangrijke bouwsteen voor het slagen van de transitie.
Inmiddels hebben we de eerste invaarmeldingen en verzoeken voor partiële beoordelingen binnen. Dat betekent dat de transitie naar het nieuwe stelsel nu echt begonnen is. Veel mensen hebben daar enorm hard aan gewerkt. Dit stelt ons in staat om praktijkervaring op te doen en van elkaar te leren.
We willen met zijn allen een soepele transitie. Daarom moet het helder zijn wat we van elkaar kunnen verwachten. Hoe meer overleg en contact er tussen ons is aan de voorkant, hoe minder we achteraf hoeven te repareren.
Daarom zetten we volop in op de dialoog met u. We hebben uitgebreide guidance gepubliceerd, we hebben sinds de startdatum van de wet acht ronde tafels georganiseerd, we verzorgen nieuwsbrieven, Q&A’s. We organiseren seminars en we laten u zelfs naar mijn speeches luisteren! Straks in de break-out sessies kunnen we veel van elkaar leren over alle aspecten die bij de transitie komen kijken. Dus ik wil u vooral aansporen om uw geluid te laten horen. En tijdens de afsluitende paneldiscussie met het platform pensioentransitie dat daarop volgt is er nog meer ruimte voor gesprek en dialoog. U krijgt zoveel dialoog; als deze transitie achter de rug is kunt u ons allicht niet meer zien of horen (of misschien al eerder).
Naar aanleiding van de eerste invaarmeldingen zijn we in gesprek gegaan met alle fondsen die een dossier hebben ingediend. Het doel hiervan was om beter te begrijpen welke stappen een fonds doorloopt gedurende de voorbereidingen van de invaarmelding, en om te zien wat wij kunnen leren van hoe fondsen het invaarproces ervaren. Ook wilden we kijken hoe we er gezamenlijk voor kunnen zorgen dat er complete dossiers worden aangeleverd, zodat we zo snel mogelijk met de beoordeling kunnen beginnen. Ik zal hier niet ingaan op de details, Hans de Boer – ons ‘hoofd invaarbesluiten’ – heeft u er drie weken geleden al uitvoerig over bijgepraat.
Maar er is één ding dat ik wel specifiek wil noemen, en dat is hoe belangrijk het is dat u een kwaliteitsborging inricht voor het indienen van de invaarmelding. Daarmee verkleint u de kans dat bepaalde documenten nog ontbreken of dat er nog processtappen missen. Wat bedoelen we met een kwaliteitsborging? Daarmee bedoelen we dat de verantwoordelijkheid voor een laatste controle op de invaarmelding expliciet wordt belegd in de organisatie. Onderdeel van deze controle kan bijvoorbeeld zijn om te checken of het meldingsformulier en het invaarsjabloon volledig zijn ingevuld, of de benodigde documenten zijn toegevoegd aan het dossier en of het fonds aan de wettelijke eisen voldoet. Op deze manier wordt de kans groter dat de invaarmelding compleet is. In de praktijk blijkt dat sommige fondsen een dergelijke rol bijvoorbeeld hebben toebedeeld aan de sleutelfunctiehouders of aan een externe auditor, maar er zijn ook andere manieren om dit in te richten. De essentie is dat u als bestuur de verantwoordelijkheid neemt om een compleet dossier in te dienen en zich afvraagt welke procesgang, controles en kennis en kunde daarvoor nodig zijn.
Één punt nog. Ik weet dat sommigen van u zich zorgen maken over de vraag of wij als DNB al het werk wel aankunnen. En ook dat is natuurlijk een logische vraag. Ook voor ons is dit een uitdagende tijd. Maar ook wij bereiden ons massaal voor op een soepele transitie. We hebben extra medewerkers aangetrokken. Deze extra mensen worden momenteel opgeleid. Daarnaast zal ook van ons flexibiliteit en wendbaarheid worden gevraagd. De voorbereidingen hiervoor zijn in volle gang. Kortom, we spannen ons maximaal in om tot een soepele transitie te komen.
De stelselhervorming stelt hoge eisen aan de sector, aan de bestuurders en ook aan de toezichthouders. Maar we weten waarom we dit doen. Voor een duurzaam pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst. We weten dat we de goede mensen en expertise in huis hebben om deze klus te klaren. En we weten dat we dit samen gaan doen: pensioenfondsen, sociale partners, uitvoerders en toezichthouders. Als we met zijn allen de schouders eronder blijven zetten, dan is er geen haar op mijn hoofd die eraan twijfelt dat ons dit gaat lukken. Het is mijn persoonlijke wens dat u aan het eind van deze dag dat vertrouwen ook zelf zult voelen.