Fintechkrediet Nederland in internationaal perspectief
Internationaal gezien vormen de Nederlandse non-bancaire fintechkredieten ongeveer 3% van de in kaart gebrachte wereldwijde fintechleningen. Een belangrijke kanttekening daarbij is dat vooralsnog van slechts tien landen hierover cijfers bekend zijn, waaronder Brazilië, Spanje en Australië. Andere landen verzamelen deze informatie nog niet.
Ook voor Nederland zelf zijn de cijfers nog niet volledig, met name omdat zogeheten ‘buy now, pay later’-platforms nog niet zijn inbegrepen. Dit zijn platforms die het mogelijk maken om een product achteraf of gespreid te betalen. Meer volledige cijfers komen volgend jaar beschikbaar.
Ook totale niet-bancaire financiering groeit
Een deel van deze fintechleningen valt onder de niet-bancaire financiering in Nederland, die jaarlijks door DNB en de FSB in kaart wordt gebracht (zie box). Specifiek gaat het dan om financiële instellingen die financiering verstrekken op een manier die sterk lijkt op die van de bank, terwijl ze dat formeel niet zijn.
In totaal ging het in 2023 in Nederland om een bedrag van € 411 miljard, een stijging van 8,5% ten opzichte van de niet-bancaire financiering het jaar daarvoor. Daarmee werd deze markt relatief groter in vergelijking met het Nederlandse bankwezen (€ 2.756 miljard). Was de niet-bancaire financiering in 2022 nog gelijk aan 13,2%, in 2023 is dit gestegen naar 14,9%.
De stijging in 2023 werd voor bijna twee derde veroorzaakt door een groei van de beleggingen bij diverse typen van zogeheten ‘open ended’ beleggingsfondsen (€ +21 miljard tot € 299 miljard). Dat zijn beleggingsfondsen waar investeerders in beginsel makkelijk kunnen uitstappen. Bij andere categorieën van niet-bancaire financiering was sprake van een kleinere toename.