Primaire inkomens drukken saldo lopende rekening
Met EUR 41,0 miljard lag het saldo lopende rekening fors lager dan in 2021 (EUR 62,2 miljard) en in lijn met het niveau van 2020 (EUR 41,0 miljard). Hoewel het saldo gelijk is aan 2020, is door de stijging van de omvang van de economie het overschot op de lopende rekening als percentage van het bbp gedaald.
De daling van het saldo lopende rekening met EUR 21,2 miljard ten opzichte van 2021 is voor een groot deel het gevolg van een daling van het saldo primaire inkomens met EUR 19,2 miljard. Primaire inkomenstransacties zijn onder andere loon, rente en dividend. Deze afname wordt voornamelijk veroorzaakt door een forse toename van winstuitkeringen aan multinationals met een buitenlandse moeder en stijgende dividenduitkeringen door Nederlandse beursgenoteerde bedrijven aan hun buitenlandse aandeelhouders. Recente verhuizingen van hoofdkantoren van multinationals naar het buitenland dragen hier ook aan bij.
Inflatie en herstel na corona stuwen waarde van handel met het buitenland
Het overschot op de lopende rekening is met name het gevolg van het structurele uitvoeroverschot. Dat is het verschil tussen de inkomsten uit, en de uitgaven aan, internationale handel in goederen en diensten. Het uitvoeroverschot bedroeg over heel 2022 EUR 88,7 miljard en ligt daarmee in lijn met het uitvoeroverschot in 2021 (EUR 87,9 miljard).
Hoewel het overschot slechts 1% is gestegen, is onderliggend wel een groot effect zichtbaar. Zo zijn het herstel van de economie na de coronacrisis en de uitzonderlijke hoge inflatie in 2022 duidelijk terug te zien in de waarde van de handel in 2022. Ten opzichte van 2021 steeg de waarde van de uitvoer met 23% tot EUR 872 miljard en de waarde van de invoer met 26% tot EUR 783 miljard.