Het MOB roept partijen op tot extra inspanningen om zo snel mogelijk aan alle afspraken uit het Convenant Contant Geld te voldoen
Om ervoor te zorgen dat contant geld als betaalmiddel aan de kassa goed kan blijven functioneren, ook als er geleidelijk steeds meer elektronisch wordt betaald, hebben de banken, vertegenwoordigers van consumenten en ouderen, winkeliers, horeca en tankstations, chartale dienstverleners en DNB in april van dit jaar het Convenant Contant Geld ondertekend. Dat bevat afspraken over de bereikbaarheid, beschikbaarheid en acceptatie van contant geld. Het MOB heeft besproken in hoeverre de betrokken partijen de Convenantafspraken tot nu toe naleven.”
De Convenantafspraken blijken (nog) slechts gedeeltelijk te worden nageleefd. Positief is dat de banken, volgens afspraak, hun tarieven voor contant geld-diensten niet hebben verhoogd. Ook hebben DNB en Brink’s afspraken gemaakt ten behoeve van de continuïteit van waardevervoer. Daar staat tegenover dat de aantallen geldautomaten, in het bijzonder die voor het afstorten van munten, en de beschikbaarheid daarvan nog niet op de afgesproken niveaus zijn. Ook worden de afgesproken serviceniveaus voor het waardevervoer nog niet gehaald, vooral als gevolg van personeelstekorten. Daarnaast is er nog geen oplossing voorhanden voor het afstorten van contant geld door de goede doelen. Ten slotte lijken de maatregelen in het kader van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) ten aanzien van contant geld van enkele banken soms nog niet in lijn met de richtlijnen daarover in het Convenant.
Het bovenstaande uit zich ook in de door het MOB besproken resultaten van de Bereikbaarheidsmonitor Ondernemers 2022 (Bereikbaarheidsmonitor en bijbehorende infographic). Daaruit blijkt dat de waardering van ondernemers voor de bereikbaarheid en gebruiksvriendelijkheid van betaaldiensten, waaronder die voor de meeste contant geld-diensten, niet zijn verbeterd ten opzichte van een jaar eerder. Het MOB roept partijen op tot extra inspanningen om zo snel mogelijk aan de Convenantafspraken te voldoen. Het MOB blijft de naleving van die nauwgezet monitoren. Daarnaast zal het MOB in 2023 opnieuw de Bereikbaarheidsmonitor Ondernemers uitvoeren en de resultaten daarvan bespreken.
Een belangrijk ander onderdeel van het Convenant is dat er in opdracht van DNB en het Ministerie van Financiën onafhankelijk onderzoek wordt uitgevoerd naar hoe het publieke belang van contant geld het beste geborgd en bekostigd kan worden. Het streven is om dit onderzoek in februari 2023 af te ronden. Daarna kan de minister van Financiën advies uitbrengen aan de Tweede Kamer en kan besluitvorming plaatsvinden. Het MOB ziet de uitkomsten van het onderzoek – en de daarop volgende politieke besluitvorming – met veel interesse tegemoet.
Het MOB wil meer tempo om de ongewenste effecten van de-risking op de toegang tot betaaldiensten aan te pakken
Banken en sectoren moeten nauwer samenwerken om tot oplossingen te komen om de ongewenste effecten van de-risking1 op de toegang tot betaaldiensten het hoofd te bieden. Dit kwam duidelijk naar voren tijdens de dit najaar in MOB-verband georganiseerde ronde tafels met door de-risking getroffen sectoren. In dat kader gaan de betreffende sectoren nader met de banken in gesprek om sectorspecifieke kennis uit te wisselen. Dit hebben banken nodig voor het doen van gerichtere informatieverzoeken en om een betere risicoclassificatie te maken ten behoeve van het onder de Wwft verplichte cliëntenonderzoek. Daarnaast gaan de banken samen met de bracheorganisaties aan de slag voor een betere informatievoorziening over de Wwft en het Know-Your-Customer (KYC)-proces, zodat ondernemers beter geïnformeerd zijn. Dit om het begrip voor nut en noodzaak van bepaalde informatieverzoeken bij ondernemers te vergroten. DNB heeft toegezegd – zie haar rapport “Van herstel naar balans” – om guidance te geven over een meer risico-gebaseerde aanpak. Zo organiseert DNB vanuit haar rol als integriteitstoezichthouder samen met de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) in dat kader verschillende rondetafelgesprekken met sectoren.
Voor het vervolgproces in MOB-verband is afgesproken dat de NVB de gesprekken tussen de banken en de verschillende sectoren – en op basis daarvan te nemen concrete acties – coördineert. DNB is aanjager en fungeert als klankbord. Het Ministerie van Financiën behoudt het totaaloverzicht en zorgt voor aansluiting met andere overheidspartijen en betrokkenen. In 2023 wordt er elk kwartaal een overleg met de betrokken sectoren, de NVB, DNB en het Ministerie van Financiën georganiseerd om de vervolgstappen en resultaten te bespreken. Het MOB bewaakt de voortgang.
Dialoog over een toekomstbestendig bekostigingsmodel voor het betalingsverkeer
Het MOB heeft de resultaten van het op 25 oktober gepubliceerde onderzoek “Kosten en baten betalingsverkeer in Nederland” dat McKinsey & Company in opdracht van Betaalvereniging Nederland heeft uitgevoerd, besproken. Uit het onderzoek blijkt dat de efficiëntie van het betalingsverkeer in Nederland sterk is toegenomen sinds de vorige meting in 2005. Door de gestegen risico- en compliance-kosten en een forse daling van de aan het betalingsverkeer toegerekende rentebaten resulteert voor de banken in 2021 een verlies van EUR 570 miljoen op het aanbieden van betaaldiensten. In 2005 was dat nog een verlies van EUR 23 miljoen. Het MOB vindt dat het onderzoek een gedegen beeld geeft over de kosten en baten in 2021. Ook constateert het MOB dat het kosten-batenbeeld in 2022 mogelijk al weer anders is. Dit vanwege de recente doorgevoerde en aangekondigde tariefsverhogingen voor betaalrekeningpakketten, de nieuwe tarieven voor klantonderzoek voor zakelijke partijen, de stijgende rente en de hoge inflatie.
Het MOB vindt het belangrijk dat Nederlandse banken ook in de toekomst voldoende reden zien om te blijven investeren in een veilig, robuust, efficiënt en toegankelijk betalingsverkeer. De Betaalvereniging heeft de betrokken stakeholders voor een dialoog uitgenodigd, ook om te inventariseren welke ideeën er leven over een duurzame bekostiging van het Nederlandse betalingsverkeer. Het MOB bespreekt in zijn volgende vergadering (voorjaarsoverleg in mei 2023) waar deze dialoog tot dan toe geleid heeft.
Noot 1: “De-risking” heeft betrekking op situaties waarin een financiële instelling (in de context van het MOB: een aanbieder van betaaldiensten) besluit om geen zakelijke relatie aan te gaan – of deze te beëindigen dan wel de dienstverlening te beperken – met individuele klanten of klantsegmenten die geassocieerd worden met een hoger witwas- of terrorismefinancieringsrisico.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de woordvoerder van DNB, dhr. Tobias Oudejans (06 524 96 961).