In het MOB van 1 juni is, onder andere, gesproken over:
- de door de minister van Financiën aangekondigde wetsvoorstellen om contant geld bruikbaar, beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden,
- het programma van de banken om de toegankelijkheid van betaaldiensten te verbeteren,
- de voorgang van het aanpakken van de ongewenste effecten van de-risking op de toegang tot betaaldiensten,
- de voortgang van de digitale euro en, ten slotte,
- het aanbieden van de MOB-jaarrapportage 2022 aan de minister van Financiën.
Daarnaast stond het MOB stil bij het twintigjarig bestaan.
Het MOB ziet de aangekondigde wetsvoorstellen om contant geld bruikbaar, beschikbaar, bereikbaar en betaalbaar te houden met interesse tegemoet
Het MOB heeft kennisgenomen van het voornemen van de minister van Financiën om met wetsvoorstellen te komen zodat banken blijven zorgen voor goede basisvoorzieningen voor contant geld en het opnemen en afstorten van contant geld betaalbaar blijft, zowel voor consumenten als winkeliers. Minister Kaag en DNB gaven eerder, als onderdeel van het in april vorig jaar ondertekende Convenant Contant Geld, opdracht tot een onderzoek naar de toekomstige inrichting van het systeem voor het opnemen en afstorten van bankbiljetten en munten voor consumenten en winkeliers. De Minister heeft op 31 mei het betreffende onderzoeksrapport samen met de brief waarin zij haar wettelijke maatregelen aankondigt, aangeboden aan de Tweede Kamer.
Om de afspraken die de banken, vertegenwoordigers van consumenten en ouderen, winkeliers, horeca en tankstations, chartale dienstverleners en DNB in Convenant Contant Geld hadden gemaakt voor de toekomst te borgen, heeft de Minister besloten om wetgeving voor te stellen. Het is immers een publiek belang dat contant geld goed blijft functioneren, ook als het gebruik daarvan in de toekomst verder zou teruglopen. De Minister wil graag dat de banken de voorzieningen voor contant geld op orde houden en dat zij niet via tarifering het gebruik van contant geld ontmoedigen.
Daarnaast heeft het MOB, net als in haar vorige vergadering van 15 november 2022, besproken in hoeverre de betrokken partijen de Convenantafspraken tot nu toe naleven.
De afspraken worden steeds beter nageleefd; het Convenant werkt in die zin goed.
Het MOB verwelkomt het programma van de banken om de toegankelijkheid van betaaldiensten te verbeteren
Het voor iedereen toegankelijk houden van het betalingsverkeer is een van de prioriteiten van het MOB. In november vorig jaar riep het MOB de banken op om meer prioriteit te geven aan het verbeteren van de toegankelijkheid van betaaldiensten. Dit naar aanleiding van de resultaten van DNB-onderzoek waaruit naar voren kwam dat ruim 1 op de 6 volwassen Nederlanders – 2,6 miljoen mensen – bank- en betaaldiensten niet geheel zelfstandig uitvoert. De banken hebben gehoor gegeven aan de oproep van het MOB en beloofden in een gezamenlijke verklaring meer hulp te bieden.
In het MOB van 1 juni hebben de banken het programma ‘Toegankelijk Bankieren’, waarin zij hun toegankelijkheidsinspanningen gebundeld hebben, toegelicht. De proef met drie bankinformatiepunten is uitgebreid naar tien gemeenten door het hele land. Die informatiepunten zijn gevestigd in bibliotheken, buurthuizen, serviceflats en een Geldmaat-winkel. Daar kunnen bezoekers algemene voorlichting en hulp krijgen bij hun dagelijkse bank- en betaalzaken, en, wanneer nodig, in contact worden gebracht met een bankmedewerker die hen verder kan begeleiden. In september wordt de proef geëvalueerd. De banken lanceren daarnaast een gezamenlijke ‘toegankelijkheidsroute’. Daarmee kunnen klanten en hulpverleners makkelijker de weg naar de juiste hulp vinden. Voorts verbeteren de banken hun telefonische dienstverlening en maken zij hun websites en mobiele apps toegankelijker.
Het MOB dankt de banken voor hun inzet en waardeert hun sterke commitment om betaaldiensten zoveel mogelijk toegankelijk te houden voor iedereen. Om een vinger aan de pols te houden heeft het MOB heldere afspraken gemaakt over de voortgangsmonitoring van het programma en na te streven ambitieniveaus.
Voortgang aanpak ongewenste effecten de-risking op de toegang tot betaaldiensten
In november vorig jaar riep het MOB de banken en sectoren op om nauwer samen te werken om tot oplossingen te komen om de ongewenste effecten van ‘de-risking’1 op de toegang tot betaaldiensten het hoofd te bieden. Het MOB heeft op 1 juni de voortgang besproken van de opvolging van de in het MOB gemaakte afspraken en de rondetafelgesprekken die DNB met betrokken partijen organiseert om tot een gerichtere, meer risico-gebaseerde anti-witwasaanpak te komen.
Het MOB heeft zich laten informeren over de publicatie van de eerste vijf NVB Standaarden voor risico-gebaseerd witwasonderzoek. De komende tijd zal de NVB nog zo’n twaalf andere standaarden publiceren, in eerste instantie voor non-profitorganisaties, sekswerkers en cryptobedrijven en daarna voor bijvoorbeeld coffeeshops, automotive-bedrijven, betaalinstellingen en detailhandel. Deze standaarden bieden handvatten voor banken om hun rol als poortwachter proportioneel en met focus op de echte risico’s uit te voeren. Daardoor kunnen bonafide zakelijke klanten straks eenvoudiger een bankrekening openen e]n minder vaak lastige vragen van hun bank krijgen. Tegelijkertijd blijven banken het criminelen moeilijk maken om het financiële systeem te misbruiken. Het MOB realiseert zich dat de banken hiervoor de nodige beleidswijzigingen door moeten voeren en dat het daarom even kan duren voordat zakelijke betaaldienstgebruikers de positieve gevolgen ervan daadwerkelijk zullen ervaren.
De betrokken sectoren, NVB, DNB en het ministerie van Financiën in 2023 blijven elk kwartaal overleggen om de vervolgstappen en resultaten te bespreken. Het MOB bewaakt de voortgang.
1 “De-risking” heeft betrekking op situaties waarin een financiële instelling (in de context van het MOB: een aanbieder van betaaldiensten) besluit om geen zakelijke relatie aan te gaan – of deze te beëindigen dan wel de dienstverlening te beperken – met individuele klanten of klantsegmenten die geassocieerd worden met een hoger witwas- of terrorismefinancieringsrisico.
Het MOB kan nog niet goed inschatten of een eventuele digitale euro voldoende maatschappelijke meerwaarde voor het Nederlandse betalingsverkeer kan bieden
Het MOB heeft zich laten informeren over het door de ECB gepubliceerde ontwerp-op-hoofdlijnen van de digitale euro. Verschillende MOB-leden geven aan dat er nog te veel onzekerheden zijn om goed te kunnen inschatten of in ons land een mogelijke digitale euro voldoende maatschappelijke meerwaarde voor het betalingsverkeer kan bieden. Zo hebben zij vragen over de kosten van invoering en bij welke partijen die kosten terecht komen en hoe het zit met de toegankelijkheid van een digitale euro voor mensen in kwetsbare posities.
Eind juni wil de Europese Commissie met een wetsvoorstel komen om de digitale euro een rechtsgrondslag te geven. In oktober neemt de ECB vervolgens een besluit over of zij start met de volgende fase (de ‘voorbereidingsfase’) van de digitale euro. Of de digitale euro er echt komt, is uiteindelijk ook een politiek besluit dat op Europees niveau genomen moet worden.
Begin dit jaar organiseerde DNB een grote bijeenkomst voor professionele partijen om met hen over het digitale euro-project van gedachten te wisselen. Daar waren ook MOB-leden en hun achterban bij aanwezig. In september volgt een nieuwe bijeenkomst. DNB zal ook in MOB-verband de interactie en kennisdeling intensiveren, mocht het besluit om tot invoering van de digitale euro over te gaan dichterbij komen.
Aanbieden MOB-jaarrapportage 2022 aan minister Kaag van Financiën
De jaarrapportage beschrijft wat het MOB in het verslagjaar (2022) heeft ondernomen om de maatschappelijke efficiency, veiligheid, betrouwbaarheid en toegankelijkheid van het betalingsverkeer in Nederland te bevorderen en welke resultaten zij geboekt heeft. Ook bevat de rapportage de prioriteiten van het MOB voor 2023. Het MOB zal de jaarrapportage 2022 binnenkort, als gebruikelijk, aan de minister van Financiën aanbieden.
De MOB-jaarrapportage 2022 is op 20 juni 2023 door de minister van Financiën aan de Tweede Kamer aangeboden. De rapportage kan hier worden gedownload.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de woordvoerder van DNB, dhr. Tobias Oudejans (06 524 96 961).