De parameters voor het gezondheidsrisicovereveningssysteem (HRES) zijn nog steeds passend voor de berekening van kapitaaleisen voor basisverzekeringen.
© ANP
DNB heeft de toepasselijkheid van de parameters voor de berekening van kapitaaleisen voor basiszorgverzekeringen onder het Nederlandse risicovereveningssysteem onderzocht en concludeert dat deze nog passend zijn. Voor deze verzekeringen gelden kapitaaleisen die afwijken van de kapitaaleisen voor aanvullende zorgverzekeringen en schadeverzekeringen. Gezien de beperkte verschillen in de uiteindelijke uitkomsten heeft DNB aan EIOPA geadviseerd de huidige HRES-parameters te handhaven. EIOPA volgt het advies van DNB en zal geen proces tot aanpassing opstarten.
In artikel 109 bis, lid 4, van de Solvency II Richtlijn is bepaald dat de methoden voor de berekening van de standaarddeviaties voor de premie- en reserverisico's van het gezondheidsrisicovereveningssysteem (HRES) door EIOPA worden ontwikkeld en door de Europese Commissie worden vastgesteld. De betreffende parameters vormen belangrijke input voor de bepaling van de hoogte van het verzekeringsrisico van Nederlandse zorgverzekeraars en daarmee voor het vereiste kapitaal.
EIOPA houdt rekening met de berekeningen die door de toezichthoudende autoriteiten van de betrokken lidstaten worden verstrekt. Door middel van periodieke analyses levert DNB hiervoor input aan EIOPA.
In 2015 werden de parameters voor het eerst vastgesteld. In 2018 is door DNB een analyse uitgevoerd, die niet heeft geleid tot wijzigingen in de parameters. De analyse van 2024 voegt enkele jaren toe aan de observatieperiode, maar sluit Covid-19 jaren 2020 en 2021 uit.
De kalibratie is uitgevoerd op gegevens van alle 20 zorgverzekeraars die actief zijn op de Nederlandse zorgverzekeringsmarkt onder de HRES. Zoveel mogelijk observatiejaren van 2006 tot nu zijn opgenomen om het verzekeringsrisico van een gebeurtenis van één in 200 jaar te kalibreren. DNB overlegde over de methodiek en resultaten met de sector en andere stakeholders.
De premierisicoparameter is in de 2024 analyse gekalibreerd op 2,6% (2015: 2,7%). De parameter voor reserverisico is in de 2024 analyse gekalibreerd op 5,3% (2015: 5,0%). Vanwege het risicobeperkende karakter van het vereveningssysteem worden de HRES-parameters gemaximeerd op de reguliere (niet-HRES) parameters voor gezondheids-NSLT-premie- en reserverisico. Gezien de beperkte verschillen in de uiteindelijke uitkomsten heeft DNB aan EIOPA geadviseerd de huidige HRES-parameters te handhaven. EIOPA volgt het advies van DNB. De parameters blijven dus op respectievelijk 2,7% en 5,0% staan.
Klik hier voor het verslag van de analyse
DNB stelt ieder jaar vast hoe ze invulling geeft aan de wettelijke eis ten aanzien van het aanleveren van de RSR en een proportionele toepassing daarvan. Boekjaar 2024 geldt als een zogenaamd tussenjaar: de meeste verzekeraars hoeven geen volledige RSR aan te leveren.
Lees meer Aanleveren RSR voor verzekeraars boekjaar 2024
DNB heeft signalen uit de sector ontvangen dat er onduidelijkheid bestaat over de vraag of er goedkeuring benodigd is voor de aflossing van de in tiers ingedeelde kapitaalinstrumenten.
Lees meer Aflossing en vervanging kapitaalinstrumenten onder Solvency II
Onder toezicht staande instellingen krijgen in fasen weer toegang tot het UBO-register. Door een uitspraak van het Hof van Justitie van de EU over het UBO-register was het register niet meer voor iedereen toegankelijk.
Lees meer Weer toegang tot UBO-register en verplicht melden onjuiste gegevens
Op sectorniveau beheersten verzekeraars het renterisico in 2022, een jaar waarin de rentestanden flink veranderden, redelijk tot goed, is de conclusie van een themaonderzoek hiernaar van DNB.
Lees meer Aandachtspunten renterisicobeheersing verzekeraars
