DNB stelde in het eerste en in het tweede kwartaal van 2023 al concept-scenariosets beschikbaar, die u onderaan deze pagina kunt vinden. Sociale partners en pensioenuitvoerders konden deze sets gebruiken in de voorbereiding op de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, zoals bij de netto profijt berekeningen behorende bij het overbruggingsplan. Deze concept-scenariosets zijn per 1 juli 2023 definitief geworden.
Voor het verkrijgen van netto-rendementen dient in de scenariosets vanaf het derde kwartaal van 2023 een correctie toegepast te worden van 20bps kostenafslagen, zoals de Commissie Parameters 2022 adviseert. Deze aanpassing geldt niet voor de eerder gepubliceerde concept-scenariosets (2023Q1 en 2023Q2).
DNB heeft de afgelopen maanden verschillende aanpassingen onderzocht om in te spelen op mogelijke tekortkomingen in de concept scenariosets. Hierbij is specifiek ook gekeken of het mogelijk is om de impact van simulatieruis - die per definitie aanwezig is bij het gebruik van een eindig aantal scenario’s – te verminderen door de technieken antithetische paden of empirical martingale simulation te gebruiken. DNB heeft hiervoor een zorgvuldig proces doorlopen door in gesprek te gaan met experts uit de sector en de wetenschap. DNB concludeert - mede na het inwinnen van extern advies - dat de onderzochte aanpassingen nauwelijks impact hebben op de resultaten van doorrekeningen en bijbehorende simulatieruis, maar wel leiden tot complicaties in de berekening van standaardfouten en/of tot grotere schommelingen in de rendementen. De hoeveelheid simulatieruis is in de regel beperkt bij het gebruik van een voldoende aantal scenario’s, waarbij het afhankelijk is van de specifieke toepassing wat dit voldoende aantal is. De Commissie Parameters 2022 adviseert om bij het gebruik van scenariosets de standaardfout te berekenen om de hoeveelheid simulatieruis in beeld te brengen. De toelichting in het Excelbestand bevat hiervoor de formules. De keuze voor het aantal scenario’s, gegeven de wettelijk minimaal aantal scenario’s, is de verantwoordelijkheid van de sociale partners en pensioenuitvoerders. In de regel geldt dat de standaardfout bij een lange simulatiehorizon groter is dan bij een korte simulatiehorizon.
Complete besluitvorming over invaren vergt dat sociale partners en pensioenuitvoerders voorzien wat een redelijke en evenwichtige verdeling is onder alternatieve marktomstandigheden
Complete besluitvorming houdt onder meer in dat sociale partners en pensioenuitvoerders voor verschillende scenario’s in kaart brengen of in die scenario’s evenwichtig ingevaren kan worden. Tussen het moment van besluiten en het daadwerkelijk invaren kunnen significante economische veranderingen plaatsvinden. Het is daarom van belang om met meerdere omstandigheden rekening te houden, zodat veranderingen er niet toe leiden dat het hele besluitvormingstraject opnieuw doorlopen moet worden. De onderbouwing en de uitwerking van de verschillende scenario’s zijn hierbij van belang, zoals uit de toelichting op het Besluit toekomst pensioenen volgt.
DNB heeft de wettelijke verplichting om uniforme scenariosets te publiceren conform het advies van Commissie Parameters. Voor de complete besluitvorming zijn aanvullende scenariosets onder alternatieve marktomstandigheden behulpzaam. DNB heeft van verschillende partijen uit de sector de vraag gekregen of zij scenariosets voor alternatieve marktomstandigheden op de website kan plaatsen.
Het advies van de Commissie Parameters gaat niet in op methodes om naast de wettelijke uniforme scenariosets alternatieve sets voor verschillende marktomstandigheden te construeren. Om te voorzien in deze behoefte ten aanzien van complete besluitvorming, heeft DNB verschillende varianten onderzocht om scenariosets onder alternatieve marktomstandigheden te construeren en voldoende dicht bij de methodiek van de Commissie Parameters te blijven. Deze methode is ook besproken met enkele externe experts. Dit heeft geresulteerd in scenariosets waarbij de aanvangsrentetermijnstructuur wordt geschokt met +/-100bps en +/-200bps. Dit heeft voornamelijk impact op de startsituatie van de scenariosets en de rentetermijnstructuur parameters (ψ en φ).
Sociale partners en pensioenuitvoerders blijven zelf verantwoordelijk om af te wegen wat een representatieve range van alternatieve marktomstandigheden is. Het is daarom gewenst dat sociale partners en pensioenuitvoerders andere alternatieve omstandigheden onderzoeken op basis van eigen scenario’s.
Aanpassing scenariosets vanaf K4 2024 om rentesprongen te beperken
In de afgelopen maanden heeft DNB, zoals benoemd door de Minister, onderzoek gedaan naar een mogelijke aanpassing om de rentesprongen te beperken zonder hierbij afbreuk te doen aan andere belangrijke eigenschappen van de scenariosets. Denk aan de ontwikkeling van de lange termijnrente, inflatie en aandelen. Hiervoor zijn meerdere oplossingsrichtingen verkend en is advies ingewonnen van een aantal externe partijen.
DNB heeft besloten om de rentesprongen te beperken door een gerichte aanpassing door te voeren vanaf K4 2024. Kort samengevat komt de oplossing erop neer dat de P-scenarioset en de Q-scenarioset eerst gegenereerd worden op basis van het advies van de Commissie Parameters 2022. Vervolgens wordt in de P-scenarioset een gemiddelde genomen van opeenvolgende parameters die de rentetermijnstructuur bepalen (de-termen in vergelijking (14) en vergelijking (16) van de technische appendix) om de zogenoemde rentedip te ‘smoothen’. Op deze manier worden rentesprongen beperkt zonder dat andere onderdelen van de scenarioset beïnvloed worden. De aanpassing heeft geen impact op de lange termijn verwachtingswaarde van de rentes. Deze aanpassing is vanaf K4 2024 voor alle toekomstige P-scenariosets van toepassing en heeft geen invloed op de Q-scenariosets of eerdere scenariosets.
In de Excel-files met de nieuwe scenariosets staan de formules nader uitgewerkt.
Toelichting bij scenario’s
Het aantal scenario’s dat tenminste moet worden doorgerekend is uitgewerkt in het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. Bij de vba-rekenmethodiek wordt gebruik gemaakt van minimaal 20.000 risico-neutrale scenario’s (zie artikel 46c, lid 2 Besluit uitvoering Pw en Wvb). De berekening van netto profijt wordt uitgevoerd met minimaal 10.000 risico-neutrale scenario’s (zie artikel 46e lid 1 Besluit uitvoering Pw en Wvb). Bij een scenario-analyse onder de uniforme rekenmethodiek (URM) worden 10.000 economische scenario’s gebruikt (zie de definitie voor scenario-analyse in artikel 1 van Besluit uitvoering Pw en Wvb). Indien de berekening bedoeld is voor communicatiedoeleinden kan onder de uniforme rekenmethodiek met minimaal 2.000 economische scenario’s worden gerekend (zie artikel 14a lid 3 van de Regeling Pw).
DNB stelt sets ter beschikking met 20.000 scenario’s in *.xlsx en sets met 100.000 scenario’s worden gepubliceerd in *.csv. Wanneer minder scenario’s worden gebruikt voor een doorrekening, bijvoorbeeld 10.000, dan dienen de eerste 10.000 van de set gebruikt te worden. Om duiding te geven bij de nauwkeurigheid van de doorrekeningen is het bestand in *.xlsx voorzien van toelichting bij het berekenen van de standaardfout van verschillende maatstaven, evenals andere technische toelichtingen bij de scenariosets.