Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Sanctiecheck

Q&A

Vraag:

Moeten wisselinstellingen bij het uitvoeren van contante geldwisseltransacties een sanctiecheck uitvoeren?

Gepubliceerd: 08 januari 2020

Bekijk eerdere versies in het archief

Antwoord:

Ja, op grond van de Sanctiewet 1977 (Sw 1977) in samenhang met de Regeling Toezicht Sanctiewet 1977 (Rtsw 1977) dienen instellingen die een geldwisseltransactie aanbieden (hierna: wisselinstellingen) bij iedere transactie een sanctiecheck uit te voeren . Zonder voorafgaande identificatie kan er geen sanctiecheck worden gedaan. Hierbij kan over het algemeen worden volstaan met een check van het paspoort of een kopie van het paspoort. Contante geldwisseltransacties kunnen in twee categorieën worden verdeeld:

  1. Een geldwisseltransactie waarbij contanten van een valuta worden omgewisseld naar contanten van een andere valuta
  2. Een geldwisseltransactie waarbij euro’s worden gewisseld voor euro’s.

In het geval van situatie 1, wordt ten behoeve van de verplichting tot het uitvoeren van een sanctiecheck aangesloten bij wat DNB risico-gebaseerd noodzakelijk acht betreffende de identificatieplicht inzake geldwisseltransacties tussen twee valuta’s, namelijk ten minste bij een bedrag vanaf EUR 2.000.

In het geval van situatie 2 geldt die sanctiecheck-verplichting voor iedere geldwisseltransactie, aansluitend bij wat DNB risico-gebaseerd noodzakelijk acht betreffende de identificatieplicht inzake euro-euro geldwisseltransacties.

Toelichting
Op basis van de Rtsw 1977 zijn instellingen verplicht maatregelen te treffen om te controleren of relaties van de instelling voorkomen op één of meerdere sanctielijsten. Sanctielijsten behelzen onder meer EU-besluiten en/of -Verordeningen, besluiten van de minister van Buitenlandse Zaken op basis van de Sanctieregeling Terrorisme 2007-II (de ‘Nationale Terrorismelijst’) of VN Veiligheidsraad Resoluties.

Op grond van de Sw 1977 moet bij iedere transactie een sanctiecheck worden gedaan. Zonder identificatie en verificatie van de cliënt kan er ook geen sanctiecheck worden gedaan. DNB heeft in januari 2019 onderzoek gedaan bij wisselinstellingen. Hier is naar voren gekomen dat wisselinstellingen nalaten om deze sanctiechecks uit te voeren. DNB heeft geluisterd naar de redenen waarom dit niet gebeurt. Wisselinstellingen hebben namelijk te maken met grote hoeveelheden contante kleine wisseltransacties van cliënten die zich melden aan de balie. Het merendeel van de transacties betreffen wisseltransacties onder of gelijk aan EUR 2.000. Iedere cliënt screenen kost te veel tijd.

Dit mag echter geen reden zijn om de Sw 1977 niet na te leven. Zoals gezegd, kan er geen sanctiecheck worden uitgevoerd zonder een voorafgaande identificatie en verificatiecheck. DNB acht het noodzakelijk dat identificatie en verificatie bij valutawisseltransacties vanaf EUR 2.000 wordt gedaan en bij iedere eurowisseltransactie.

Met betrekking tot de sanctiecheck sluit DNB aan bij wat zij over de identificatie- en verificatieverplichting heeft overwogen. Dit betekent dat wisselinstellingen die een valutawisseltransactie van meer dan EUR 2.000 willen uitvoeren, verplicht zijn een sanctiecheck te doen. Het risico bij eurowisseltransacties is daarentegen dusdanig hoog, dat identificatie en verificatie van de cliënt en daarmee ook sanctiechecks te allen tijde uitgevoerd dienen te worden.

U legt de identificatie vast, zodat deze reproduceerbaar is. De gegevens die u vastlegt maken een effectieve controle tegen de sanctielijsten mogelijk. In de praktijk zien we dat wisselinstellingen de identiteit van hun relaties verifiëren aan de hand van een identiteitsbewijs. Hiermee beperkt de wisselinstelling het risico dat een relatie wordt aangegaan met een persoon die in werkelijkheid iemand anders blijkt te zijn.

Een ‘hit’ op de sanctielijsten

Als wisselinstelling zijnde doorloop je het volgende proces:

  • Er komt iemand bij de wisselinstelling om gebruik te maken van uw diensten.
  • U voert een identiteitscheck uit in het geval dat een contante valutawisseltransactie van €2000 wordt gemaakt en bij iedere eurowisseltransactie.
  • De naam van uw cliënt haalt u langs de diverse sanctielijsten.
  • In het geval van een ‘hit’ meldt u aan uw cliënt dat er geen wisseltransactie plaats kan vinden. Het is namelijk vanaf dat moment verboden om financiële diensten te verlenen aan deze persoon
  • Ook eventuele openstaande tegoeden dienen bevroren te worden, totdat de minister van Financiën ontheffing verleent, de verplichting ophoudt te bestaan óf tegenbericht van de minister van Financiën of DNB wordt ontvangen.
  • Daarnaast dient er naar het transactieverleden gekeken te worden, om zodoende te kunnen beoordelen of er mogelijk transacties hebben plaatsgevonden waarbij er aanleiding is om te veronderstellen dat die transacties verband kunnen houden met witwassen of financiering van terrorisme.
  • Bij een vermoeden van witwassen of terrorismefinanciering, dient de wisselinstelling een melding te maken aan de FIU.
  • Wanneer er daadwerkelijk sprake is van een ‘hit’, dient dit onverwijld gemeld te worden aan DNB. Het melden gaat middels een meldformat, dat de volgende informatie van u vraagt:
    1. Gegevens meldende instelling (naam, adres, plaats van vestiging en contactpersoon)
    2. Welke EU-verordening of Nederlandse sanctieregeling is van toepassing?
    3. Identificerende gegevens van de ‘hit’ (naam, woonplaats, geboorteplaats- en datum)
    4. Ondernomen actie door wisselinstelling
    5. Specificatie van bevroren tegoeden en economische middelen. Denk eraan de toepasselijke valuta te vermelden.

Sanctiecheck bij rechtspersonen

Artikel 1 onder b van de Regeling toezicht Sw 1977 kent een ruim relatiebegrip: ‘een ieder die betrokken is bij een financiële dienst of financiële transactie’. Bij zakelijke cliënten betreft dit ook vertegenwoordigers en UBO’s (zie hierover ook DNB Leidraad consultatieversie). Er moet onderzoek gedaan worden naar wie de relaties zijn.

Bij zakelijke relaties kunt u de UBO’s identificeren met behulp van een uittreksel van de KvK om ze te kunnen controleren aan de hand van de sanctielijsten. Een UBO is een persoon die over 25% of meer eigendomsrechten beschikt of zeggenschap heeft over de betreffende entiteit. Uw inspanningen leiden ertoe dat u kunt aantonen dat de UBO geen gesanctioneerde persoon is. In het geval van stichtingen of andere non-profit organisaties is het van belang dat wordt vastgesteld wie zeggenschap hebben. In de praktijk zullen dit veelal bestuurders en/of vertegenwoordigers zijn.

In bepaalde gevallen zal het niet eenvoudig zijn om de UBO vast te kunnen stellen, bijvoorbeeld in het geval van buitenlandse rechtspersonen of UBO’s, of bij entiteiten als stichtingen of non-profit organisaties. In het eerste geval kunt u ervoor kiezen gebruik te maken van systemen die zijn gespecialiseerd in onderzoek naar buitenlandse UBO’s. Daarnaast kunt u de cliënt een UBO-verklaring laten invullen.

Sanctiecheck bij bestaande klanten

Volgens de SW 1977 moet u te allen tijde kunnen detecteren of uw relaties dan wel transacties vallen onder de sanctieregelingen. Bij terugkerende klanten kan dit bijvoorbeeld betekenen dat u met enige regelmaat uw relatiebestand controleert tegen de sanctielijsten. Hoe vaak precies, dat kunt u risico-gebaseerd bepalen.

Relevante wet- en regelgeving

  • Artikel 3 lid 1 en lid 2 Sw 1977 jo. artikel 2 lid 1 en lid 2 Rtsw 1977
  • Artikel 16 Wwft

Deze informatie is op enkele onderdelen niet langer actueel en zal worden aangepast. DNB verwijst u naar Sanctiescreening.

Ontdek gerelateerde artikelen