Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Kosten registratie, toetsingen en toezicht

Factsheet

Gepubliceerd: 20 december 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

1. Eenmalige kosten voor behandeling van een verzoek tot registratie en behandeling van een verzoek tot toetsen van (mede)beleidsbepalers

Aan een verzoek tot registratie voor cryptodienstverlening en de toetsing zijn éénmalige kosten verbonden. Deze kosten zijn vastgelegd in de Regeling bekostiging financieel toezicht eenmalige handelingen.

  • Behandeling aanvraag registratie als bedoeld in art. 23b Wwft (inclusief toetsingen als bedoeld in art. 23h Wwft): €6.300
  • Toetsing persoon niet in combinatie met een registratie als bedoeld in art. 23b Wwft:
    • Art. 23h eerste lid Wwft (geschiktheid): €2.000
    • Art. 23h tweede en vierde lid Wwft (betrouwbaarheid): €1.100
    • Art. 23h derde lid Wwft (reputatie en betrouwbaarheid): €1.300

Bovenstaande betekent dat als u een registratie aanvraagt, u geen extra kosten betaalt voor de te toetsen bestuurders. Deze kosten maakt u wel indien er nieuwe bestuurders toetreden nadat de registratie heeft plaatsgevonden, of indien een bestuurder van functie of takenpakket verandert en daarom opnieuw moet worden getoetst op geschiktheid.

De kosten voor registratie zijn ongeacht het type dienst dat u aanbiedt. U betaalt deze kosten dus indien u diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en bewaarportemonnees aanbiedt, of één van beide. Indien u één van beide diensten aanbiedt en na registratie besluit ook de andere dienst aan te willen bieden, dient u opnieuw een registratieverzoek in en maakt u opnieuw kosten. In dat geval moet DNB namelijk opnieuw beoordelen of u aan de verplichtingen kunt voldoen.

2. Kosten doorlopend toezicht

Op grond van de Wet bekostiging financieel toezicht worden de kosten gemaakt in het toezicht doorberekend aan de onder toezicht staande instellingen. Voorafgaand aan ieder kalenderjaar stelt DNB een begroting op. DNB brengt de begrote kosten van doorlopend toezicht in het betreffende jaar bij de instellingen in rekening. Het verschil tussen de daadwerkelijk gemaakte kosten en de geheven bedragen wordt vervolgens in het volgende jaar aan de hand van een maatstaf doorberekend aan de geregistreerde instellingen.

De tarieven van het doorlopend toezicht worden op basis van het Besluit bekostiging financieel toezicht bepaald aan de hand van de maatstaven van het vorige jaar. Omdat aanbieders van cryptodiensten vanaf 21 mei 2020 onder het toezicht van DNB staan, is deze informatie niet beschikbaar over 2019 en is een berekening op basis van maatstaven voor 2020 niet mogelijk. In 2020 is daarom alleen sprake van een basisbedrag dat voor alle aanbieders van cryptodiensten geldt. Dit bedrag is opgenomen in de Regeling bekostiging Financieel toezicht 2020, en wordt daar als volgt toegelicht: ‘Het genoemde basisbedrag (EUR 29.850) in deze regeling zal feitelijk voor de partijen een stuk lager liggen. Het bedrag is gebaseerd op een jaartarief. De wetgeving voor deze partijen is echter pas per 21 mei 2020 in werking getreden. De meeste partijen vallen vanaf dat moment onder toezicht. Het bedrag dat die partijen moeten betalen moet naar rato van het deel van het jaar dat zij onder toezicht vallen berekend worden. Voor die partijen zal dit ongeveer neerkomen op iets meer dan EUR 18.000. Het verschil tussen de daadwerkelijk gemaakte kosten over 2020 en de geheven bedragen wordt vervolgens in 2021 doorberekend aan de geregistreerde instellingen.

Ontdek gerelateerde artikelen