Iedereen die het bedrijf van een bank wil uitoefenen, heeft daarvoor een vergunning nodig. Een bank wordt in de wet gedefinieerd als een kredietinstelling als bedoeld in artikel 4 van de CRR. De CRR omschrijft de kredietinstelling als een onderneming waarvan de werkzaamheden bestaan in het (i) bij het publiek aantrekken van deposito’s of van andere terugbetaalbare gelden en (ii) verlenen van kredieten voor eigen rekening.
Hieronder leggen we de vier begrippen uit die onderdeel uitmaken van de definitie van bank:
(i) Het publiek
(i) Deposito’s of andere terugbetaalbare gelden
(ii) Verlenen van kredieten
(ii) Voor eigen rekening
(i) Het publiek
Om als een bank te worden aangemerkt, moet de onderneming deposito’s of andere terugbetaalbare gelden aantrekken bij het publiek. Partijen die niet onder het publiek vallen, worden geacht zelf de risico’s in te kunnen schatten van financiële diensten en producten, en de financiële toestand van degene aan wie zij hun gelden toevertrouwen.
Bij de implementatie van de CRR is in de definitie van bank het begrip “publiek” geïntroduceerd. Dit begrip heeft de zin “buiten besloten kring van anderen dan professionele marktpartijen” vervangen. Echter, voor de invulling van het begrip “publiek” is de invulling van “buiten besloten kring en anderen dan professionele marktpartijen” nog steeds relevant, nu op Europees niveau nog geen nadere invulling is gegeven aan “publiek”.
Besloten kring
Bij het aantrekken van gelden “buiten besloten kring” wordt onder besloten kring verstaan: een kring die bestaat uit personen of vennootschappen, waarvan een persoon of vennootschap opvorderbare gelden ter beschikking krijgt. Om een besloten kring te zijn, is het volgende vereist:
- De kring is nauwkeurig omschreven.
- Er is sprake van vooraf bepaalde, toetsbare toetredingscriteria.
- Er is geen eenvoudige toetreding tot de kring mogelijk.
- De geldgevers hebben met de geldnemer al een andere juridische, niet-financiële relatie, die inzicht geeft in de financiële toestand van de geldnemer. Bijvoorbeeld een relatie van familierechtelijke, arbeidsrechtelijke, rechtspersoonlijke of vennootschappelijke aard.
Om een besloten kring te kunnen zijn, moet de juridische relatie al bestaan voordat het voornemen bestaat om gelden aan te trekken. Ook moet de besloten kring aanwezig zijn zolang de gelden worden aangetrokken. Het aantrekken van gelden van slechts één (natuurlijk) persoon of vennootschap valt niet onder het “buiten een besloten kring” aantrekken van gelden. Eén persoon kan namelijk nooit een kring vormen.
- Als gelden alleen binnen een besloten kring worden aangetrokken, is er geen sprake van een bank.
Professionele marktpartijen
Daarnaast moeten de gelden worden aangetrokken bij anderen dan professionele marktpartijen. Professionele marktpartijen vallen niet onder het begrip “publiek”. Het begrip “professionele marktpartijen” is gedefinieerd in de Wft. Daarin staat dat onder andere gekwalificeerde beleggers professionele marktpartijen zijn. Om te bepalen of er sprake is van een professionele marktpartij zijn de definities van “professionele marktpartij” en “gekwalificeerde belegger” dus van belang.
Het begrip “gekwalificeerde beleggers” is ook gedefinieerd in de Wft. De definitie van zowel “professionele marktpartijen” als “gekwalificeerde beleggers” verwijst naar het Besluit definitiebepalingen Wft. In artikel 3 van dit besluit worden bepaalde (rechts)personen en vennootschappen aangewezen als professionele marktpartij of gekwalificeerde belegger.
(i) Deposito’s of andere terugbetaalbare gelden
Deposito’s of andere terugbetaalbare gelden worden in de Wft aangeduid als opvorderbare gelden. Dit zijn gelden die op enig moment – uit welke hoofde dan ook – moeten worden terugbetaald. Ook is op voorhand duidelijk welk nominaal bedrag moet worden terugbetaald. U kunt hierbij denken aan het lenen van een geldbedrag of het uitgeven van een obligatie. Gelden die worden aangetrokken door het uitgeven van aandelen zijn geen opvorderbare gelden. Bij aandelen bestaat immers geen verplichting tot terugbetaling van het nominale bedrag.
De volgende categorieën worden niet als opvorderbare gelden aangemerkt:
- Papieren waardebonnen en casinofiches
- Een vooruitbetaling voor een concrete kooptransactie
- Een gegeven uitstel van betaling voor een concrete verkooptransactie
- Gelden die zijn gegeven in het kader van een concrete opdracht tot doorbetaling aan een derde
Als bij doorbetaling de periode tussen het geven van de opdracht tot doorbetaling en de ontvangst door de derde langer dan vijf kalenderdagen duurt, is wel sprake van opvorderbaar geld.
(ii) Verlenen van kredieten
Het verlenen van kredieten is het verstrekken van nominaal opvorderbare gelden aan een ander, met het doel daarmee voordelen te krijgen. De voordelen voor de geldverstrekker óf een partij die aan hem is gerelateerd moet op geld waardeerbaar zijn.
(ii) Voor eigen rekening
De kredieten moeten worden verleend voor eigen rekening. Dat wil zeggen dat de onderneming die het krediet verleent, zelf het financiële risico loopt van die kredietverlening. Als iemand voor de kredietverlening een winst- of verliesgerelateerde vergoeding ontvangt, handelt hij ook voor eigen rekening.