Antwoord:
Op grond van artikel 6, lid 3, IFR kan DNB ontheffing verlenen aan beleggingsondernemingen ten aanzien van de toepassing van de liquiditeitseis op individueel niveau, indien is voldaan aan de voorwaarden uit hetzelfde artikellid. DNB verwacht dat bij een aanvraag voor een dergelijke ontheffing de volgende documentatie wordt bijgevoegd.
Met betrekking tot voorwaarde (a) uit artikel 6, lid 3, IFR:
(i) Een berekening van de aanwezige en vereiste liquiditeit op geconsolideerd niveau.
Met betrekking tot voorwaarde (b) uit artikel 6, lid 3, IFR:
(i) Een organisatieschema van de liquiditeitmanagementfunctie binnen de groep;
(ii) Een beschrijving van de processen, procedures en instrumenten die voor de interne monitoring van de liquiditeitsposities van de groepsentiteiten worden gebruikt;
(iii) Een beschrijving van het liquiditeitcontingentieplan voor de groep.
Met betrekking tot voorwaarde (c) uit artikel 6, lid 3, IFR:
(i) De overeenkomsten tussen de groepsentiteiten als bedoeld in artikel 6, lid 3, IFR;
(ii) Een juridische opinie van een derde partij of een interne juridische afdeling van de beleggingsonderneming en geaccordeerd door het bestuur van de beleggingsonderneming, die bevestigt dat het vrije verkeer van middelen niet onderhevig is aan voorwaarden die de uitoefening ervan voorkomen of hinderen;
(iii) Bewijs dat deze overeenkomsten niet kunnen worden beëindigd, tenzij de ontheffing wordt ingetrokken of met een 6-maands opzegtermijn met verplichte voorafgaande notificatie aan DNB.
Met betrekking tot voorwaarde (d) uit artikel 6, lid 3, IFR:
(i) Een juridische opinie van een derde partij of een interne juridische afdeling van de beleggingsonderneming en geaccordeerd door het bestuur van de beleggingsonderneming, die bevestigt dat er geen sprake is van juridische belemmeringen, bijvoorbeeld met betrekking tot nationaal insolventierecht;
(ii) Een interne beoordeling door de beleggingsonderneming die concludeert dat er geen materiële praktische of juridische belemmeringen zijn voor de naleving van de overeenkomsten als bedoeld in artikel 6, lid 3, IFR en die bevestigt dat de ontheffing is meegenomen in (indien beschikbaar) het herstelplan en de groepsovereenkomst voor financiële steun.
DNB zal toetsen of de aanvraag voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, lid 3, IFR en op basis daarvan besluiten of er een ontheffing kan worden verleend aan de beleggingsonderneming ten aanzien van de toepassing van de liquiditeitseis op individueel niveau.