Antwoord:
DNB kan ontheffing verlenen voor het instellen van een auditcommissie, als het niet-uitvoerend deel van het bestuur voldoende kennis en ervaring heeft op het gebied van risicobeheer, beleggingsbeleid en financiële informatievoorziening. De niet-uitvoerende bestuurders moeten in staat zijn op deze gebieden de uitvoerend bestuurders te controleren en zij moeten de competenties hebben om hen tegenwicht te bieden.
Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat de interne auditfunctie een andere taak en een ander doel heeft dan de auditcommissie die op grond van het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wvb verplicht is voor pensioenfondsen met een omgekeerd gemengd bestuursmodel. Doel van de interne auditfunctie is het zorgen voor een gezonde en prudente bedrijfsvoering bij pensioenfondsen. De auditcommissie bij een pensioenfonds met een omgekeerd gemengd bestuursmodel is (in ieder geval) belast met het houden van toezicht op de risicobeheersing, het beleggingsbeleid en de financiële informatieverschaffing door het pensioenfonds. Doel van deze auditcommissie is om te voorzien in voldoende «countervailing power» ten opzichte van het uitvoerend bestuur. Naast deze wettelijk verplichte auditcommissie voor pensioenfondsen met een omgekeerd gemengd bestuursmodel, kan het zijn dat pensioenfondsen in hun statuten een auditcommissie hebben benoemd. De taken en bevoegdheden van deze auditcommissie worden door het pensioenfonds in de statuten vastgelegd. Deze statutaire auditcommissie kan bijvoorbeeld een adviserende en ondersteunende rol richting het bestuur hebben in het kader van risicobeheersing- en controlesystemen of het bestuursverslag.