Artikel 14t, lid 3, Besluit uitvoering Pw en Wvb bepaalt dat het vaststellen van de risicohouding wordt gebaseerd op in ieder geval de uitkomsten van het risicopreferentie-onderzoek, deelnemerskenmerken en wetenschappelijke inzichten. De pensioenuitvoerder onderbouwt hoe en in welke mate deze elementen hebben bijgedragen aan de risicohouding. Deze weging kan kwalitatief worden gemaakt en hoeft dus niet kwantitatief te zijn. Artikel 14t, lid 4, Besluit uitvoering Pw en Wvb bepaalt dat bij het vaststellen van de risicohouding voor ieder (leeftijds)cohort rekening wordt gehouden met de duur van de periode tot aan de pensioendatum, waarbij het beleggingsrisico in beginsel kleiner wordt naarmate de pensioendatum nadert. De blootstelling aan beleggingsrisico kan gelijk blijven tussen opeenvolgende geboortejaren binnen een (leeftijds)cohort of als het beleggingsrisico op het maximaal toegestane niveau zit (150%) voor deze geboortejaren.
Het bestuur van een pensioenfonds draagt na overleg met de organen van het pensioenfonds zorg voor de vastlegging van de risicohouding van het pensioenfonds. Een verzekeraar of premiepensioeninstelling streeft ernaar van de deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden of hun vertegenwoordigers zo veel mogelijk duidelijkheid te krijgen over de risicohouding. Dit volgt uit artikel 102a Pw en artikel 14t, lid 2, Besluit uitvoering Pw en Wvb.
Een (leeftijds)cohort heeft op grond van artikel 14t, lid 5, Besluit uitvoering Pw en Wvb in beginsel een maximale omvang van vijf geboortejaren. In afwijking hiervan kan een (leeftijds)cohort betrekking hebben op een groter aantal geboortejaren als de pensioenuitvoerder op basis van het risicopreferentie-onderzoek, de deelnemerskenmerken en wetenschappelijke inzichten onderbouwt dat dit in het belang is van de deelnemers, gewezen deelnemers, andere aanspraakgerechtigden of pensioengerechtigden.
Pensioenuitvoerders leggen de risicohouding en de onderbouwing van de wijze waarop tot die risicohouding is gekomen vast. Pensioenfondsen nemen op grond van artikel 145 Pw de beschrijving van de risicohouding op in de actuariële en bedrijfstechnische nota.