In de beleidsregel beschrijft DNB het toezicht op de invulling van het beleid en op processen en procedures die trustkantoren inregelen om maatschappelijk onbetamelijk handelen te voorkomen. De beleidsregel kent een procedurele insteek en heeft niet de intentie om voor te schrijven welke activiteiten wel of niet als maatschappelijk betamelijk kunnen of moeten worden gezien. Dat is namelijk niet de rol van de toezichthouder. DNB geeft wel enige voorbeelden hoe trustkantoren het risico op betrokkenheid bij onbetamelijk handelen kunnen beheersen.
Wettelijke grondslag
Deze beleidsregel is gebaseerd op artikel 41, derde lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018). In dit artikel bepaalt de wetgever dat DNB beleidsregels opstelt over dit onderwerp.
Consultatiereacties en feedbackstatement
Deze beleidsregel is tot stand gekomen na consultatie van de sector. In het feedbackstatement wordt ingegaan op de ontvangen consultatiereacties. De onderwerpen waar de meeste reacties op zijn gekomen, zijn: 1) de rechtmatigheid van de beleidsregel, 2) de materialiteit van de beleidsregel, 3) de uitwerking binnen de bedrijfsvoering van trustkantoren en 4) de convenanten en akkoorden. Op basis van deze reacties is de consultatieversie van de beleidsregel op enkele onderdelen gewijzigd.
Evaluatie
De beleidsregel zal één jaar na inwerkingtreding geëvalueerd worden. Op basis van deze evaluatie wordt ook bepaald of ook voor instellingen die onder de Wet op het financieel toezicht vallen een beleidsregel maatschappelijke betamelijkheid opgesteld wordt.