Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Spaarrekeningen

Q&A

Vraag:

Zijn spaarrekeningen betaalrekeningen waartoe de aanbieders toegang aan rekeninginformatie- of betaalinitiatiedienstverleners moeten verlenen met uitdrukkelijke toestemming van de rekeninghouder zoals geregeld in artikel 66 en 67 van PSD2?

Gepubliceerd: 25 juli 2019

Bekijk eerdere versies in het archief

Antwoord:

Of spaarrekeningen betaalrekeningen zijn waartoe de aanbieders op basis van artikel 66 en 67 PSD2 toegang moeten verlenen aan rekeninginformatie- of betaalinitiatiedienstverleners (derde partijen), is afhankelijk van de mate waarin deze spaarrekeningen beperkingen kennen om geldmiddelen te deponeren, over te maken of op te nemen. Spaarrekeningen waarvandaan zonder beperkingen geldmiddelen kunnen worden overgemaakt naar andere rekeningen zijn betaalrekeningen, waaraan toegang verleend moet worden (zie ook Toelichting).

In Nederland zijn spaarrekeningen met één of meer vaste tegenrekeningen meer gangbaar. Op 4 oktober 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie vastgesteld dat spaarrekeningen met een vaste tegenrekening niet als betaalrekening moeten worden gezien. Deze uitspraak is gedaan op grond van PSD1. Inmiddels heeft de Europese Commissie aan het ministerie van Financiën duidelijk gemaakt dat naar haar mening deze uitspraak van het Hof – onder het voorbehoud dat uiteindelijk alleen het Europese Hof een definitieve interpretatie kan geven - ook geldt krachtens PSD2, aangezien de definitie van "betaalrekening" in artikel 4 (12) van PSD2 hetzelfde blijft als in artikel 4, lid 14, van PSD 1. Spaarrekeningen met één of meer vaste tegenrekeningen vallen daarom volgens de Europese Commissie niet onder PSD2. DNB en de AFM zullen dit standpunt volgen.

Wel kunnen aanbieders van spaarrekeningen met een vaste tegenrekening het buiten PSD2 om mogelijk maken dat rekeninginformatiedienstverleners, met toestemming van de individuele rekeninghouders, toegang tot spaarrekeningen krijgen. Zolang de aanbieders van de spaarrekeningen hierover transparant zijn naar hun rekeninghouders, kan dit op basis van een overeenkomst tussen aanbieders van dergelijke spaarrekeningen en de derde partijen.
DNB en de AFM wijzen markpartijen erop, dat mededingingsregels ook van toepassing kunnen zijn op de vraag of toegang aan derde partijen geboden moet worden. Het beperken van deze toegang kan in strijd zijn met deze regels. Dit kan ook gelden voor spaarrekeningen met een vaste tegenrekening. De ACM houdt hier in Nederland toezicht op.

Tot slot wijzen DNB en de AFM marktpartijen erop dat bij de verwerking van persoonsgegevens aan de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) moet worden voldaan, dus ook bij de verwerking van persoonsgegevens van spaarrekeningen. De AP houdt hier in Nederland toezicht op.

Toelichting
Het begrip betaalrekening is in artikel 1:1 Wft gedefinieerd als een op naam van een of meer betaaldienstgebruikers aangehouden rekening die aangewend wordt voor de uitvoering van betalingstransacties. Het begrip betalingstransactie is in artikel 1:1 Wft vervolgens gedefinieerd als het deponeren, overmaken of opnemen van geldmiddelen ongeacht of er onderliggende verplichtingen zijn tussen betaler en begunstigde zijn.

De Europese Commissie heeft in 2008 in Q&A’s aangegeven dat een spaarrekening als betaalrekening kwalificeert indien de rekeninghouder zonder aanvullende betrokkenheid of toestemming van de betaaldienstverlener gelden kan deponeren, overmaken of opnemen op of van de rekening.

Mogelijke belemmeringen waardoor de rekeninghouder niet vrijelijk over zijn tegoed kan beschikken zijn:

  • De betaaldienstverlener rekent administratieve kosten of contractueel vastgelegde boetes voor het storten, overmaken of opnemen
  • Er zijn administratieve handelingen nodig voor het storten (bijvoorbeeld het sluiten van een nieuwe overeenkomst).
  • Het aantal momenten of tijdstippen waarop geldmiddelen gestort, overgemaakt of opgenomen kunnen worden is beperkt.

Termijndeposito’s met een contractueel overeengekomen looptijd voldoen aldus de Commissie niet aan dit criterium aangezien de geldmiddelen daarbij niet zonder beperkingen onmiddellijk beschikbaar zijn.

Ontdek gerelateerde artikelen