Een verplichtstelling van een beroepspensioenregeling voor alle beroepsgenoten kan alleen aangevraagd worden door een speciaal voor dat doel opgerichte beroepspensioenvereniging. Op grond van de Wvb kan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) de regeling alleen verplicht stellen als deze vereniging een belangrijke meerderheid van de beroepsgenoten vertegenwoordigt.
In de regeling wordt dit nader ingevuld. Onder andere wordt bepaald dat indien de indieners aangeven tussen de 50 en 60% van het totaal aantal beroepsgenoten worden vertegenwoordigd, een speciale accountantverklaring nodig is om de juistheid van deze cijfers vast te stellen.
Voorts bevat de regeling bepalingen over welke specifieke informatie bij een verzoek tot het aanvragen, wijzigen of intrekken van een verplichtstelling bij de minister van SZW moet worden aangeleverd, en in welke vorm die informatie wordt aangeleverd.
Tot slot bevat de regeling – vergelijkbaar met de Regeling gemoedsbezwaarden Bpf 2000 – regels voor gemoedsbezwaarden die vrijstelling van de verplichtstelling willen krijgen.