Het menselijk leed veroorzaakt door het coronavirus is wereldwijd enorm. Dat stelt de schade die de pandemie aan de economie heeft aangericht in de schaduw. Niettemin was de krimp van de Nederlandse economie in 2020 een nieuw record. Tegelijkertijd heeft de economie het veel beter gedaan dan we in het voorjaar van 2020 verwachtten. Dat is zonder meer te danken aan hoe beleidsmakers op de crisis hebben gereageerd. Maar de economie toonde zich ook veerkrachtig omdat ze in de kern gezond was voordat het coronavirus toesloeg.
Vooruitzichten
Eerst wil ik u graag bijpraten over onze licht bijgestelde vooruitzichten voor de Nederlandse economie. Voor dit jaar gingen we in december nog uit van een groei van bijna 3%. Maar we veronderstelden daarbij dat de contactbeperkende maatregelen vanaf begin dit jaar geleidelijk zouden worden afgebouwd. De realiteit is dat deze maatregelen sindsdien zijn aangescherpt. We verwachten daarom nu voor 2021 een jaar met twee gezichten. Voor het eerste kwartaal voorzien we nu een hernieuwde krimp, van ongeveer 1%. Wanneer de economie later dit jaar geleidelijk wordt vrijgegeven, kan deze zich fors herstellen, vergelijkbaar met wat we in het derde kwartaal van vorig jaar zagen. Wij ramen daarom nog steeds een geleidelijk aan kracht winnende economische groei die uitkomt op ruim 2% voor heel dit jaar en 4% volgend jaar.
Dit hoopvolle beeld, dat in lijn is met wat we ook om ons heen zien, wordt ingegeven door een aantal ontwikkelingen. De wereldhandel en de industrie groeien en lijken immuun te zijn geworden voor de pandemie. Vooral een deel van de dienstensector wordt getroffen, wat goed verklaarbaar is door de contactbeperkende maatregelen. Herstel van deze sectoren ligt in de rede wanneer vaccinaties effect hebben, de druk op de zorg afneemt, en deze maatregelen weer kunnen worden afgebouwd. Ook kunnen de opgepotte besparingen als gevolg van deze maatregelen de bestedingen stuwen wanneer de economie weer opengaat.
Dit illustreert nogmaals dat deze economische crisis haar oorzaak heeft in een virus. Er is dan ook geen afruil tussen een gezonde economie en onze eigen gezondheid. De economische crisis is pas echt bezworen wanneer de pandemie onder controle is gebracht. Zonder contactbeperkende maatregelen zou de economische ravage zeker niet kleiner zijn geweest.
Lessen
Nu de mist begint op te trekken, willen we allemaal niets liever dan vooruit kijken, op weg naar herstel. Niettemin wil ik toch nog even stilstaan bij twee belangrijke lessen uit deze crisis.
In de eerste plaats heeft ook deze crisis weer aangetoond hoe belangrijk het is om buffers aan te leggen in goede tijden. De financiële sector heeft na de financiële crisis van 2008/2009 meer en betere buffers opgebouwd. Daardoor kon vooralsnog worden voorkomen dat de crisis in de reële economie de financiële sector besmette.
En omdat de Nederlandse overheidsfinanciën kerngezond waren, kon de overheid de economische klap van de pandemie zonder problemen opvangen. Bij een externe schok als een pandemie is het noodzakelijk dat de overheid als de ultieme verzekeraar optreedt. Er is immers niemand anders die deze rol op zich kan nemen. En dit is ook precies wat overheden hebben gedaan, in Nederland, maar ook daarbuiten. Alleen al in Nederland is tot dusverre ter waarde van ruim EUR 60 mrd (een kleine 8% bbp) aan steun verleend.
Als gevolg hiervan lopen tekort en schuldquote dit jaar op tot ongeveer 6,5%, respectievelijk iets boven de 60% bbp. Hoewel een dergelijk schuldniveau geen enkele aanleiding tot ongerustheid geeft, is het wel van belang dat de oploop van de schuldquote na afloop van de pandemie tot stilstand wordt gebracht. Met de kabinetsformatie voor de deur moet worden voorkomen dat de overheidsfinanciën alsnog structureel uit het lood slaan. In lijn met het recente rapport van de Studiegroep Begrotingsruimte is het daarom belangrijk dat we geen structurele verplichtingen aangaan, zonder hier elders in de begroting voldoende structurele dekking voor te vinden.
Een tweede les is dat we de neiging moeten onderdrukken om ons in crises als deze naar binnen te keren, hoe begrijpelijk deze reflex op het eerste gezicht ook is. Nederland is een kleine open economie die alleen maar kan floreren binnen een bloeiende Europese Unie als zelfbewuste speler in een open wereldeconomie. Laten we dus geen muren om ons heen bouwen. Kijkend naar de Europese Unie, dan heeft de gezamenlijke insteek bij het macro-economisch beleid dat na het uitbreken van de pandemie is ingezet haar toegevoegde waarde bewezen. Overheden – nationaal en Europees – leveren een stootkussen voor de economie, en de Europese Centrale Bank draagt bij aan gunstige financieringsvoorwaarden voor burgers, bedrijven en diezelfde overheden.
Uitdagingen
Dames en heren, ik kom langzaam tot een afronding. Een jaar na de start van de pandemie gloort er zonder meer licht aan het einde van de tunnel. Maar het pad op weg naar herstel is bezaaid met uitdagingen. Laat ik er een paar kort aanstippen.
Hoewel de mist geleidelijk optrekt, is de onzekerheid nog steeds groot. Mutaties van het coronavirus die niet vatbaar zijn voor de huidige vaccins zouden roet in het eten kunnen gooien en ook onze economie opnieuw voor uitdagingen kunnen plaatsen. Een belangrijke reden om de strijd met het virus ook echt in ons voordeel te beslechten. Aangezien het virus geen grenzen kent, zal dat evenzo moeten gelden voor onze vaccinatie-inspanningen. Op de Titanic had je immers niet zo bijster veel aan een eerste klas kaartje.
Wanneer, terug in Nederland, de overheid haar steunpakketten gaat afbouwen, zullen er ontegenzeggelijk bedrijven zijn die alsnog hun deuren moeten sluiten. Het is belangrijk om te voorkomen dat bedrijven die na afloop van deze crisis in de kern nog gezond zijn, toch nog ten onder gaan aan een overmatige schuldenlast. Ook moeten we ervoor blijven waken dat faillissementen zich vertalen in onhanteerbare kredietverliezen bij banken. Dan zou de financiële sector alsnog in de problemen komen.
Voorbij deze coronanasleep wacht het nieuwe kabinet een aantal probleemdossiers die geen verder uitstel kunnen velen. Om in 2050 klimaatneutraal te zijn moeten we onze economie verduurzamen. Want de gevolgen van klimaatverandering voor de economie en financiële stabiliteit zijn potentieel nog veel ingrijpender dan de coronapandemie. Laat het herstel uit deze crisis dus ook een groen herstel worden. Een soortgelijke urgentie ervaren wij, tenslotte, rondom de noodzakelijke hervormingen van de arbeidsmarkt en de woningmarkt. Drie dossiers die op de keper beschouwd hun eigen inleiding zouden verdienen.
Dames en heren, het gerucht gaat dat DNB’ers inherent voorzichtig en pessimistisch zijn. Laat ik dat beeld enigszins nuanceren door nu hardop de verwachting uit te spreken dat de persconferentie ter gelegenheid van het jaarverslag 2021 weer driedimensionaal kan plaatsvinden.
Lees hier het Persbericht Jaarverslag 2020