Hoe zit het met pensioen in Nederland en waar staan we met de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel? Op deze pagina leest u meer over verschillende onderwerpen die met uw pensioen te maken hebben.
Nieuw pensioenstelsel
De samenleving verandert. We worden ouder met zijn allen en er zijn steeds meer gepensioneerden ten opzichte van het aantal werkenden. Het aantal flexwerkers en zelfstandigen is gestegen en werknemers blijven niet meer hun hele loopbaan bij dezelfde werkgever. Het huidige pensioenstelsel past daar niet bij. Daarom hebben de Eerste en Tweede Kamer een wetsvoorstel aangenomen om de Pensioenwet te wijzigen. De wet is op 1 juli 2023 ingegaan.
Pensioenfondsen, vakbonden en werkgevers hebben op dit moment tot 1 januari 2027 om hun pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving. De minister van het vorige kabinet heeft aangegeven deze einddatum op te gaan schuiven naar 1 januari 2028. DNB was onafhankelijk adviseur bij de ontwikkeling van het wetsvoorstel en beoordeelt de dossiers van pensioenfondsen die overstappen naar het nieuwe stelsel.
Pensioen in Nederland bestaat uit drie delen. We noemen dit ook wel de drie pijlers:
De eerste pijler is het basisinkomen via de Algemene Ouderdomswet (AOW). Deze wet dateert uit 1957 en bepaalt dat alle mensen van 65 jaar en ouder een basispensioen ontvangen van de staat. Inmiddels is de pensioenleeftijd verhoogd naar 67 jaar.
De tweede pijler is het pensioen dat werknemers verplicht opbouwen via hun werkgever. Hierdoor krijgen gepensioneerde (ex-)werknemers een aanvullende uitkering bovenop de AOW-uitkering. De veranderingen in het nieuwe pensioenstelsel betreffen deze pijler.
De derde pijler bestaat uit vrijwillige individuele inkomensvoorzieningen (bijvoorbeeld een levensverzekering om een pensioengat aan te vullen of eerder met pensioen te gaan).
DNB houdt toezicht op de pensioenuitvoerders in de tweede pijler, zoals pensioenfondsen en verzekeraars. DNB houdt ook toezicht op financiële instellingen die producten aanbieden in de derde pijler, zoals verzekeraars en banken. En via onze statistieken over de pensioensector stellen we beleidsmakers, onderzoekers en anderen in staat om ontwikkelingen te volgen en maatschappelijke doelen te bereiken.
Hoeveel mensen in Nederland bouwen via hun werkgever pensioen op? Hoeveel premie betalen we met z’n allen? Dit kunt u zien in onze statistieken. Ook kunt u informatie zien over uw eigen pensioenfonds, bijvoorbeeld hoe hoog de premie is en wat de dekkingsgraad van uw pensioenfonds is.
Collectieve waardeoverdracht
Een pensioenfonds kan besluiten dat het op wil houden te bestaan. Bijvoorbeeld vanwege te hoge kosten of een te klein aantal deelnemers. Dit noemen we liquideren. Het pensioenfonds moet dan eerst de opgebouwde pensioenrechten- en aanspraken van haar deelnemers overdragen naar een andere pensioenuitvoerder. Denk hierbij aan een ander pensioenfonds, een premiepensioeninstelling of verzekeraar. Dit heet een collectieve waardeoverdracht bij liquidatie.
DNB is door de wet aangewezen om zo’n collectieve waardeoverdracht te beoordelen en kan besluiten deze te verbieden. Pensioendeelnemers mogen onder bepaalde voorwaarden een zienswijze indienen waarin zij hun mening over de collectieve waardeoverdracht met DNB delen. Met relevante informatie die hieruit naar voren komt, houden wij rekening bij het nemen van ons besluit.
‘Onze belangen lopen niet uiteen. Wij willen allemaal een ordentelijke en rechtvaardige transitie naar een nieuw toekomstbestendig pensioenstelsel. Een stelsel dat aansluit bij de huidige arbeidsmarkt en dat minder conflicten kent tussen generaties.’ Gita Salden op het jaarcongres Pensioenfederatie.
In het tweede kwartaal van 2024 is de dekkingsgraad van de pensioensector verbeterd ten opzichte van het vorige kwartaal. Dit komt doordat de waarde van de beleggingen minder is afgenomen dan de waarde van de verplichtingen.
Pensioenfondsen boekten dankzij de wereldwijd sterk gestegen beurzen over eerste kwartaal van 2024 forse koerswinsten van bijna € 36 miljard op hun beleggingen in aandelen en participaties, zo blijkt uit macro-economische cijfers van DNB.
Nederlandse huishoudens kunnen na pensionering ongeveer 60% van het eerdere inkomen vervangen met AOW en aanvullende pensioenen. Als ook spaargeld wordt meegenomen gaat het om 63%. Soms kiezen mensen er bewust voor om het totale vermogen inclusief overwaarde in de eigen woning ook aan te wenden...
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies. Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.