De belangrijkste winstbron voor DNB zijn de ‘netto rentebaten’; deze bedroegen sinds 1999 in totaal EUR 25,7 miljard
Net als commerciële banken hanteren de centrale banken in het Eurosysteem een klein positief verschil tussen rente die ze in rekening brengen op verstrekte leningen aan commerciële banken en rente die ze betalen op de deposito’s die commerciële banken bij de centrale bank aanhouden. Daarnaast houden ook enkele centrale banken van buiten het Eurosysteem een deposito bij DNB aan om over euro’s te beschikken.
Sinds 1999 heeft DNB ongeveer EUR 4,3 miljard verdiend aan ‘netto baten uit financiële transacties’
Hieronder vallen voor een deel de resultaten op de eigen beleggingen van DNB. Dit zijn beleggingen die DNB actief verricht en die dienen als tegenpost van verplichtingen zoals uit hoofde van de bankbiljetten in omloop. Het verwachte positieve rendement op die beleggingen levert een resultaat op ten opzichte van bankbiljetten waar geen rente over wordt vergoed. Daarnaast leveren de eigen beleggingen ook de nodige kennis op over de actuele ontwikkelingen in financiële markten. Het gaat momenteel onder meer om EUR 4,6 miljard in staatsobligaties, EUR 2,7 miljard in aandelen en EUR 1,2 miljard in bedrijfsleningen. Ongeveer 10 procent van de eigen beleggingen is belegd in groene obligaties. In 2025 wil DNB dat de eigen beleggingen (voor zover mogelijk) in lijn zijn met de afspraken uit het klimaatakkoord van Parijs. Hiermee wil DNB de impact van klimaatrisico’s op de balans beheersen en bijdragen aan de transitie naar een duurzame economie. DNB sluit op dit moment al bedrijven uit die zich bezighouden met de productie van clustermunitie, landmijnen of chemische, biologische en nucleaire wapens. Verder bezit DNB goud waarover geen periodieke inkomsten worden ontvangen, maar DNB is wel blootgesteld aan een waardevermeerdering of -vermindering van goud. Dat loopt via een herwaarderingsreserve op de balans en beïnvloedt de winst niet: dat is pas aan de orde bij een verkoop van goud. Onder de netto baten uit financiële transacties valt ook de toevoeging of onttrekking aan een voorziening voor financiële risico’s. Deze voorziening vormt naast het eigen vermogen een extra buffer om schokken op te vangen.
Een andere inkomstenbron voor DNB bestaat uit ‘provisies en overige baten’
Het gaat hier voor een belangrijk deel om de bijdrage van de onder toezicht staande instellingen, maar ook over de dividenden die DNB jaarlijks ontvangt als aandeelhouder van de Europese Centrale Bank en van de Bank voor Internationale Betalingen (BIS) in het Zwitserse Bazel. Cumulatief betreft deze bron EUR 4,1 miljard sinds de introductie van de euro. Ook verricht DNB betaalde diensten voor enkele andere centrale banken en de Nederlandse staat.
Sinds 2015 koopt DNB obligaties van de Nederlandse Staat in de secundaire markt aan als onderdeel van het ECB aankoopprogramma om een deflatoire prijsontwikkeling tegen te gaan
Met deze aankopen geeft DNB invulling aan het monetaire beleid gericht op prijsstabiliteit zoals vastgesteld door de raad van bestuur van de ECB. Omdat die obligaties, zeker in de laatste jaren, tegen zeer lage en soms zelfs negatieve rentes zijn aangekocht, is hun bijdrage aan de winst van DNB beperkt. Het Eurosysteem koopt overigens ook bedrijfsobligaties aan. DNB profiteert van de inkomsten op deze obligaties, maar draagt ook bij als onverhoopte verliezen optreden.
De rentebaten uit monetaire operaties van alle centrale banken in het Eurosysteem worden onderling verrekend
Sinds de invoering heeft dit voor DNB geleid tot een cumulatief negatief nettoresultaat uit het monetaire inkomen van EUR 4,1 miljard. Dit komt doordat leningen aan en deposito’s van commerciële banken ongelijk neerslaan in het Eurosysteem. Sommige centrale banken verstrekken relatief veel leningen aan commerciële banken en andere ontvangen juist relatief veel deposito’s. Deze verhoudingen verschuiven door de tijd en het jaarlijkse nettoresultaat van het Eurosysteem wordt herverdeeld onder de centrale banken in het Eurosysteem. Dit kan daarom zowel positief als negatief voor DNB uitpakken. De laatste twee jaar is het resultaat positief.
De sluitpost van de winst- en verliesrekening zijn de kosten die DNB maakt om haar taken uit te voeren
Sinds 1999 heeft DNB EUR 7,5 miljard aan kosten gemaakt. Hieronder vallen de kosten die samenhangen met toezicht, resolutie en het depositogarantiestelsel. De kosten van toezicht en de bijdrage van de onder toezicht staande instellingen heffen elkaar op. Verder zijn er de kosten die samenhangen met financiële stabiliteit, het betalingsverkeer, monetair beleid en eigen beleggingen en statistiek. Ook vallen de productiekosten van bankbiljetten, andere beheerskosten en afschrijvingen op vaste activa onder deze post. De tabel vat de cumulatieve winst- en verliesrekening over de laatste 23 jaar samen.
Cumulatieve winst- en verliesrekening
|
Bedrag in mln EUR
|
Netto rentebaten
|
25.722
|
Netto baten uit financiële transacties
|
4.313
|
Provisies en overige baten
|
4.179
|
Netto resultaat herverdeling monetair inkomen
|
-4.101
|
Kosten
|
-7.552
|
Winst
|
22.561
|
- Waarvan uitgekeerd als dividend
|
16.220
|
- Waarvan ingehouden om buffers te versterken
|
6.341
|
Bron: jaarverslagen DNB 1999-2021
De winstverwachtingen zijn laag; verliezen zijn niet uitgesloten
De balans van DNB is in 23 jaar sterk gegroeid van EUR 42 miljard naar EUR 510 miljard euro. Deze sterke groei komt vooral door de genoemde aankopen van obligaties. Daarmee nemen ook de rente- en kredietrisico’s op de balans sterk toe. Sinds de start van de grootschalige ECB-aankoopprogramma’s in 2015 zet DNB daarom jaarlijks een flink bedrag opzij om die toenemende risico’s te dragen. De voorziening voor financiële risico’s bedraagt inmiddels EUR 2,8 miljard. Als de geldmarktrente snel sterk stijgt, is dat negatief voor de winst van DNB en kunnen zelfs verliezen optreden. Dit werkt als volgt. De obligaties die DNB tegen een lage of zelfs negatieve rente heeft aangekocht, blijven nog lang op de balans staan. Als het Eurosysteem besluit om de depositorente te verhogen, kan de combinatie van lage ontvangen rentes op obligaties en hoge uitgekeerde rentes op deposito’s verliezen mogelijk maken. In eerste instantie vangen de buffers die DNB de afgelopen jaren heeft opgebouwd een dergelijk verlies dus op. Overigens hangen deze mogelijke verliezen samen met de hele lage rente op Nederlandse obligaties, waar de Nederlandse staat ook weer direct van profiteert.