Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Moeten we ons zorgen maken over onze banken?

Achtergrond

Wie de afgelopen maanden het nieuws over omvallende Amerikaanse banken heeft gevolgd, dacht ongetwijfeld terug aan 2007/2008 en de wereldwijde financiële crisis. Toch is de situatie nu heel anders.

Gepubliceerd: 08 juni 2023

Geldmaat op nr 89

Belangrijkste verschil met toen: banken hebben nu veel sterkere buffers en meer geld in kas. Dat is een geruststellende constatering. Want met hogere buffers en meer geld in kas, vang je tegenvallers beter op. Maar ondanks dat, zijn er wel degelijk risico’s voor het financiële systeem. En die blijven hoog en worden ook steeds concreter.

Welke risico's zien we?

Risico’s die concreter zijn geworden, zien we bijvoorbeeld op de financiële markten, denk aan de plotse dalingen van beurskoersen. Maar ook bij overheden, bedrijven en huishoudens: kunnen zij hun schulden nog wel terugbetalen op de lange termijn? Het belangrijkste risico vloeit voort uit de hoge inflatie en de snel gestegen rente. Dat zit zo: We komen uit een lange periode met lage rente. Geld op je spaarrekening leverde weinig op. Op zoek naar rendement gingen beleggers, banken en verzekeraars meer risico’s nemen. Ook bouwden overheden, bedrijven en huishoudens hoge schulden op. Nu de rente recent zo snel is gestegen, is geld lenen veel duurder geworden. Dat maakt huishoudens, maar ook bedrijven en financiële ondernemingen kwetsbaar. Hoe de snel gestegen rente ook financiële instellingen kan raken en hoe dat tot problemen kan leiden, zagen we dit voorjaar al in de VS. Daarnaast is de inflatie, ondanks de daling van energieprijzen, aanhoudend hoog. Met als gevolg dat veel prijzen nog steeds stijgen, ook al stijgen ze minder hard dan vorig jaar.

Als het centrale banken onvoldoende lukt om de inflatie met de huidige renteverhogingen de kop in te drukken, zullen ze de rentes nog meer moeten verhogen dan nu voorzien. Als dat gebeurt, neemt de kans op ongelukken in het financiële stelsel toe.

Buffers, buffers, buffers

Dus, moeten we ons zorgen maken? Ja en nee. Risico’s op instabiliteit en onrust in de financiële sector worden concreter, maar zoals we al aangaven, zijn de buffers van de banken nu veel hoger dan ze waren en houden banken meer geld in kas. En daarmee zijn ze beter bestand tegen problemen.

Buffers, dat woord gaat in dit artikel nog wel een paar keer vallen. Dat banken, verzekeraars en pensioenfondsen tegen een stootje kunnen, is voor iedereen belangrijk.

Leren van problemen

Gelukkig kunnen we ook lessen trekken uit de recente problemen bij regionale Amerikaanse banken en bij de Zwitserse bank Credit Suisse. Daarvoor kijken we allereerst naar de oorzaken van die problemen. Bij de Zwitserse bank Credit Suisse speelde iets anders dan bij de Amerikaanse banken. Hier was al langere tijd sprake van wanbeleid, waardoor beleggers en spaarders er in een periode van maanden al uit voorzorg veel geld hadden weggehaald. Dat woog op een gegeven moment zo zwaar dat Credit Suisse echt in de financiële problemen kwam en na bemoeienis van de Zwitserse autoriteiten werd overgenomen door een andere Zwitserse bank, UBS.

In de VS gingen de afgelopen maanden meerdere regionale banken ten onder: Silicon Valley Bank (SVB), Signature Bank of New York (SBNY) en later ook nog First Republic. Deze banken hadden heel weinig geld in kas en ze hadden zich niet ingedekt tegen snel stijgende rentes. Dat werd een probleem toen bedrijven en spaarders in korte tijd veel geld weghaalden, terwijl de beleggingen van deze banken in waarde daalden door de rentestijgingen. Die combinatie werd hen fataal. Om geld terug te kunnen geven aan bedrijven en spaarders, moesten ze snel cash hebben en daarvoor verkochten ze obligaties (schuldpapier van andere bedrijven). Uit angst voor een faillissement haalden bedrijven en spaarders vervolgens nog meer geld weg.

Wereldkaart

Vluchtig spaargeld

En dat gaat vandaag de dag veel sneller dan in 2008. Na berichten op sociale media dat een bank in de problemen is, kan iedereen in de app van zijn bank heel snel spaargeld weghalen. Spaargeld is ‘vluchtig’, zeggen we dan. Dit zie je vooral bij spaargeld dat niet beschermd is via het zogenoemde depositogarantiestelsel. (De depositogarantie in Nederland zorgt ervoor dat je tot 100.000 euro per persoon krijgt terugbetaald als een Nederlandse bank omvalt.)

Bij de ‘onverzekerde deposito's’ moet je als klant dus veel beter oppassen. Mensen waarschuwen elkaar daarom als er problemen zijn bij hun bank. Sociale media spelen hier een rol, maar ook grote app-groepen. Bij Silicon Valley Bank werd na dit soort waarschuwingen in één dag tijd maar liefst 42 miljard dollar aan geld weggehaald, bijna een kwart van al het spaartegoed bij die bank.

Minder strenge regelgeving in de VS

Wat in de VS ook een rol speelde, is dat voor banken die voor Amerikaanse begrippen relatief klein zijn, veel minder strenge regelgeving geldt dan voor de grotere banken. In Europa passen we de regelgeving toe op alle banken, groot en klein. Dus ook als bij ons een bank niet enorm groot is, gelden dezelfde regels.

Wat leren we hier nu van?

Bij de ene bank (Credit Suisse) was al langer sprake van wanbeleid en hadden mensen dus weinig vertrouwen dat het goed zou komen. Bij de andere banken (in de VS) werden risico's niet goed afgewogen en ingedekt, en daarmee kon de boel niet goed worden opgevangen toen het misging. Daar bovenop hoefden de kleinere banken minder hoge buffers aan te houden voor als het mis zou gaan. Op het moment dat het daadwerkelijk fout liep, zag je dat mensen er geen vertrouwen in hadden dat het goed zou komen, en haalden ze hun geld weg, waardoor de problemen snel nog erger werden. Naast goed risicomanagement en voldoende buffers, speelt vertrouwen dus ook een grote rol bij het stabiel houden van banken. ‘Vertrouwen’ is dus net als ‘buffers’ ook zo’n belangrijk woord als het gaat om de stabiliteit van een bank.

En de Nederlandse banken?

Terug naar Nederland. Hoe staan de banken hier ervoor? En is de situatie bij ons vergelijkbaar met die bij de Amerikaanse banken? Allereerst een hoopvol verschil. Onze regels zijn de afgelopen jaren al een stuk strenger geworden. In Europa gelden stevige eisen aan wat banken aan kapitaal op hun balans moeten houden en wat ze in kas moeten hebben. Om te zien hoe een bank ervoor staat vergelijken we de omvang van dit kapitaal met de risico's die de bank loopt. Qua verhouding zitten Nederlandse banken rond het Europese gemiddelde.

Ook op het punt van de ‘kasreserves’ doen Nederlandse banken het goed; het gaat dan om geld en bezittingen die banken makkelijk en snel kunnen verkopen, ‘liquide maken’, heet dat. Genoeg reden dus om met vertrouwen naar de toekomst te kijken, maar gezien de risico’s blijven we wel waakzaam.

Hoe wantrouwen in de VS ook ons kan raken

Dat het hier op dit moment best goed zit, betekent niet automatisch dat dat altijd zo blijft. We zagen bijvoorbeeld dat de problemen ver weg (in de VS) effect hebben op banken elders in de wereld, ook op banken die er goed voorstaan. Dit zagen we met name aan de waarde van de aandelen van banken, die daalden. Beleggers vertrouwden het niet en namen het zekere voor het onzekere. Ze verkochten hun aandelen alvast voordat duidelijk was of de banken hier wel of niet in de problemen zaten. Doordat veel mensen dat deden, daalden de prijzen. Er was namelijk meer aanbod dan vraag. We zagen duidelijk dat als mensen zich zorgen maken om banken aan de andere kant van de wereld, dat dus ook kan doorwerken in de banken in Nederland. Of dat nou nodig is of niet. Het is daarom ook in ons belang dat banken aan de andere kant van de wereld veiliger zijn.

 Wat gebeurt er in Bazel?

In het Zwitserse Bazel praten toezichthouders en centrale banken uit 28 landen meerdere keren per jaar over internationale regels en eisen die erop gericht zijn de bankenwereld solide te maken en te houden. Namens De Nederlandsche Bank is onze toezichtdirecteur Steven Maijoor lid van dit Bazels Comité. Hij adviseert en praat dus mee over de benodigde internationale maatregelen.

Veel internationale regels en standaarden zijn in Bazel al afgesproken, maar nog niet overal ingevoerd. Dat moet zo snel mogelijk gebeuren, ook in Europa. En door de recente gebeurtenissen bij de Amerikaanse banken, vinden we dat bekeken moet worden of sommige eisen verder moeten worden aangescherpt. Bijvoorbeeld over kasreserves en hoe om te gaan met de risico’s van snel stijgende rentes.

Leren van problemen

Intussen in Den Haag: Klaas Knot spreekt met de Tweede Kamer

DNB-president Klaas Knot sprak op 7 juni ook over dit onderwerp in de Tweede Kamer. “De problemen bij regionale banken in de Verenigde Staten en bij het Zwitserse Credit Suisse onderstrepen het belang van goed risicomanagement en toezicht en laten zien dat de internationale regelgeving voor banken versterkt kan worden’’, gaf hij aan.

Klaas Knot op 7 juni in gesprek met leden van de Tweede Kamer, AFM-voorzitter Laura van Geest en CPB-directeur Pieter Hasekamp

Voorbereid voor als het misgaat

Hoe je je ook voorbereidt met stevige buffers en reserves, problemen bij banken vallen nooit helemaal uit te sluiten. We hebben inmiddels goede afspraken gemaakt om de gevolgen van een omvallende bank voor de rest van de sector en voor de economie zo klein mogelijk te houden. Opvangen tijdens de val of gecontroleerd laten omvallen, zou je kunnen zeggen, zodat de schade voor de samenleving zo beperkt mogelijk is. In de bankenwereld heet dat ‘afwikkeling’ of ‘resolutie’. De incidenten in de VS en Zwitserland laten zien dat het nodig is hier goed op voorbereid te zijn en om verschillende opties uit te werken om een bank in de problemen af te kunnen wikkelen. 

> Hoe we daar met de banken aan werken, lees je hier: Wat als het toch misgaat?

Maatregelen van DNB

Nederlandse banken hebben een goede uitgangspositie voor als ze het onverwacht moeilijk krijgen. En als het onverhoopt misgaat, kunnen we dat veel beter opvangen dan tijdens de kredietcrisis. Toch heeft DNB de buffers van banken goed tegen het licht gehouden.

De buffer die gebruikt kan worden in zware tijden gaat omhoog

We hebben besloten om één kapitaalbuffer (CCyB geheten) voor banken te verhogen van 1 naar 2 procent. Dit betekent dat banken meer kapitaal moeten aanhouden.  Het gaat om de buffer die ‘contracyclisch’ is. Dat betekent dat je in goede tijden al een buffer opbouwt voor (economisch) zwaardere tijden. Als die aanbreken, kunnen wij deze buffer verlagen. Dit helpt banken om de kredietverlening aan bedrijven en huishoudens op peil te houden. Want als de kredietverlening in de knel komt, dan dreigt een vicieuze cirkel.

Economie minder hard geraakt als een bank omvalt: die buffer kan omlaag

Zoals je inmiddels begrepen hebt zijn er verschillende soorten buffers. Zo is er ook een extra buffer (O-SII geheten) voor de grootste banken in Nederland, die gericht is op banken die erg belangrijk zijn voor het systeem als geheel. Ook deze buffer en de vereisten voor de hoogte ervan hebben we goed tegen het licht gehouden. En deze buffer bleek juist wat omlaag te kunnen. Dit klinkt misschien gek, maar de omvang van onze bankensector is ten opzichte van de omvang van onze economie sinds de invoering van deze buffer zeven jaar geleden flink gedaald. Dit betekent dat de schade die een omvallende Nederlandse bank aan de reële economie kan aanrichten, kleiner is dan in 2016. De buffer kon daarom omlaag. Overigens speelt daarbij ook mee dat de Europese regels én het toezicht daarop in de afgelopen jaren sterk zijn verbeterd, met onder meer de Bankenunie.

> Lees meer over de Bankenunie en hoe die de banken uit de Eurozone veiliger maakt

Wat als echt álles tegenzit? Dat testen we!

Er is nog een belangrijke vraag waar we ons over gebogen hebben: hoe weet je welke banken in de problemen komen als alles tegenzit? Moeilijk precies te voorspellen, maar je kunt wel allerlei data verwerken in een scenario, om dit vervolgens toe te passen op de banken: een stresstest. En die hebben we recent afgenomen bij de Nederlandse banken.

Hoe ziet zo’n test eruit? Bij een stresstest werken we met verschillende scenario's. We kijken naar hoe banken er nu voor staan, en slaan aan het rekenen met allerlei verschillende factoren om te zien hoe de banken daarop reageren. Deze bijvoorbeeld: de inflatie blijft langer zeer hoog, de rentes stijgen verder, met nog eens 2 procentpunt extra, aandelenkoersen en huizenprijzen dalen fors. We belanden in een langdurige recessie. En de werkloosheid stijgt. Best een zwaar scenario.

Uitkomst stresstest

Dit bleken de effecten te zijn in dit scenario: onze banken zijn dusdanig weerbaar dat ze een dergelijke schok kunnen opvangen. De winstgevendheid daalt flink, maar banken blijven winst maken. Het kapitaal dat banken aanhouden - afgezet tegen de risico’s die ze lopen -  zakt van gemiddeld ruim 16 procent naar 11,5 procent maar blijft nog altijd ruim boven de minimumeis van 8 procent. Als we ook nog een zogenoemde vertrouwensschok toevoegen, krimpen ook de kasreserves hard, maar die blijven nog wel positief. Dit komt vooral doordat ons spaargeld tot 100.000 euro verzekerd is binnen het Depositogarantiestelsel. Het is dus niet nodig om in paniek je spaargeld weg te halen als een bank slecht in het nieuws is.

Conclusie: ook in een heel zwaar scenario blijven onze banken overeind. Ze kunnen echt tegen een stootje en dat geeft vertrouwen. Maar dat neemt niet weg dat we rekening moeten houden met slechtere tijden. En vanwege de hoge inflatie en stijgende rente heel alert moeten zijn. Hope for the best, prepare for the worst.

Sturen op financiële stabiliteit

Vanuit De Nederlandsche Bank monitoren we de ontwikkelingen in de financiële sector en op de financiële markten intensief. Twee keer per jaar rapporteren we ook publiekelijk over de risico's die we zien. Dit doen we in het Overzicht Financiële Stabiliteit (OFS). Het meest recente rapport is op 31 mei 2023 verschenen. Op 7 juni gaf DNB-president Klaas Knot tijdens een openbaar gesprek in de Tweede Kamer een toelichting op de laatste stand van zaken.

Ontdek gerelateerde artikelen