Interview Klaas Knot in Nikkei
Klaas Knot sprak met Takerou Minami van Nikkei over monetair beleid en financiele stabiliteit. Het interview is gepubliceerd op 30 april 2024.
Lees meer Interview Klaas Knot in NikkeiU gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:
De loonkosten hebben in het afgelopen jaar de grootste bijdrage geleverd aan de binnenlandse inflatie. Winsten van bedrijven hebben ook bijgedragen aan inflatie, al daalde hun bijdrage gaandeweg het jaar. Dit blijkt uit een analyse van de samenstellende delen van de binnenlands gecreëerde inflatie in 2023. De verwachting is dat de inflatie dit en volgend jaar verder zal afnemen. Ondanks de afnemende inflatie blijft het belangrijk om de ontwikkeling van de loonkosten en winsten goed te monitoren.
Gepubliceerd: 07 mei 2024
© ANP
In 2022 liep de inflatie aanzienlijk op. Waar de Nederlandse geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP) in 2021 2,8% bedroeg, kwam deze in 2022 uit op maar liefst 11,6%. Tegelijkertijd trok de groeiversnelling van zowel de brutowinsten van bedrijven als van de lonen, vooral in de tweede helft van 2022, veel aandacht. Hierdoor ontstond er discussie over de mate waarin winsten en lonen aan de stijgende inflatie hebben bijgedragen. Nu we een aantal kwartalen verder zijn, kunnen we de bijdragen in 2023 vaststellen. Statistisch kan inflatie op meerdere manieren worden opgedeeld in componenten. Hier gebruiken we een indicator voor de binnenlands gecreëerde inflatie. In tegenstelling tot de HICP, biedt deze maatstaf de mogelijkheid om inflatie onder te verdelen in de bijdragen van, onder andere, winsten en lonen. Met binnenlands gecreëerde inflatie wordt de uit het buitenland geïmporteerde inflatie buiten de deur gehouden, zoals de inflatiebijdrage van importgoederen zoals energie. Deze maatstaf zal dus vaak afwijken van de HICP.
De binnenlandse inflatie wordt meestal uitgesplitst in de bijdrage van de beloning van werknemers, de brutowinst van bedrijven, en het saldo van niet-productgebonden belastingen, zoals de onroerende zaakbelasting, en subsidies. De brutowinst kan verder onderverdeeld worden in de nettowinst van bedrijven, afschrijvingen, en het netto-exploitatieoverschot van huishoudens (zie Figuur 1). Dit laatste bestaat voornamelijk uit het gemengd inkomen van zelfstandigen, met zowel een loon- als een winstcomponent. Deze aanpak laat zien uit welke onderdelen de binnenlandse inflatie is opgebouwd, maar zegt niets over het onderlinge verband of over de onderliggende economische mechanismen (voor meer details zie eerdere DNB analyse).
Figuur 1 - Deflator toegevoegde waarde en bijdragen
% jaar op jaargroei en bijdrage in %-punten
Noot: Alle vijf componenten zijn gemeten per eenheid product.
De figuur laat zien dat in 2023 de loonkosten de grootste bijdrage hebben geleverd aan de binnenlands gecreëerde inflatie. Dit is niet verrassend, omdat de lonen in 2023 sterk zijn gestegen, voornamelijk door hoge looneisen ter compensatie van de forse inflatie in het jaar ervoor en de krappe arbeidsmarkt. De nettowinsten hebben ook positief bijgedragen aan inflatie, al daalde hun bijdrage gaandeweg in het jaar. Winsten zijn doorgaans volatieler. De bijdrage van de loonkosten aan de binnenlandse inflatie bedroeg afgelopen jaar 3,9 procentpunt, terwijl de bijdrage van de nettowinst van bedrijven 1 procentpunt bedroeg. In 2022 was het verschil tussen beide bijdragen veel kleiner: 1,5 procentpunt voor de loonkosten versus 1,1 procentpunt voor de nettowinst van bedrijven. In 2021 was de bijdrage van de lonen zelfs negatief en leverden de nettowinsten de grootste bijdrage. De figuur laat verder zien dat de sterke daling van de binnenlandse inflatie die in de tweede helft van 2023 optrad duidelijk terug te zien is in een dalende bijdrage van de nettowinst van bedrijven. Met andere woorden, bedrijven vangen de stijgende loonkosten op via lagere winstmarges.
Ondanks de afnemende inflatie blijft het belangrijk om de ontwikkeling van de loonkosten en winsten goed te monitoren. Vooruitkijkend verwachten we dat de Nederlandse HICP-inflatie in 2024 tot gemiddeld 2,9% daalt en in 2025 tot 2,2% (zie Najaarsraming DNB). Deze verwachte teruggang is onder andere terug te voeren op de verwachte daling van de loongroei. Een recente DNB analyse laat zien dat het risico op een loon-prijsspiraal beperkt is. Niettemin blijft het belangrijk om de loonontwikkelingen in de gaten te houden aangezien veel nieuwe loonovereenkomsten afhankelijk zijn van de inflatieontwikkelingen uit het verleden, en de krapte op de arbeidsmarkt de loongroei, zij het gematigd, opdrijft.
Klaas Knot sprak met Takerou Minami van Nikkei over monetair beleid en financiele stabiliteit. Het interview is gepubliceerd op 30 april 2024.
Lees meer Interview Klaas Knot in NikkeiDe hoge inflatie, die ervoor zorgde dat alles stukken duurder werd de afgelopen jaren, is aan het dalen. Het is verleidelijk om te denken dat daarmee een einde is gekomen aan de dure boodschappen, maar die vlieger gaat niet op.
Lees meer De inflatie is gedaald, wordt alles nu goedkoper?De hoge inflatie heeft een sterke invloed gehad op de recente loongroei. Over het algemeen werkt de stijging van de lonen echter niet volledig door naar de prijzen, wat aangeeft dat de kans op het ontstaan van een loon-prijsspiraal klein is. Dat blijkt uit een nieuwe Analyse van DNB.
Lees meer Nieuw onderzoek bevestigt kleine kans op loon-prijsspiraal‘De inflatie is weer bijna onder controle, zonder dat we noemenswaardige schade aan de economie hebben toegebracht in de vorm van een echte recessie. Volledige werkgelegenheid is behouden.’ Dat zei Klaas Knot in een interview met Marijn Jongsma en Joost van Kuppeveld van Het Financieele Dagblad.
Lees meer Interview Klaas Knot in Het Financieele DagbladOm de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies.
Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.