Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Waarom de ECB de rente heeft verlaagd

Achtergrond

Vanaf juli 2022 verhoogde de ECB de beleidsrente tot 4% om hardnekkige prijsstijgingen de kop in te drukken. Nu verlaagt de ECB de rente. Betekent de verlaging het einde van het tijdperk van inflatie? In dit artikel praten we u bij.

Gepubliceerd: 10 juni 2024

Logo ECB

De inflatie in het eurogebied is gedurende 2021 en 2022 sterk gestegen, tot een piek van 10,6% in oktober 2022. Om de stijgende inflatie tegen te gaan, heeft de ECB haar beleidsrente sinds de zomer van 2022 in rap tempo verhoogd tot 4% in september 2023. Hoewel de rente sindsdien niet verder omhoog is gegaan, droeg de stabiel hoge rente bij aan het afremmen van de inflatie (lees hier hoe dat kan).

Hoe de rente doorwerkt

Het effect van het rentebeleid van de ECB is zichtbaar in de ontwikkeling van leenrentes en kredietverlening. Uit figuur 1 (links, 1A) blijkt dat de leenrentes voor zowel bedrijven als huishoudens sterk zijn meegestegen met de beleidsrente van de ECB. Dit betekent dat het voor bedrijven duurder is geworden om te investeren, terwijl huishoudens bij de aankoop van een huis rekening moeten houden met een hogere hypotheekrente. Dat maakt het lenen van geld dus minder aantrekkelijk. De rechterfiguur (1B) laat dan ook zien dat de kredietverlening vanaf de tweede helft van 2022 sterk is afgenomen. De groei van leningen aan zowel bedrijven als huishoudens ligt al enige tijd dicht bij nul. Hierdoor komt de economie in een lagere versnelling terecht, wat ook blijkt uit cijfers voor economische groei in het eurogebied. Dit draagt op zijn beurt bij aan een daling van de inflatie.

Figuur 1 - Ontwikkeling leenrentes en kredietgroei in het eurogebied

Ontwikkeling leenrentes en kredietgroei in het eurogebied

Inflatie is sterk gedaald  

Inmiddels zien we dat de inflatie sterk is gedaald (Figuur 2). In 2023 was de inflatie in het eurogebied gemiddeld 5,4%, een flinke daling vergeleken met het gemiddelde van 8,4% over 2022. Het verkrappende rentebeleid van de ECB heeft hieraan bijgedragen, maar ook de dalende energieprijzen en de afnemende knelpunten in wereldwijde toeleveringsketens hebben voor lagere inflatie gezorgd.   

De laatste maanden verliep de daling van de inflatie wat hobbelig, maar desondanks was die afgelopen mei met 2,6% een stuk lager dan in 2022 en 2023. Net als de stijging van de inflatie in 2021 en 2022, was de daling in 2023 het eerst zichtbaar in de energiecomponent. De reden daarvoor is duidelijk: de energieprijzen waren in dat jaar een stuk lager dan de historisch hoge prijzen in de zomer van 2022. Geleidelijk aan daalden ook de meeste andere componenten van de inflatie, zoals die van voedingsproducten en goederen. Prijzen bleven wel op een hoger niveau steken dan voorheen.

Figuur 2 – Inflatie eurogebied en bijdrage componenten
Jaarlijkse mutatie inflatie in %, bijdrages van componenten in %-punten

Inflatie eurogebied en bijdrage componenten

De component die de kleinste daling heeft laten zien, is de diensteninflatie. Die lag in mei nog op 4,1%. Het gaat dan bijvoorbeeld om de prijzen voor georganiseerde vakanties, restaurants, maar ook voor het openbaar vervoer. De reden dat de prijzen van diensten hoger blijven, is dat ze voor een groot deel worden bepaald door loonkosten. Die stijgen op dit moment nog relatief snel. Wel zagen we in het eerste kwartaal van 2024 dat de loongroei (exclusief eenmalige beloningen) in het eurogebied niet langer oploopt, en zelfs alweer iets afneemt. Kijkend naar recent afgesloten cao’s, mogen we aannemen dat deze daling na de zomer duidelijker zichtbaar zal worden.

De diensteninflatie zal door de stevige stijging van de loonkosten nog een tijd wat hoger blijven. Maar om een gemiddelde inflatie van 2% te bereiken – het inflatiedoel van de ECB -  hoeven niet alle individuele componenten op of onder de 2% te liggen. Een relatief lage energie- en goedereninflatie kan compenseren voor de wat hogere diensteninflatie.  

Waarom wordt de rente nu verlaagd?

In de meest recente ECB-ramingen wordt verwacht dat de inflatie in de eurolanden tot eind 2024 nog op en neer zal gaan, vooral door schommelende energieprijzen en tijdelijke overheidsmaatregelen. Voor 2025 voorziet de ECB in de eurolanden een daling van de inflatie tot 2.2% in 2025, en voor 2026 een verdere daling tot 1.9%. Omdat het tijd kost voordat een renteverlaging doorwerkt in de economie, haalt de ECB nu al voorzichtig de voet van de rem. 

Maar betekent een lagere rente niet dat de inflatie weer gaat stijgen?

Hoewel de ECB de rente een stapje heeft verlaagd, heeft het monetaire beleid nog steeds een afkoelend effect op de economie en de inflatie. Dit afkoelende effect is ook wenselijk, omdat de inflatie – hoewel sterk gedaald – nog niet terug is op de doelstelling van 2%. De beleidsrente ligt momenteel nog steeds ruim boven schattingen van de zogenaamde evenwichtsrente. Dat is het niveau van de rente waarbij de economie niet wordt gestimuleerd en ook niet wordt afgeremd. Zolang de rente boven dit niveau ligt, werkt het monetaire beleid verkrappend en draagt het bij aan een afname van de inflatie.

Dat de ECB op 6 juni de rente verlaagde, betekent niet dat bij de volgende ECB-vergadering weer gebeurt. Dat zal afhangen van de mate waarin de verwachte daling van de inflatie realiteit wordt. Hierbij zal de ECB vooral goed letten op de loonontwikkeling, en daarmee samenhangend de diensteninflatie. De ECB loopt daarom niet vooruit op toekomstige besluiten en bekijkt de economische situatie van vergadering tot vergadering.  

Ontdek gerelateerde artikelen