Klimaatakkoord van Parijs
Nederlandse verzekeraars en pensioenfondsen kunnen met hun beleggingskeuzes een belangrijke rol spelen in de verduurzaming van de economie. Ook kan de overgang naar een CO2-neutrale economie leiden tot zogeheten transitierisico’s voor een financiële instelling. Door klimaatbeleid, technologische ontwikkelingen en veranderende voorkeuren van consumenten kunnen leningen aan en beleggingen in sectoren en bedrijven die veel CO2 of andere broeikasgassen uitstoten veel sneller dan verwacht minder waard worden. Tegelijkertijd kan de financiële sector er met haar beleggingskeuzes aan bijdragen dat voldoende kapitaal beschikbaar komt voor de investeringen die nodig zijn om de doelen van het klimaatakkoord van Parijs te realiseren. De beleggingsportefeuilles van Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars zijn goed voor respectievelijk EUR 1554 miljard en EUR 515 miljard, wat gelijk staat aan 191% en 63% van het Nederlands bbp (2019).
Graadmeter WACI
Zogenoemde ‘relatieve CO2-indicatoren’ worden veel gebruikt om te bepalen of de financiële sector via haar beleggingen bijdraagt aan de doelen van het Parijse klimaatakkoord en de mate waarin een instelling klimaat-gerelateerde transitierisico’s loopt. Anders dan absolute CO2-indicatoren die daadwerkelijke emissies meten, wordt bij relatieve CO2-indicatoren, zoals de Weighted Average Carbon Intensity (WACI), de CO2-uitstoot gewogen naar omzet, oftewel ‘tonnen CO2-equivalenten/miljoen EUR omzet’. Door te wegen naar omzet wordt de economische waarde van een bedrijfsproces gekoppeld aan de klimaatimpact die het veroorzaakt, en kunnen beleggingsportefeuilles van verschillende financiële instellingen beter met elkaar vergeleken worden. Die weging naar omzet betekent echter ook dat inflatie en wisselkoersschommelingen van invloed kunnen zijn op de uiteindelijke resultaten. Zo heeft inflatie een opwaarts effect op omzet, wat vervolgens leidt tot een neerwaarts effect op de relatieve CO2-indicator. En als een beleggingsportefeuille meerdere valuta’s bevat, dan kunnen wisselkoersschommelingen afhankelijk van hun richting, een neerwaarts of opwaarts effect hebben op de relatieve CO2-indicator, nog zonder dat er sprake is van een wijziging in de CO2-uitstoot.
Behaalde relatieve CO2-reductie fors lager
Het onderzoek van DNB keek naar de WACI voor de portfolio’s van beursgenoteerde aandelen en bedrijfsobligaties van Nederlandse pensioenfondsen en verzekeraars, inclusief de beleggingen via Nederlandse beleggingsinstellingen. De niet voor inflatie en wisselkoersschommelingen gecorrigeerde WACI voor Nederlandse pensioenfondsen daalde met 34.5%, terwijl de gecorrigeerde WACI in de periode 2012-2019 slechts met 24.1% daalde (zie Figuur 1). Bij de verzekeraars betreft het een niet-gecorrigeerde daling van 31.0% en een gecorrigeerde daling van 23.7%. Voor de gecorrigeerde WACI zijn alle monetaire variabelen gedefleerd naar basisjaar 2012 en is een constante 2012 wisselkoers gebruikt om alle beleggingen om te rekenen naar EUR. Aangezien de pensioenfondsen grotendeels beleggen in USD zijn de verschillen voornamelijk te verklaren door de wisselkoersschommelingen tussen USD en EUR. De verzekeraars beleggen grotendeels in EUR waardoor de wisselkoerseffecten hier minder uitgesproken zijn en de verschillen vooral toe te wijzen zijn aan de inflatiecorrectie. Soortgelijke resultaten worden gevonden voor andere relatieve CO2-indicatoren.
Figuur 1: Weighted average carbon intensity van verzekeraars en pensioenfondsen in 2012-2019, niet-gecorrigeerd en gecorrigeerd