1. Groeit of krimpt de economie?
We sluiten 2022 af met een gemiddelde economische groei van 4,2%. Dit danken we aan de groeispurt die de Nederlandse economie in de eerste helft van het jaar maakte, opverend na de corona-lockdowns van 2020 en 2021. Maar juist omdat iedereen na de lockdowns weer fors ging consumeren ontstonden er tekorten. Die namen verder toe door de oorlog in Oekraïne. De prijzen van energie, diensten en grondstoffen schoten de lucht in. Alles werd duurder en het consumentenvertrouwen en de koopkracht namen af met als gevolg een lichte economische krimp in de tweede helft van het jaar.
Voor 2023 verwachten we weer wat economische groei, mede door steunmaatregelen van de overheid. Die zal met 0,8% nog beperkt zijn. In 2024 groeit de economie naar verwachting met ruim 1,5 procent.
2. Er is dus op dit moment minder economische groei. Is dit erg?
Soms kan wat lagere groei of een milde recessie juist nodig zijn. In een oververhitte economie is er meer vraag dan productiecapaciteit. Dan ontstaan er tekorten aan materiaal en personeel op plekken waar je dat niet wilt. Bovendien neemt de inflatie toe. Hoe een recessie zo’n oververhitte economie weer met beide benen op de grond kan zetten lees je hier.
3. Blijft de inflatie hoog?
We zijn over de ergste inflatiepiek heen. De prijzen, met name die van voedsel en energie, schoten afgelopen jaar veel te hard omhoog. Voor huishoudens stegen de energierekeningen dit jaar met ruim 80%! Komend jaar houdt de overheid deze kosten binnen de perken met het energieprijsplafond, maar hiermee zijn we niet van de inflatie af. De oorlog in Oekraïne heeft de prijzen van graan en andere voedingsmiddelen doen stijgen en de hogere energieprijzen die producenten betalen voor de productie, opslag en vervoer van voedingsmiddelen worden nog wel een tijdje doorberekend aan de consument.
Verwacht wordt dat de inflatie in 2023 uitkomt op 4,9% en in 2024, het jaar waarin het energieprijsplafond stopt, op 5%. Dat is nog steeds hoger dan de 2% waar wij naar streven. Wil je hier meer van weten, ga naar onze webpagina inflatie.
4. Kunnen de lonen de inflatie wel bijhouden?
De koopkracht van huishoudens is het afgelopen jaar gedaald en bedrijven die veel energie verbruiken hebben minder winst gemaakt. Ze geven hierdoor minder uit en dat remt de economische groei.
De meeste lonen stegen tot nu toe niet mee met de inflatie, maar daar komt verandering in. Volgend jaar gaan de contractlonen in de bedrijven naar verwachting met gemiddeld 5,0% omhoog en in 2024 met 4,2%. Ze komen daarmee dichter in de buurt van het verwachte inflatiecijfer. Dat is goed voor de koopkracht en dus ook voor de economie.
Een te enthousiaste stijging van de lonen in lijn met de volledige inflatie is overigens niet verstandig vanwege het risico op een loon-prijsspiraal. Bedrijven die zodanig hogere lonen moeten betalen, kunnen zich gedwongen zien om de prijzen van hun producten sterk te verhogen. Wat weer leidt tot hogere looneisen en zo verder.
De inflatie is trouwens niet de enige reden voor de verwachte loonsverhogingen. De krapte op de arbeidsmarkt speelt ook mee. Verschillende sectoren kampten dit jaar met een groot personeelstekort. Maar ook dit verandert; de werkloosheidscijfers loopt ietwat op. Want als het economisch tegenzit nemen bedrijven nu eenmaal minder mensen aan. Tegelijkertijd gaan meer mensen op zoek naar een baan.
5. De prijzen van woningen dalen. Wat betekent dat voor huizenbezitters?
Sinds het begin van 2022 zijn de hypotheekrentes ongeveer 3%-punt gestegen. Dat betekent hogere maandlasten, waardoor huizenkopers minder kunnen lenen. Dit, in combinatie met een gedaald consumentenvertrouwen en een lagere koopkracht maakt dat de tot voor kort oververhitte woningmarkt afkoelt. Huizenprijzen begonnen de laatste maanden al af te nemen en naar verwachting zullen ze het komend jaar dan ook dalen, met 3%.
Dat betekent voor kopers een ruimere keuze aan woningen, lagere huizenprijzen en meer tijd om te beslissen. Ook wordt er minder overboden. Deze ontwikkeling is een grote verandering ten opzichte van voorgaande jaren.