Klaas Knot
Goedemorgen en welkom in ons helemaal vernieuwde gebouw.
Jullie zien hier het resultaat van vijf jaar noeste arbeid. Ik ben heel blij dat het gebouw na de renovatie zo mooi is geworden en dat we binnen budget en tijdsplanning zijn gebleven. En dat ondanks een pandemie. Volgende week hebben we de officiële opening van het kantoor met de koning en nu al wordt onze Nieuwe Schatkamer volop bezocht. Iedereen is welkom.
Voor mij is dit de veertiende keer dat ik het DNB-jaarverslag mag presenteren. En het is daarmee ook mijn laatste keer. Want op 1 juli zit mijn tweede termijn erop en moet ik, met nu al pijn in het hart, afscheid nemen.
Omdat het mijn laatste jaarverslag is, heb ik in mijn inleidende hoofdstuk ook teruggekeken op de afgelopen veertien jaar. Onder andere op het gevoerde monetaire beleid. In die veertien jaar is er veel gebeurd, met één constante: de gebeurtenissen buiten Nederland hadden steeds een enorme impact op Nederland.
Vandaag is dat misschien wel meer waar dan ooit. Er woedt al enkele jaren een oorlog in Europa waarvan niet duidelijk is of die op een duurzame en rechtvaardige manier beëindigd kan worden. Daarbij lijkt bovendien de naoorlogse Atlantische veiligheidssituatie uit het lood geraakt als gevolg van spanningen tussen de Verenigde Staten en Europa, waardoor in Europa de noodzaak wordt gezien fors te investeren in defensie om onze veiligheid te borgen.
Tegen deze geopolitieke achtergrond dreigen er vergaande handelsconflicten tussen de grote economische handelsblokken. En we hebben daarnaast ook nog verschillende, al langer lopende, kwetsbaarheden rondom binnenlandse economische schaarste, inflatie en de achterblijvende Europese groei. Die worden hierdoor blootgelegd of nog verder geaccentueerd.
Na corona en de energiecrisis is het nu de derde keer in korte tijd dat de wereld op z’n kop staat. Zozeer zelfs, dat, om met Paus Franciscus te spreken, dit niet meer voelt als een tijdperk van verandering, maar als een verandering van tijdperk.
Er komen dus grote uitdagingen op ons af. De twee urgentste zijn misschien wel de dreigende handelstarieven en de wens om snel onze defensie-uitgaven te verhogen. Handelstarieven verstoren de wereldwijde handelsstromen en productieketens die in de afgelopen decennia zijn opgebouwd. Dit raakt een open economie als Nederland extra hard.
Daarnaast lijkt het onvermijdelijk dat Europa extra defensie-inspanningen moet leveren. Dat is een uitdaging voor de nog altijd ietwat overspannen Nederlandse economie, maar zeker ook voor sommige Europese landen met hoge publieke schulden.
Hoe moeten we met deze twee uitdagingen omgaan?
Om te beginnen via Europese kracht en Europese eenheid. In de huidige onzekere wereld is het beste dat we kunnen doen: meer samenwerking zoeken binnen Europa - zonder ons af te sluiten van de rest van de wereld.
Het is cruciaal dat Europa samenwerkt op defensievlak. Defensie is tenslotte bij uitstek een collectief goed: als het er is, is het er voor iedereen. Zo kunnen we als Europa de inkopen coördineren, in plaats van dat elke lidstaat afzonderlijk wapens en apparatuur aanschaft. Gelukkig lijkt Europa deze handschoen voortvarend op te pakken.
Aan die plannen hangt een flink prijskaartje. Daarbij valt goed te verdedigen dat landen een tijdelijke uitzondering op de begrotingsregels krijgen voor de extra defensie-uitgaven. Die uitgaven zijn namelijk snel nodig en waren tot voor kort onvoorzien. Deze uitzondering zou wel tijdelijk, begrensd en idealiter aflopend in de tijd moeten zijn, want de verhoogde uitgaven zijn goeddeels structureel en de publieke schulden in de EU zijn nog steeds te hoog. Een tijdelijke versoepeling geeft landen de kans om de extra defensie-uitgaven op de langere termijn in hun begroting in te passen. Want aan houdbare overheidsfinanciën kunnen geen concessies gedaan worden.
Een sterker Europa is niet alleen belangrijk voor defensie, maar ook meer algemeen voor een open economie als Nederland. De Europese Unie heeft ongeveer 450 miljoen inwoners. 70% van de Nederlandse export blijft binnen Europese Unie. Er is voor ons dus ook een groot eigenbelang om Europa sterker te maken.
Europese economische kracht is bovendien cruciaal om het hoofd te kunnen bieden aan spanningen op het internationale handelsvlak. Helaas zijn er binnen de EU nog altijd belemmeringen om over de grenzen te werken, te ondernemen en te investeren. Daarom moeten we de Europese interne markt versterken. Belangrijk is vooral om de Europese kapitaalmarkten te integreren, zodat bedrijven, zoals startups, scale-ups en Europese tech-bedrijven makkelijker en goedkoper aan financiering kunnen komen en zo de concurrentie aan kunnen met Amerikaanse en Chinese bedrijven.
De veelbesproken rapporten van Draghi en Letta en het ‘Competitiveness Compass’ van de Europese Commissie doen belangrijke voorstellen voor verbetering van de interne markt en de Europese concurrentiekracht.
Wat betekent de geopolitieke situatie nu precies voor het beleid in Nederland? Op veel van de ontwikkelingen hebben we in Nederland weinig invloed. Maar we kunnen één ding wel. En dat is proberen de economische gevolgen ervan te beperken en misschien wel nieuwe kansen te grijpen. Vandaar het thema van ons jaarverslag: ‘Robuust beleid in een onzekere wereld’.
Wat bedoelen we met ‘robuust beleid’?
- Beleid dat Europa versterkt
- Beleid dat anticipeert op toekomstige uitdagingen
- En beleid dat ons beter in staat stelt schokken op te vangen.
Wat betekent dit concreet?
Laat ik beginnen bij onszelf. De beste bijdrage die centrale banken en toezichthouders in onzekere tijden kunnen leveren, is doen waartoe ze op aarde zijn: zorgen voor financiële- en prijsstabiliteit. We spannen ons hard in om de financiële sector, het betalingsverkeer en de bredere economie weerbaar te houden voor schokken.
Robuust beleid is daarnaast niet alleen Europees beleid, maar ook toekomstbestendig beleid. Voor Nederland betekent dit dat we ons schaarste-probleem moeten aanpakken. We hebben tekorten aan woonruimte, personeel, fysieke ruimte, stikstofruimte, ruimte op het elektriciteitsnetwerk, enzovoort. Dit beperkt onze groei, nu en in de toekomst.
Robuust beleid betekent ook: zorgen voor buffers om onverwachte schokken op te vangen. Dit is in instabiele tijden extra belangrijk, zowel voor de overheid als voor de financiële sector.
De overheidsfinanciën staan er nu weliswaar goed voor, maar op middellange termijn lopen zorguitgaven, rentekosten en nu dus ook defensie-uitgaven fors op. Het is belangrijk dat de overheid ook in de toekomst schokken kan blijven opvangen, zonder dat financiële markten onrustig worden door oplopende schulden.
Verstandig begrotingsbeleid is ook belangrijk vanwege de inflatie, die in Nederland al te lang te hoog is. Vooral voor mensen die weinig te besteden hebben is dat zwaar. Omdat de Nederlandse inflatie hoger ligt dan het gemiddelde in het eurogebied, kunnen we niet naar Frankfurt kijken. Het beheersen van de Nederlandse inflatie is een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor zowel de sociale partners als de overheid. Robuust beleid betekent hier dat de overheid trendmatig begrotingsbeleid blijft voeren, geen verdere olie op het inflatievuur gooit, en dus stuurt op de lange-termijn ontwikkelingen in de Nederlandse economie.
Bij alle uitdagingen die op ons afkomen is het startpunt voor de Nederlandse economie goed. Om onze welvaart te behouden is robuust beleid nodig. Beleid dat Europa versterkt, anticipeert op de toekomst en leidt tot schokbestendige buffers. Dat laatste is uiteraard ook belangrijk voor de financiële sector. Graag geef ik daarom nu het woord aan Steven.
Steven Maijoor
In onzekere tijden zijn financiële en economische stabiliteit heel belangrijk, zoals Klaas al zei. Onderdeel daarvan is een gezonde financiële sector die voldoende buffers heeft om schokken op te kunnen vangen.
Gelukkig hebben we gezien dat de financiële sector tijdens de schokken in de afgelopen jaren goed overeind is gebleven. Versterking van regelgeving en de aanscherping van het toezicht na de financiële crisis hebben hier zeker aan bijgedragen. Banken staan er nu veel sterker voor en zijn onmiskenbaar ‘robuuster’.
Wel zien we dat de versterking van regels in de afgelopen jaren een bijkomend effect heeft gehad. Het is op een aantal gebieden een lastig oerwoud aan regels geworden.
Daarom is het goed om regels te vereenvoudigen en in Europa verder te harmoniseren waar dat kan. Hierbij kun je denken aan het opschonen van de grote hoeveelheid technische standaarden en richtsnoeren van Europese toezichtautoriteiten.
En om de verschillen binnen de Bankenunie en de Kapitaalmarktunie zoveel mogelijk te beperken hebben we een voorkeur voor verordeningen boven richtlijnen.
Vereenvoudiging moet niet worden verward met deregulering, dan wel versoepeling van de regels, bijvoorbeeld van de kapitaaleisen van Bazel III. Dat pad moeten we niet op. Vereenvoudiging van de regels betekent niet dat we de lat moeten verlagen. Juist in deze onzekere wereld is het belangrijk om aan robuust beleid vast te houden. Voor de banken betekent dit vooral: uitvoeren van de afspraken die in Bazel III zijn gemaakt.
Gita Salden
In onzekere tijden is het belangrijk dat financiële instellingen behalve financieel gezond, ook integer zijn. Een aantal banken heeft de laatste jaren te maken gehad met maatregelen van ons, of van het OM, omdat ze hun anti-witwascontroles niet op orde hadden. Positief is dat we hier duidelijk verbetering zien.
Maar er kunnen onbedoelde neveneffecten optreden. Bijvoorbeeld als banken te weinig onderscheid maken tussen hoog- en laagrisico-dossiers. Dan worden de lasten voor bonafide burgers en ondernemers te hoog. Dat zie je als het te moeilijk wordt om een zakelijke bankrekening te openen, als er te snel vragen aan klanten worden gesteld, of er te snel van klanten afscheid wordt genomen. Ook zijn er klanten die discriminatie ervaren.
Het tegengaan van financieel-economische criminaliteit kan efficiënter en effectiever door een meer risicogebaseerde aanpak, slimmere toepassing van datagedreven, technologische innovaties en een meer gerichte samenwerking in de hele keten.
Ik kan hier niet staan zonder ook in te gaan op de pensioentransitie. DNB staat vierkant achter de nieuwe pensioenwet en achter de transitie naar het nieuwe stelsel. Wat ons nu te doen staat is helder: uitvoering geven aan deze wet en zorgen voor een zorgvuldige en evenwichtige transitie.
En dat doen we, de transitie is in volle gang. De eerste vier fondsen hebben een positieve beschikking gekregen op hun invaarmelding. Ook zijn al zo’n veertig partiële beoordelingen afgerond, en willen zeker veertig fondsen binnen een jaar invaren. We trekken samen met de sector lessen uit de eerste ervaringen en ontwikkelen zo ons beoordelingsproces door. Zodat we nog voorspelbaarder worden in ons proces. En zo ons gezamenlijke doel bereiken: een pensioenstelsel dat klaar is voor de toekomst.
Cindy van Oorschot
Met de wereldwijde onzekerheid neemt ook het aantal cyberdreigingen toe. Voor iedereen betekent dit: alle zeilen bijzetten, maar voor de financiële sector des te meer. Een kwart van de cyberaanvallen wereldwijd raakt de financiële sector. Van oudsher is het een aantrekkelijk doelwit voor cybercriminelen met financiële motieven. Maar we hebben nu ook te maken met door staten gesponsorde cyberaanvallen.
Als toezichthouder hebben we met de komst van DORA een goed instrument in handen om de weerbaarheid van de financiële sector te vergroten en de robuustheid van de hele keten van ICT-dienstverleners te versterken.
Onderdeel van DORA zijn de verplichte geavanceerde weerbaarheidstesten voor grote financiële instellingen. In Nederland voeren we zulke tests, onder de naam TIBER, al meer dan acht jaar vrijwillig uit, met goede resultaten. Daarnaast hebben we nu een flexibelere versie ontwikkeld, genaamd ART, die ook goed bruikbaar is in andere vitale sectoren.
Ook onderwerpen we onze eigen organisatie aan zulke tests, omdat ook wij voor hackers een aantrekkelijk doelwit zijn.
Omdat geopolitieke onzekerheden, zoals cyberdreigingen, al onze taken raken, zijn we binnen DNB een overkoepelend project begonnen dat zich richt op geopolitieke fragmentatie. Dit om de bestaande activiteiten binnen zowel de centrale bank als toezicht met elkaar te verbinden en er daarmee voor te zorgen dat we over de volle breedte van onze verantwoordelijkheden klaar staan om te handelen.
Olaf Sleijpen
Ook in het betalingsverkeer staat geopolitieke onzekerheid hoog op de agenda. De cyberaanvallen, die Cindy net noemde, richten zich vaak op het betalingsverkeer.
Een ander punt van zorg is dat de onderliggende infrastructuur voor onze digitale betalingen aan de kassa in hoge mate niet-Europees is. Hoewel aanbieders van deze infrastructuur worden gereguleerd door EU-kaders, kan het beleid van buitenlandse regeringen toch resulteren in controle over hoe en aan wie we betalen. Dat is onwenselijk.
Om die reden ondersteunen we Europese initiatieven, zoals Wero, die een Europese digitale betaaloplossing bieden. En we dragen als DNB actief bij aan de ontwikkeling van de digitale euro. De business case voor de digitale euro wordt voor Nederland, dat een effectief en efficiënt betalingsverkeer heeft, wel eens in twijfel getrokken. Kijkend naar wat er in de wereld gebeurt, vinden wij het belangrijk dat de digitale euro er komt. Met de digitale euro kunnen we namelijk een betaalmiddel krijgen dat onafhankelijk is van niet-Europese partijen en dat bovendien een goede terugval kan bieden in crisissituaties. Dat is een essentiële aanvulling op onze betaalinfrastructuur.
Het laatste punt waar ik aandacht voor wil vragen, is dat we de wereldwijde spanningen ook in ons eigen beleggingsbeleid zullen meenemen.
Onze missie is om bij te dragen aan duurzame welvaart in Nederland. Om deze reden hebben we ons ingezet voor het integreren van duurzaamheid in onze eigen beleggingen. Maar duurzame welvaart is niet alleen gebaat bij een ordelijke energietransitie, maar ook bij een weerbare, veilige en stabiele samenleving.
Daarom onderzoeken we dit jaar de mogelijkheid om ook met onze eigen – robuuste – beleggingen bij te dragen aan een weerbare samenleving. Uiteraard nemen we daarbij onze rol als lange-termijnbelegger in acht en wegen we verschillende beleggingsthema's en activaklassen af.
En daarmee sluit ik af. Robuust beleid en Europese samenwerking zijn remedies in deze onzekere wereld. Voor beide lijkt nu ook momentum te zijn. Dat is positief en geeft een beetje hoop in deze gure tijd.