Verouderde browser

U gebruikt een verouderde browser. DNB.nl werkt het beste met:

Antwoorden op de betalingsbalans-kerstquiz

Leuk dat je hebt meegedaan aan de grote betalingsbalans-kerstquiz van DNB! Hieronder bekijk je de antwoorden.

Een vrouw die wandelt in een winkelcentrum rond de kerst

Vraag 1: De kerstman heeft met al zijn grensoverschrijdende cadeau-verkeer weliswaar een flinke impact op de betalingsbalans, maar hij bepaalt niet de regels ervan. Welke organisatie is verantwoordelijk voor het vaststellen van de regels waarmee de betalingsbalans moet worden opgesteld?

  • a. Eurostat 
  • b. De Bank voor Internationale Betalingen 
  • c. De Verenigde Naties 
  • d. Het Internationaal Monetair Fonds 

Antwoord d. Het Internationaal Monetair Fonds legt sinds 1947 de richtlijnen vast in de Balance of Payments and International Investment Position Manual. De huidige zesde versie van deze handleiding stamt uit 2009 en wordt momenteel herzien. Daarbij is er bijzondere aandacht voor het goed meten van de effecten van de toenemende globalisering en digitalisering, en voor het thema duurzaamheid. De nieuwe editie zal naar verwachting verschijnen in 2025. 

De steeds hogere kwaliteitseisen en grotere complexiteit van de betalingbalans is zichtbaar in het aantal pagina’s van de handleiding. De eerste editie bestond uit 57 pagina’s, de zesde editie uit 351 pagina’s – exclusief de verdere concrete uitwerking van bepaalde thema’s in nadere regelgeving. 

Vraag 2: De kerstman werkt keihard om te zorgen voor sfeer, gezelligheid en familiegeluk met de kerstdagen. Waarom wordt in december ook hard gewerkt door DNB-ers om de betalingsbalans op te stellen?  

  • a. Als de betalingsbalans aan het einde van het jaar uit balans raakt dan kan dit problematisch zijn bij het vaststellen van de budgetten voor het komende jaar. 
  • b. Economen en beleidsmakers willen zo snel mogelijk een goede beschrijving ontvangen van transacties en financiële relaties tussen Nederland en de rest van de wereld, met als achterliggend doel om trends en kwetsbaarheden in kaart te brengen. 
  • c. Het onderscheiden van de impact van de decembereconomie (kerstmis en de overige feestdagen) van de ‘normale’ economie voorkomt dat hier onjuiste conclusies aan worden verbonden.  
  • d. Het snel vaststellen van de netto vermogenspositie van Nederland draagt bij aan de actuele discussie over de verdeling van vermogens. 

Antwoord b. De betalingsbalans is voor verschillende doelen bruikbaar, maar de oorsprong van het raamwerk ligt in een goede vastlegging van de transacties en financiële relaties tussen een land en de rest van de wereld. Het besef dat betere statistieken hierover nodig waren, groeide na de internationale beurshausse van de jaren 1920 en de grote depressie die daarop volgde. Economen en beleidsmakers gebruiken de betalingsbalans voor onderzoek en het opstellen en toetsen van beleidsmaatregelen. 

Vraag 3: De kerstman arriveert aan de Nederlandse grens met maar liefst 10 miljoen presentjes op de arrenslee. Als z’n werk in Nederland erop zit, gaat hij door naar België met nog maar 1 miljoen presentjes. Hoeveel cadeautjes registreren we op de goederenrekening in Nederland? 

  • a. Niets, want de presentjes zijn gratis. 
  • b. Import van 10 miljoen stuks en export van 1 miljoen, gelijk aan de presentjes die Nederland binnenkomen en weer verlaten. 
  • c. Import van 9 miljoen cadeautjes, de rest is namelijk doorvoer zonder overdracht van het economisch eigendom. 
  • d. Bijna niets, want goederen worden pas geregistreerd als ze per stuk een waarde hebben van meer dan €1000 (dus pakjes gevuld met spelcomputers tellen niet mee, ingepakte dure fatbikes wel). 

 

Vraag 4: Er wordt gezegd dat de kerstman zijn thuisbasis heeft in Lapland. Welke van onderstaande antwoorden komt in dat geval niet tot uiting op de betalingsbalans van Lapland? 

  • a. De kosten die het Laplandse ‘Årreslee B.V.’ in rekening brengt bij de kerstman voor de huur van de slee. 
  • b. De kosten die het geblesseerde rendier Rudolf (een inwoner van Lapland) maakt om een gebroken pootje te laten verbinden in Nederland na een ongeplande confrontatie met een wolf op de Veluwe. 
  • c. Een kadootje dat de kerstman bestelt bij een Nederlandse webwinkel. 
  • d. De extra kerstkransjes die de kerstman importeert uit Zwitserland omdat de elfen in het pakhuis in Lapland de voorraad hebben opgegeten. 

Antwoord a. Dit is dienstverlening tussen twee Laplandse ingezetenen en komt dus niet tot uiting in de Laplandse betalingsbalans.  

Vraag 5: Net als vele andere multinationals, heeft de kerstman een internationaal netwerk van bedrijven opgezet de geldstromen rondom het verspreiden van kerstcadeautjes te stroomlijnen. Waaronder enkele holdingmaatschappijen in Nederland. Het hoofdkwartier van dit netwerk, ‘Xmas is all around us Inc.’, bevindt zich in het land dat de grootste internationale investeringspositie heeft in Nederland. Welk land is dit?
 
 

  • a. Lapland 
  • b. De Verenigde Staten 
  • c. Luxemburg 
  • d. China 

Antwoord b. De Verenigde Staten zijn het land met de grootste investeringspositie in Nederland: EUR 910 mld in 2022, hoger dan het Nederlandse BBP. Voor een groot deel betreft dit investeringen die via Nederland weer doorvloeien naar het buitenland. Zie tabel 12.16 voor de buitenlandse directe investeringspositie in Nederland, uitgesplitst naar land. 

Vraag 6: Mede door de groeiende invloed van de kerstman op de Nederlandse economie hebben we een positief saldo op de lopende rekening, ook wel overschot genoemd. Wat is één van de redenen waarom beleidsmakers geïnteresseerd zijn in dit overschot? Met name de Laplandse Centrale Bank die een structureel tekort rapporteert vindt dit zeer interessant…  

  • a. Dit betekent dat de Nederlandse economie goed draait. Hoe hoger het overschot, hoe beter. 
  • b. Een structureel overschot op de betalingsbalans van een land is een indicatie dat de verzamelde gegevens niet kloppen en dat er een onterecht verschil bestaat tussen verschillende onderdelen ervan – zoals de financiële en lopende rekening. 
  • c. Met name wanneer netto goederen- en dienstenstromen tegengesteld zijn aan elkaar, kan een overschot duiden op een snelle structurele transformatie van de economie. 
  • d. Een structureel en aanzienlijk overschot op de lopende rekening kan, net zo goed als een tekort, een indicator zijn van potentiële macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone. 

Antwoord d. Er is aandacht voor het Nederlandse overschot op de lopende rekening aangezien deze structureel boven de 6%-norm ligt die is vastgesteld door de Europese Commissie als onderdeel van de zogenoemde Macroeconomic Imbalance Procedure. Deze norm heeft tot doel om potentiële macro-economische onevenwichtigheden in de eurozone, die een negatieve invloed kunnen uitoefenen op de economie van de EU of op de euro, in kaart te brengen. 

De Laplandse economie kampt in dit voorbeeld met een structureel tekort op de lopende rekening omdat zij kadootjes en chocola tegen marktprijzen importeert vanuit het buitenland, maar vervolgens gratis weggeeft aan het buitenland. 

Vraag 7: De kerstman bezorgt elk jaar wereldwijd miljoenen cadeautjes. DNB weet ook wel raad met grote getallen. Hoeveel datapunten bevat de Nederlandse betalingsbalans bij benadering om de relaties tussen Nederland en het buitenland in een gegeven kwartaal te beschrijven? 

  • a. 12.000 datapunten 
  • b. 51.000 datapunten 
  • c. 128.000 datapunten 
  • d. 260.000 datapunten 

Antwoord d. Dit betreft het aantal unieke datapunten. Deze worden op hun beurt weer geaggregeerd om specifieke dwarsdoorsneden te creëren - bijvoorbeeld landen in een aggregatie om het totaal voor de EU inzichtelijk te maken.