De Europese Centrale Bank (ECB) bewaakt de waarde van de euro. Daarvoor voert de bank monetair beleid, met maatregelen die de prijzen stabiel moeten houden. Dat betekent een inflatie van 2%. De rente is een belangrijk middel om dit te bereiken.
Wat is monetair beleid?
Met monetair beleid wordt bedoeld: alle beslissingen en regels waarmee een centrale bank invloed uitoefent op het geld dat in een economie omgaat. De Europese Centrale Bank (ECB) kan met haar beleid sturen hoeveel geld er in omloop is, en ook hoeveel geld ‘kost’: de rente.
Monetair beleid is heel belangrijk. Burgers hebben veel baat bij een betrouwbare, stabiele munt die zijn waarde houdt. Ze moeten ervan op aankunnen dat ze met de euro’s in hun portemonnee of op hun bankrekening ook morgen nog hun boodschappen kunnen doen en ook over vijf jaar. Die prijsstabiliteit waarborgen, is de taak van de ECB.
Politiek onafhankelijk
Voor goed monetair beleid is belangrijk dat de centrale bank zelfstandig beslissingen kan nemen. Zonder dat bijvoorbeeld een regering zich ermee bemoeit. Gekozen politici mogen geen druk uitoefenen op de centrale bank om beleid te maken dat goed ligt bij hun kiezers.
Er is zelfs vastgelegd dat de ECB of nationale centrale banken als De Nederlandsche Bank geen instructies mogen vragen of krijgen van de regeringen van lidstaten, EU-organen of van wie dan ook. Haar politieke onafhankelijkheid zorgt ervoor dat de bank zich helemaal kan focussen op haar opdracht: prijsstabiliteit.
Besluitvorming
Besluiten over het monetaire beleid neemt de raad van bestuur van de Europese Centrale Bank (ECB). In deze raad zitten Klaas Knot van DNB, de presidenten van de andere centrale banken van het eurogebied en de directie van de ECB. Deze raad vergadert iedere zes weken over het monetaire beleid.
De ECB is onafhankelijk, maar legt wel verantwoording af aan het Europees Parlement en de Europese Raad. Over het monetair beleid wordt elke drie maanden een monetaire dialoog-hoorzitting gehouden, tussen de president van de ECB en de economische commissie van het Parlement.
Doel: 2% inflatie
Bij de prijsstabiliteit die de ECB met haar monetaire beleid nastreeft, hoort een inflatie van 2% in alle eurolanden samen.
Onze economie werkt het beste als de prijzen stabiel blijven. Een te lage inflatie - waarbij de prijzen in de loop van de tijd nauwelijks stijgen - is net zo ongewenst als een te hoge inflatie met grote prijsstijgingen. Een inflatie van 2% werkt het beste voor de economie. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek en de praktijk.
De inflatie mag best tijdelijk onder of boven het doel van 2% liggen. De ECB kijkt namelijk naar de prijsontwikkeling op de middellange termijn. Op korte termijn zijn afwijkingen namelijk onvermijdelijk, bijvoorbeeld door gebeurtenissen die impact hebben op de economie. Bovendien reageren bedrijven en huishoudens niet meteen op aanpassingen in monetair beleid. De focus op de middellange termijn biedt daarnaast flexibiliteit om rekening te houden met de oorzaak van afwijkingen van de inflatiedoelstelling. En met de bijeffecten van monetaire maatregelen.
Tot 2022 lag de inflatie onder het doel van 2%. De nasleep van de coronalockdowns en de oorlog in Oekraïne hebben de prijzen sinds 2022 flink opgedreven. De inflatie werd daardoor veel te hoog. De ECB grijpt daarom in, met monetaire maatregelen.
Gereedschapskist met instrumenten
De ECB heeft geen directe invloed op stijgende en dalende prijzen. Maar de centrale bank kan met haar monetaire beleid de inflatie wel indirect beïnvloeden. Voor het monetaire beleid beschikt de ECB over een gereedschapskist met allerlei instrumenten. Elk van deze beleidsinstrumenten is op zijn eigen manier doeltreffend, maar samen versterken ze elkaars impact. De ECB houdt wel altijd rekening bij bijwerkingen.
Beleidsrente
De zogenoemde beleidsrente is het belangrijkste instrument van de ECB. De beleidsrente bepaalt de rentetarieven voor commerciële banken om geld bij de ECB te lenen of aan te houden.
Zo beïnvloedt de ECB ook hoe duur het is om geld te lenen voor klanten van die banken. Door met monetair beleid de kosten van leningen te sturen, beïnvloedt de centrale bank hoeveel consumenten of ondernemers uitgeven en investeren. Dat heeft dan weer effect op de prijzen. Via de rentetarieven heeft de ECB dus invloed op de prijzen en de inflatie. Tegelijkertijd zullen mensen eerder geneigd zijn om geld te sparen als ze een aantrekkelijke rente krijgen. Dat geldt wordt dan niet uitgegeven.
De inflatie ligt sinds 2022 veel hoger dan het doel van 2%. De ECB verwacht dat de inflatie ook op de middellange termijn boven 2% uitkomt. Daarom remt de centrale bank de vraag af met een renteverhoging. Dat maakt geld ‘duurder’, waardoor de economie afkoelt en de inflatie wordt gedempt. In juli 2022 verhoogde de ECB voor het eerst in 11 jaar de rente, daarna volgden meer renteverhogingen.
De afgelopen jaren heeft de ECB nieuwe instrumenten toegevoegd aan haar gereedschapskist. De enorme veranderingen in de economie en de zeer lage inflatie die daarvan het gevolg was hebben de taak om de prijsstabiliteit te handhaven namelijk flink lastiger gemaakt. Een belangrijk voorbeeld van een nieuw instrument zijn sinds 2014 de aankoopprogramma’s.
Deze programma’s zijn bijzonder en worden daarom onconventionele monetaire maatregelen genoemd. Het belangrijkste aankoopprogramma is het zogeheten Asset Purchase Programme (APP). Hiermee wil de ECB de doorwerking van het monetaire beleid bevorderen en de financieringscondities verruimen. Daarvoor zijn de afgelopen jaren staatsobligaties en obligaties van nationale en Europese instellingen opgekocht, maar ook bedrijfsobligaties en door banken uitgegeven gedekte obligaties.
Om weloverwogen monetaire besluiten te kunnen nemen, moet de ECB een goed beeld krijgen van de economische en financiële omstandigheden en vooruitzichten. Daarvoor gebruikt de centrale bank een analytisch raamwerk. Daarin wordt informatie over ontwikkelingen in de economie en financiële markten systematisch beoordeeld. De ECB heeft dit raamwerk onlangs vernieuwd en verbeterd.
Klimaatverandering en klimaatbeleid kunnen effect hebben op de inflatie en daarmee raken ze aan de doelstelling van de ECB voor prijsstabiliteit. De ECB neemt daarom klimaatverandering op meerdere manieren mee in het monetair beleid. Zo gaat de ECB:
rekening houden met klimaatrisico’s in haar activiteiten op de financiële markten. Denk aan de aankoopprogramma’s, waarin uitstootintensieve bedrijven een relatief groot aandeel hebben doordat ze veel gebruikmaken van schuldfinanciering. De ECB onderzoekt óf en hoe de aankopen zijn aan te passen op basis van klimaatcriteria.
klimaatrapportages als randvoorwaarde stellen aan financiële instellingen die willen deelnemen aan monetaire operaties en voor de aankoopbaarheid en beleenbaarheid van private activa.
klimaatoverwegingen meenemen in het eigen risicobeheer. Klimaatverandering kan namelijk leiden tot afwaarderingen van aangekochte obligaties in de monetaire portefeuilles en kan daarmee de balansen van centrale banken raken.
publiceren over de klimaatrisico’s waaraan de ECB zelf blootstaat.
Bij de jaarvergadering van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) in Washington werd Klaas Knot geïnterviewd door Het Financieele Dagblad en door CNBC.
Op basis van een nieuw voorspelmodel verwacht DNB dat de Nederlandse economie in het derde kwartaal van 2024 groeit met 0,4% ten opzichte van het kwartaal ervoor. De onzekerheid van deze voorspelling is groot.
Toen bijna een eeuw geleden de Nederlandse centraal bankier Gerard Vissering Istanbul bezocht, was de centrale bank van de piepjonge Turkse republiek vooral ‘maar een centrale bank’, zo schreef hij in zijn dagboek.
Om de gebruiksvriendelijkheid van onze website te optimaliseren, maken wij gebruik van cookies. Lees meer over de cookies die wij gebruiken en de gegevens die we daarmee verzamelen in onze cookie-policy.