Grote invloed winsten multinationals op lopende rekening
Het overschot op de lopende rekening wordt in Nederland sterk beïnvloed door de grote rol die multinationale ondernemingen spelen in onze economie. Dit komt mede door verschillen in de wijze waarop enerzijds winsten voor beleggers, en anderzijds winsten voor buitenlandse investeerders met een belang van meer dan 10% statistisch worden behandeld.
Alleen het uitgekeerde deel (dividend) van de winst die het bedrijf maakt wordt als inkomen van de belegger beschouwd, terwijl het niet uitgekeerde deel (ook wel ingehouden winsten genoemd) als inkomen aan het bedrijf wordt toegerekend. Bij Nederlandse beursgenoteerde multinationals slaan de wereldwijd ingehouden winsten daarom in Nederland neer, ook wanneer de aandeelhouders van deze bedrijven veelal buitenlands zijn. Het tegengestelde effect treedt op wanneer in het buitenland gevestigde bedrijven op hun beurt winsten niet volledig uitkeren aan Nederlandse beleggers, zoals bijvoorbeeld Nederlandse pensioenfondsen.
Bij directe investeringen in bedrijven, waarbij een belang van meer dan 10% wordt aangehouden, worden de ingehouden winsten wel als inkomen toegerekend aan de directe investeerders. Dat is omdat de statistische richtlijnen veronderstellen dat dergelijke ‘grote’ investeerders in een onderneming een belangrijke mate van zeggenschap hebben over hoe de winst besteed wordt (bijvoorbeeld geherinvesteerd, of uitgekeerd), terwijl een kleinere aandeelhouder dat niet heeft.
Effect zetelverplaatsingen multinationals op lopende rekening
Mede vanwege de bovenstaande dynamiek kunnen zetelverplaatsingen van multinationals een grote invloed hebben op het saldo op de lopende rekening. De afgelopen jaren zijn verschillende buitenlandse ondernemingen naar Nederland verhuisd. Dit vergroot het overschot op de lopende rekening van Nederland doordat de niet-uitgekeerde winsten van die bedrijven aan Nederland worden toegerekend. De zetelverplaatsingen van bijvoorbeeld Shell en Unilever naar het Verenigd Koninkrijk hebben om dezelfde reden een drukkend effect gehad op het overschot.
Een indicatieve aanvullende analyse voor het jaar 2022 laat zien dat het Nederlandse overschot op de lopende rekening lager zou zijn uitgevallen als ingehouden winsten van bedrijven aan de aandeelhouders zouden zijn toegerekend en niet aan het bedrijf zelf. In 2022 bedroeg de winst die Nederlandse bedrijven en financiële instellingen niet aan buitenlandse beleggers uitkeerden bijna 5% van het bbp. Daarentegen bedroeg de niet aan Nederlandse beleggers toegerekende ingehouden winst bijna 3% van het bbp. Het netto effect van deze alternatieve behandeling van ingehouden winsten zou daarmee hebben geresulteerd in een verlaging van 2 procentpunt (circa €19 miljard) op het saldo lopende rekening.