Het doel van complete besluitvorming en complete besluitvorming als onderdeel van het transitieplan
Voor een beheerste en evenwichtige transitie is het van belang dat de transitiebesluitvorming door sociale partners en pensioenfondsen robuust is, met het oog op wijzigende financiële en economische omstandigheden. Dit op voorhand meenemen is onderdeel van de zogenoemde ‘complete besluitvorming’. Wijzigende omstandigheden kunnen mogelijk zijn gezien de mogelijk lange periode vanaf het vastleggen in het transitie- en implementatieplan en de besluitvorming tot de daadwerkelijke implementatie inclusief het eventuele invaren. Complete besluitvorming voorkomt dat besluitvorming in een laat stadium onder druk opnieuw moet plaatsvinden, met risico’s voor de kwaliteit, beheersing en tijdigheid ervan.
Het transitieplan bevat de keuzes, overwegingen en berekeningen op basis waarvan de sociale partners een verzoek doen tot invaren. Zij maken hierbij concreet wat wordt verstaan onder een evenwichtige transitie en vertalen dit in doelstellingen met bijbehorende maatstaven, bandbreedtes en voorrangsregels. Complete besluitvorming vraagt van sociale partners dat zij aangeven in welke financiële en economische scenario’s de afgesproken doelstellingen, voorrangsregels en maatstaven zonder meer gelden en er dus in principe geen nadere besluitvorming meer nodig is. Voor het pensioenfonds biedt dit het kader voor de keuzes die het kan maken bij de uitvoering van de opdracht en het invaarbesluit.
Met bandbreedtes stellen sociale partners grenzen aan de evenwichtigheid
Sociale partners vertalen de evenwichtigheid van de transitie in concrete doelstellingen. Deze doelstellingen zijn mogelijk niet onder alle omstandigheden allemaal haalbaar. Sociale partners moeten daarom ook aangeven welke doelstellingen prioriteit hebben: de zogenoemde voorrangsregels. Per doelstelling wordt een maatstaf gekozen die laat zien in hoeverre de doelstelling wordt gehaald. De gekozen bandbreedte bij iedere maatstaf toont welke uitkomsten voor de doelstelling acceptabel worden geacht en waarbinnen dus sprake kan zijn van een evenwichtige transitie.
Fondsen dienen kaders complete besluitvorming te monitoren
Tussen het moment van besluitvorming en het invaren, dient een pensioenfonds te monitoren of het nog binnen de kaders van de complete besluitvorming kan handelen. Het pensioenfonds heeft binnen deze kaders verantwoordelijkheid genomen voor en rekenschap gegeven van de effecten en evenwichtigheid van de transitie. Buiten de complete besluitvorming handelen zonder toepassing van de alternatieve afspraken is geen besluit waar fondsorganen, sociale partners én DNB ieder vanuit eigen taak, rol en verantwoordelijkheid hun oordeel over hebben kunnen vellen. Het pensioenfonds handelt dan buiten het gegeven mandaat van sociale partners.
Indien het pensioenfonds constateert tijdens de monitoring dat buiten de kaders van complete besluitvorming wordt getreden, dan zal het pensioenfonds actie ondernemen conform de afspraken van de complete besluitvorming. Dit kan een voorziene situatie zijn waarbij het pensioenfonds en sociale partners op voorhand al hebben bepaald welke actie passend is of het kan een onvoorziene omstandigheid zijn waarvoor alternatieve afspraken gelden.