Een toetsing op betrouwbaarheid en/of geschiktheid is verplicht in twee verschillende scenario’s:
- Aanvangstoetsing:
Een aanvangstoetsing geschiktheid en/of betrouwbaarheid vindt plaats bij een voorgenomen benoeming van een bestuurder, mede-beleidsbepaler, commissaris en houder van een gekwalificeerde deelneming. Bij een aanvangstoetsing mag de kandidaat de nieuwe functie pas vervullen nadat de toezichthouder een positief besluit heeft gegeven op geschiktheid en/of betrouwbaarheid. Bij een registratie-aanvraag geldt:
- Een onderdeel van registratie is dat alle bestuurders, mede-beleidsbepalers en commissarissen getoetst dienen te worden op geschiktheid en betrouwbaarheid en dat alle houders van een gekwalificeerde deelneming(aandelen ≥10 %) worden getoetst op betrouwbaarheid.
- Voor bestaande aanbieders die op het moment dat de wet in werking treedt een verzoek tot registratie hebben ingediend, mogen de te toetsen personen hun functie wel vervullen gedurende de overgangstermijn.
- DNB toetst of iemand geschikt is voor een bepaalde functie binnen een organisatie. De aard, omvang en complexiteit van de organisaties kunnen verschillen. Om die reden kan DNB geen geschiktheid vaststellen zonder dat de organisatie. De aard, omvang en complexiteit van de organisaties kunnen verschillen. Graag ontvangt DNB een (concept) registratie voorafgaand aan de toetsingsformulieren.
- Functieverandering:
Een beoordeling van geschiktheid is gekoppeld aan een functie. Dit betekent dat voor elke benoeming een geschiktheidstoets plaatsvindt. Dit geldt ook als een reeds getoetste beleidsbepaler binnen een onderneming van functie of takenpakket verandert. Iedere wijziging van functie of takenpakket dient gemeld te worden bij DNB.
De toetsing op betrouwbaarheid
DNB stelt vast of de betrouwbaarheid van een kandidaat buiten twijfel staat. Het gaat daarbij om voornemens, handelingen en antecedenten van de te toetsen persoon die het vervullen van de functie in de weg staan. DNB kijkt hierbij vooral naar antecedenten (meer informatie over betrouwbaarheid toetsingen op vindt u hier).
De toetsing op geschiktheid
Bij een beoordeling van geschiktheid stelt DNB vast of de kandidaat beschikt over voldoende relevante kennis, vaardigheden en professioneel gedrag om de functie te vervullen. Dit blijkt onder andere uit opleiding, werkervaring en competenties.
Een beoordeling van geschiktheid is gekoppeld aan een functie. Dit betekent dat voor elke benoeming van een bestuurder, mede-beleidsbepaler en commissaris een beoordeling van geschiktheid plaatsvindt.
Beleidsregel Geschiktheid
Een beoordeling van geschiktheid vindt plaats aan de hand van de Beleidsregel Geschiktheid. De geschiktheidstoets van (mede)beleidsbepalers bij de aanbieders van cryptodiensten wordt opgenomen in groep A van de Beleidsregel Geschiktheid.
Hertoetsing
In uitzonderlijke omstandigheden kan DNB tussentijds – als een bestuurder, mede-beleidsbepaler, commissaris of houder van een gekwalificeerde deelneming in functie is – besluiten om een toetsing te beginnen. Dit kan betrekking hebben op geschiktheid, betrouwbaarheid of een combinatie van beide. Een dergelijke hertoetsing vindt alleen plaats wanneer feiten of omstandigheden naar voren komen die een aanleiding vormen om de eerdere toetsing opnieuw te bezien.