Het APF is in het leven geroepen om het gemakkelijker te maken de uitvoering van verschillende pensioenregelingen te bundelen in één pensioenfonds. Dit is mogelijk doordat het APF één of meer collectiviteitskringen beheert. In een collectiviteitskring bevinden zich de pensioenregelingen van verschillende werkgevers(groepen) en bedrijfstakken. Werkgevers kunnen hun pensioenregeling onderbrengen in afzonderlijke collectiviteitskringen die allemaal worden beheerd door één APF.
Stichting
Zowel bestaande pensioenfondsen als andere ondernemingen – zoals verzekeraars of pensioenuitvoeringsorganisaties – kunnen een APF oprichten. Daarbij is belangrijk om te weten dat een APF alleen kan bestaan in de vorm van een stichting. De vergunning voor een APF wordt verleend aan de stichting die het bedrijf van het APF gaat uitoefenen. Ongeacht de persoon of personen die de vergunningaanvraag indienen (dit kan bijvoorbeeld de oprichter van de stichting zijn), zijn de vertegenwoordigers van de stichting – meestal de bestuursleden – tijdens het vergunningstraject de gesprekspartners van DNB.
Afgescheiden vermogen en weerstandsvermogen
Bijzonder aan het APF is dat het per collectiviteitskring een afgescheiden vermogen aanhoudt. Door de verschillende afgescheiden vermogens bestaat een strikte vermogensscheiding. Naast de afgescheiden vermogens per collectiviteitskring houdt het APF een eigen weerstandsvermogen aan. Het weerstandsvermogen dient voor het opvangen van bedrijfsrisico’s van het APF zelf. In de Q&A's vindt u meer informatie over het weerstandsvermogen.