Voor welke OTC-derivaten geldt de clearingverplichting?
De clearingverplichting geldt alleen voor gestandaardiseerde klassen van OTC-derivaten contracten waarop de clearingverplichting van toepassing is verklaard én voor de contracten gesloten door contractspartijen als bepaald in EMIR, zoals tussen twee financiële tegenpartijen of tussen een financiële tegenpartij en een bepaalde niet-financiële tegenpartij. Bij het bepalen welke klassen van OTC-derivaten centraal moeten worden gecleard, houdt de ESMA rekening met de mate van standaardisatie, het volume en de liquiditeit in de markt als ook de beschikbaarheid van eerlijke, betrouwbare en algemeen aanvaarde informatie over de prijsstelling.
Vanaf welke drempelwaardes en voor welke derivatenklassen geldt een clearingverplichting?
Instellingen dienen alle OTC derivaten te clearen die behoren tot een klasse van OTC-derivaten waarop de clearingverplichting van toepassing is. EMIR merkt twee categorieën tegenpartijen aan waarvoor de clearingverplichting van toepassing is, indien het totaal aantal posities zich boven een van de clearingdrempelwaardes begeeft:
- Financiële tegenpartijen (FC), zoals gedefinieerd in EMIR art. 2 (8)
- Niet-financiële tegenpartijen (NFC), zoals gedefinieerd in EMIR art. 2 (9)
Wanneer het totaal aantal derivatenposities van een FC voor een van de derivatenklassen de drempelwaarde overschrijdt is de clearingverplichting voor alle klassen van toepassing voor producten met een clearing verplichting. Wanneer het totaal aantal derivatenposities van een NFC voor een derivatenklassen de drempelwaarde overschrijdt is de clearingverplichting enkel voor diezelfde derivatenklasse van toepassing. FCs en NFCs die het aantal derivatenposities niet berekenen zijn onderworpen aan de clearingverplichting voor alle derivatenklassen.
De clearingverplichting geldt momenteel voor gestandaardiseerde types rente- en kredietderivaten, zoals IRS en CDS. De ESMA onderhoudt een openbaar overzicht voor welke derivatenklassen en contracttypes de clearingverplichting van toepassing is. Een contract dient gecleard te worden als voor beide tegenpartijen een verplichting geldt voor dit contract.
Intragroep vrijstelling van de centrale clearingplicht
OTC-derivaten transacties die zijn aan te merken als intragroeptransacties zijn onder omstandigheden niet clearingplichtig (artikel 4 lid 2 EMIR). EMIR Artikel 3 geeft aan wat een intragroeptransactie in de context van EMIR is en specificeert wanneer een instragroeptransactie is vrijgesteld van de clearingverplichting. De vrijstelling van de clearingverplichting voor intragroeptransacties is alleen van toepassing indien de bevoegde autoriteiten tijdig schriftelijk in kennis zijn gesteld, zoals beschreven in EMIR art. 4 (2). Instellingen met een vergunning van DNB kunnen hun notificatie en/of aanvragen voor een intragroep uitzondering toesturen aan de toezichthouder.
Vrijstelling voor OTC-derivatencontracten uit hoofde van pensioenregelingen
De clearingverplichting is voorlopig nog niet van toepassing op OTC-derivatencontracten waarvan objectief kan worden gemeten dat zij de beleggingsrisico’s beperken die rechtstreeks verband houden met de financiële solvabiliteit van pensioenregelingen als omschreven in art. 2 (10). De Europese Commissie heeft besloten om deze tijdelijke vrijstelling, zoals vastgelegd in EMIR artikel 89(1), nog eens met een jaar te verlengen tot 19 juni 2023 (laatste mogelijkheid onder huidige EMIR). OTC-derivatencontracten die onder de vrijstelling vallen, zijn wel onderworpen aan de risico-mitigatietechnieken die gelden voor niet centraal geclearde OTC-derivatencontracten, zie EMIR art. 11.