DNB moet, samen met de AFM, toezicht houden op de naleving van de Wft en alle uit de Wft voortvloeiende regels. Om effectief toezicht te kunnen houden, heeft DNB een aantal instrumenten tot haar beschikking. Zo heeft DNB de bevoegdheid om inlichtingen in te winnen, om een aanwijzing te geven en om een curator te benoemen. Voor verzekeraars beschikt DNB over een extra instrument. DNB kan een verzekeraar een beperking of een verbod opleggen om, anders dan met machtiging van DNB, te beschikken over zijn waarden.
Aan wie kan een beperking/verbod worden opgelegd?
Alleen aan verzekeraars kan DNB een dergelijke maatregel opleggen, waarbij het niet van belang is waar de verzekeraar zijn zetel heeft.
Wanneer kan een beperking/verbod worden opgelegd?
DNB kan een beperking of verbod om te beschikken over zijn waarden opleggen in een aantal situaties.
- de verzekeraar niet voldoet aan het bij of krachtens artikel 3:67 Wft bepaalde met betrekking tot de technische voorzieningen;
- de verzekeraar niet voldoet aan het solvabiliteitskapitaalvereiste (zie art. 3:57, lid 4, tweede volzin, Wft), en zich uitzonderlijke omstandigheden voordoen op grond waarvan DNB verwacht dat de financiële positie van de verzekeraar nog verder zal verslechteren;
- de verzekeraar niet voldoet aan het minimumkapitaalvereiste (zie artikel 3:53, zesde lid, Wft); of
- er sprake is van een aanhoudende verslechtering van de solvabiliteitspositie van de verzekeraar (onverminderd de artikelen 3:135 en 3:136 Wft).
- de vergunning van de verzekeraar is ingetrokken.
Gevolgen
Het verbod of de beperking is in beginsel een intern werkende maatregel die rechtshandelingen met derden niet aantast. Als een wederpartij echter weet of behoort te weten dat er een dergelijke maatregel is opgelegd, kan de verzekeraar de ongeldigheid van een daarmee strijdige rechtshandeling inroepen.