Voor overtreding van sommige bepalingen van financiële wetgeving kan er namelijk zowel een strafrechtelijke sanctie als een bestuurlijke boete worden opgelegd dan wel een feit ten openbare kennis worden gebracht (de zogenaamde ‘economische delicten’). Onderlinge afstemming is van belang omdat het una via-beginsel bepaalt dat zodra een bestuurlijke boete is opgelegd strafvervolging ter zake van hetzelfde feit niet meer mogelijk is.
Omgekeerd bepaalt het una via-beginsel dat een bestuurlijke boete ter zake van dat feit niet meer opgelegd kan worden als een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting een aanvang heeft genomen, dan wel het recht tot strafvervolging is vervallen omdat belanghebbende aan de hem gestelde voorwaarden heeft voldaan.