Antwoord 2:
Aanbieders van cryptodiensten controleren altijd of de identiteit van relaties van de aanbieder voorkomt op één of meerdere sanctielijsten (screenen). Dit betekent dat de bij de transacties betrokken cliënten van aanbieders van cryptodiensten én de bij de transacties betrokken tegenpartij en/of begunstigde in ieder geval worden gescreend. De maatregelen omtrent het vaststellen of de identiteit van een tegenpartij en/of begunstigde overeenkomt met de identiteit van in de sanctieregelgeving genoemde (rechts)personen of entiteiten kunnen door de aanbieder risicogeoriënteerd worden ingevuld. De aanbieder bepaalt zelf op welke wijze zij die controle uitvoert en wat daarvoor nodig is, mits hiermee het doel van de sanctieregelgeving bereikt wordt.
Adequate maatregelen om de tegenpartij en/of begunstigde effectief te kunnen screenen
Bij een transactie van of naar een niet door de aanbieder beheerd (extern) cryptoadres kan de houder van dat cryptoadres zowel de eigen cliënt zijn als een andere aanbieder van cryptodiensten, of een derde (rechts)persoon of entiteit. Bij transacties van en naar externe cryptoadressen dienen aanbieders van cryptodiensten met behulp van adequate maatregelen ook in staat te zijn om te controleren of de identiteit van de betrokken tegenpartij en/of begunstigde voorkomt op een of meerdere sanctielijsten.
Hoe aanbieders de identiteit van de tegenpartijen en/of begunstigden bij een transactie vaststellen, en of deze daadwerkelijk de ontvanger of verzender is, is vormvrij. De wet schrijft geen specifieke maatregel voor, mits de getroffen maatregel het risico op overtreding van sanctieregelgeving voldoende mitigeert.
Dit impliceert dat er voldoende informatie over de tegenpartij en/of begunstigde wordt opgevraagd om effectief te kunnen screenen, zoals bijvoorbeeld naam, geboortedatum, woonplaats en vestigingsadres.
Een ander onderdeel hiervan is dat de aanbieder, indien de aanbieder het risico groter dan minimaal acht dat de identiteit van een tegenpartij en/of begunstigde niet overeenkomt met de opgegeven identiteit, adequate maatregelen treft om vast te stellen dat de door de cliënt opgegeven tegenpartij en/of begunstigde ook daadwerkelijk de ontvanger of verzender is. Er kan sprake zijn van identiteitsfraude (de tegenpartij en/of begunstigde gebruikt de identiteit van iemand anders), maar het kan ook voorkomen dat iemand anders dan de opgegeven tegenpartij en/of begunstigde beschikking heeft over het opgegeven cryptoadres en de bijbehorende wallet.
De maatregelen om een adequate screening uit te voeren kunnen risicogeoriënteerd worden ingevuld. Risicogeoriënteerd houdt in dat een aanbieder bij relaties die gegeven alle relevante factoren als hoger risico worden aangeduid, verdergaande maatregelen treft dan bij relaties die als laag risico worden aangeduid. Aanbieders van cryptodiensten maken een risicoanalyse en implementeren op basis daarvan passende maatregelen. De risicogebaseerde benadering wordt beoordeeld in de context van het geheel aan maatregelen binnen de onderneming, zie ook de DNB Q&As en Good Practices Wwft. De toelichting bij de RtSw stelt daarover: ‘Daarbij dient ze (DNB: relevante instelling) zich telkens ervan te vergewissen dat het risico minimaal is dat bij een financiële dienst of transactie financiële middelen naar één van de (rechts)personen en entiteiten, genoemd in de sanctieregelgeving, gaan.’
Als een aanbieder het risico groter dan minimaal acht dat de identiteit van een tegenpartij en/of begunstigde niet overeenkomt met de identiteit die is opgegeven, treft zij maatregelen om de ware identiteit van een tegenpartij en/of begunstigde vast te kunnen stellen, teneinde een effectieve screening uit te kunnen voeren. De Leidraad Financiële Sanctieregelgeving van het Ministerie van Financiën stelt: ‘Als er geen maatregelen tegenover te zetten zijn, als maatregelen teveel inspanning vergen of teveel rest-risico met zich meebrengen dan wordt het risico niet aangegaan. Bij sanctiemaatregelen geldt dat er eigenlijk vrijwel geen sprake kan zijn van een acceptabel niveau aan restrisico’s omdat de materiële verbodsbepalingen van sanctieregelgeving dienen te worden nageleefd.’
De aanbieder is zich ervan bewust dat hij een risicogebaseerde benadering kan hanteren ten aanzien van de invulling van de screeningsmaatregelen, maar dat ten aanzien van de vervolgacties (het melden van een hit en het bevriezen van tegoeden) sprake is van een resultaatverplichting. Bij binnenkomende transacties kunnen cryptodienstverleners er bijvoorbeeld voor kiezen om de crypto’s in de (omnibus-)wallet vast te houden gedurende de screening van de tegenpartij, voordat deze worden toegewezen aan de account van de cliënt die de begunstigde is van de transactie.